Natuurontwikkeling referenties en beleid Flashcards

1
Q

Welke 3 soorten referenties zijn er, wat betekenen ze en noem een voorbeeld?

A

Paleoreferentie
‘achterhalen’ vroegere situatie -> bijv van schilderij

Actuoreferentie
vergelijken met bestaande voorbeelden -> rusland of polen

Systeemtheoretische referentie
opbouwen uit theoretische kennis (bijv. met modellen) -> vb Marker Wadden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aan welke aspecten moet je denken bij referenties?

A

De mate van natuurlijkheid is belangrijk aspect
1850’ versus ‘oernatuur’

De mate van onomkeerbaarheid van ecologische randvoorwaarden
Is er ruimte voor de wolf of eland in ons land?
Vernatting is leuk maar verdroogd veen is onherstelbaar
Geen ruimte voor vrij meanderende rivieren ivm waterveiligheid

En bewustzijn van de maatschappelijke waarderingen en samenhangende kaders en randvoorwaarden
meer natuurlijke processen versus veilig wonen en werken
ARK Natuur…struinnatuur…. Oerrr van NM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zag NL eruit in het jaar 0 en 1850?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Voorwaarden referenties

A

Vergelijkbaar met het projectgebied
Klimaat
Debiet
Hoofdgrondsoort
Relief
Bron van het water

Gebieden met “vergelijkbare functies”
Scheepvaart
Hoogwaterbeheersing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar gaat rapport REFERENTIES EN MAATLATTEN VOOR NATUURLIJKE WATERTYPEN VOOR DE KADERRICHTLIJN WATER 2021-2027 over?

A

Referenties en beschrijvingen van:
9 typen natuurlijke meren
14 typen natuurlijke rivieren
4 typen overgangs- en kustwateren
tbv het halen van de eisen gesteld in KDW (start 2000)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is plan ooievaar en wanneer werd het gemaakt?

A

Werd in 1987 opgesteld, was een nieuw inrichtingsvoorstel voor NL gebaseerd op oernatuur. Minder rendabele landbouwgrond werd natuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer waren de hoogwaters die een nieuwe kijk op waterveiligheid gaven?

A

1993 / 1995, hierdoor ging Plan ooievaar niet door want waterveiligheid werd eerste prioritijd. Plan ooievaar bleef wel voorbeeld in beleid en inrichting uiterwaarden natuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de reactie op de hoogwaters in 1993?

A

Directe dijkverzwaring zonder inspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk nieuw beleid kwam er voor de waterveiligheid?

A
  • 1995 Deltaplan grote rivieren (snel en simpel dijken verzwaren)

Integrale benadering hele stroomgebied:
- Waterbeheer 21 eeuw (WB21) (2000)
- Waterparagraaf in R.O.-plannen (2000)
- Deltaprogramma (2016)

Aan rivier gekoppeld:
- Ruimte voor de Rivier RVR (1995-2019) 16.000 m3
- Deltaprogramma (2010-2050) 18.000 m3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer kwam de Ecologische hoofdstructuur en wat hield het in? Hoeveel oppervlakte behelst het?

A

In 1990
biodiversiteit behouden door
- vergroten
- verbinden
- verhoging natuur kwaliteit
- start 1990, realisatie in 2018

Terrestrische natuur
natuuroppervlakte
-1990 453.500ha
-2018 728.500ha

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke maatregelen werden er in EHS genomen?

A

Veel herstelmaatregelen:
vermesting
verzuring
verdroging

Nieuwe natuurgebieden en verbindingen op landbouwgrond, ook in uiterwaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer startte de EU natuurbescherming en welke wetten tot 2000 zijn nog actueel?

A

1970 Verdrag van Benelux
1971 Wetlands-cconventie Ramsar)
1979 Conventie van Bonn
1979 EU-Vogelrichtlijn : bescherming vogelgebiedenin EU
1979 ConventievanBern
1975 Conventie van Washington(CITES)
1992 Verdrag van Rio de Janeiro
1992 EU-Habitatrichtlijn :bescherming habitattypen in EU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke wetten volgden uit de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn?

A

2002 Flora en faunawet (soorten)
2005 Natuurbeschermingswet (habitats)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke wet volgende uit de Natuurbeschermingswet, Europees en nationaal?

A

EU: Natura 2000
NL: 2017 Wet natuurbescherming (samen met Flora en faunawet en boswet), werd per 2024 Omgevingswet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel gebieden, soorten en habitats beschermt de N2000 wet? Wat is de koppeling met EHS?

A

161 N2000 gebieden
100 soorten
51 habitats
Vrijwel alle gebieden liggen in EHS, helft van EHS is N2000.
N2000 is strenger beschermd dan EHS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe worden de regels voor N2000 bepaald?

