natuurwetenschappen Flashcards
producent
-organisme
-kenmerk 2
-groene planten
-zelf energierijke stoffen opbouwen
-mineralen opnemen uit de bodem
consument
-organisme
-kenmerk
- dieren
-kunnen zelf geen energierijke stoffen opbouwen -> via voedsel opnemen
detrivoor
-organisme
-kenmerk
- kleine bodemdiertjes en niet groene planten
-dierlijke en plantaardige afval eten en verteren =humus
voedselketen
een aaneenschakeling van organismen waarbij elk organisme een voedselbron is voor de volgende
reducent
-organisme
-kenmerk
- bacteriën en schimmels
-afval omzetten in mineralen voor planten
voedselkringloop
een voedselketen die gesloten is
voedselweb
verschillende voedselketens verbonden met elkaar
als ze geen voedsel meer hebben dan…
sterven ze uit
voedselpiramide
een voedselketen waarbij de hoeveelheid organismen per groep wordt voorgesteld
in een voedselpiramide wijzigen…
de aantallen als één soort uitsterft
ze nemen in aantal af omdat…
ze meer gegeten worden
ze kunnen toenemen omdat…
ze minder gegeten worden
bio=
leven
diversiteit=
verscheidenheid
biodiversiteit
biodiversiteit verwijst naar de fantastische verscheidenheid aan vormen van leven die we op aarde aantreffen
5 bedreigingen biodiversiteit
- versnippering landschap
- landbouw: monoculturen
- klimaatsverandering
-exoten
-vervuiling
populatie=
een verzameling van alle individuen van eenzelfde soort die op eenzelfde plaats leven
soort=
1 bepaald organisme
gemeenschap=
de verzameling van alle organismen die in 1 bepaald gebied wonen en waartussen relaties bestaan
geef de 5 waarden
- ethische waarde
- ecologische waarde
- informatieve waarde
- economische waarde
- emotionele waarde
geef de 4 initiatieven
- paddenoverzet
- aanleggen van ecoduct
- aanleggen van broed- en rustgebieden
- natuurgebied
biotoop=
een gebied met gelijk landschapstype waarin bepaalde organismen (=levende wezens) leven
biotische:
alle levende factoren ( planten en dieren) die een biotoop waren
boomlaag
-dieren
-planten
- eekhoorn, Vlaamse gaai
-berk en plataan