A

Brussel benoemt unieke natuurtypen met grote internationale waarden

Landen bepalen zelf de gebieden en beschermen in
nationaal beleid en wetten de habitattypen& -soorten

17
Q

Door welke regels worden N2000 gebieden beschermd?

A

Door instandhoudingsdoelen en behoud en versterken habitats en soorten.
Daarnaast mogen activiteiten doelen niet aantasten in en rond N2000 gebieden (PAS-regeling verworpen).

18
Q

Hoe is N2000 opgebouwd?

A

Onder N2000 vallen de vogelrichtlijn en de habitatrichtlijn.
Gebieden worden aangewezen en daarmee worden habitats en soorten beschermd.

19
Q

KRW: waar liggen de snel stromende, langzaam stromende en getijdenwateren van de rivieren?

A
  • M5: Ondiep lijnvormig water, open verbinding met
    rivier/geïnundeerd;
  • R7: Langzaam stromende rivier/ nevengeul op zand/klei;
  • R8: Zoet getijdenwater (uitlopers rivier) op zand/klei;
  • R16: Snelstromende rivier/nevengeul op zandbodem of grind;
20
Q

Wat houdt de Nota waterbeheersing 21ste eeuw (WB21) in?

A

Sinds 2000:
landelijkgebied
- ‘overal’ tijdelijke opslag (retentie)
- verlaagde graslanden
- overdimensionalisering sloten
- herbenutten water waar mogelijk

stedelijkgebied
- hemelwater daken afkoppelen van riool
- doorlatendebestrating (P plaatsen)
- opvang regenwater in wadi’s
- hersteloudegrachten

21
Q

Wat houdt de waterparagraaf in?

A

Sinds 2003 in inwinnen advies over water verplicht bij RO projecten (structuur en bestemmingsplannen)

Betreft veiligheid, overlast&verdroging, waterkwaliteit

22
Q

Wat houdt Ruimte voor de rivier in?

A

Tussen 1993-2019 uitgevoerd,
Uiterwaarden: meer doorstroom maken
Buiten uiterwaarden, gekoppeld aan rivier: extra afvoer en meer retentie

Kan alleen door internationaal samen te werken.
Het programma vindt haar kracht in haar dubbeldoelstelling: het realiseren van zowel hoogwaterveiligheid als kwalitatief
hoogwaardige gebieden. De kwaliteitsdoelstelling
vertaalde zich in een goed georganiseerde kwaliteitsbewaking, met o.a. een eigen kwaliteitsteam (Q-team van het project Ruimte voor de Rivier), maar ook in de budgetten van het project.

23
Q

Waar let je op bij herinrichten rivier?

A

Primair doel= hoogwaterbeheersing:
Doorstroom! Ruimte maken!

Secundair:
Natuurdoelen EHS, NNN, KRW
Ruimtelijke kwaliteit bewaken: per riviertraject aansluiten op de landschappelijke- en rivierkarakteristiek

Altijd letten op:
1. Waterveiligheid
2. Natuurbehoud en ontwikkeling
3. Landschap
4. Recreatie

24
Q

Herinrichten rivier samenvatting:

A

1.natuurlijke processen en patronen
2.historisch menselijk ingrijpen
3. beleid (hwv/natuur/water/scheepvaart)
4. beheer
5. referenties
6. recereatief medegebruik

25
Q

Hoe zien regels rondom water eruit van het waterschap?

A

Regels in Keur, leggers zijn kaarten met waar wat mag.

26
Q

Wat houdt Deltaprogramma (2016) in?

A

De komende decennia wil het Rijk de normen voor hoogwaterveiligheid verder verhogen, deels om het hoofd te kunnen bieden aan eventueel hogere afvoeren door klimaatverandering, deels ook door nieuwe risicobeoordelingsmethodieken en dijkennormen.
Het Deltaprogramma Grote Rivieren inventariseert momenteel via de regio’s (provincies en gemeenten) de mogelijkheden hiertoe.

27
Q

Wat is Smart Rivers?

A

Samenwerking van Ministerie Economische zaken, SBB en WNF om kwaliteitsdiscussies inhoud mee te geven. Gestart in 2012. Kern van de aanpak is het uitgangspunt dat succesvolle hoogwater- en rivierverruimingsprojecten eigenlijk altijd aansluiten bij de eigenheid van het betreffende riviertraject:
’het DNA van de rivier’. Dit ’DNA’ verschilt echter per riviertraject: de Waal vraagt met haar brede, zandige geulen om
een volledig andere benadering dan de kronkelwaarden van de IJssel, waar laagdynamische rivierkwelgeulen kenmerkend
zijn. Elk riviertraject kent eigen vrijheidsgraden en potenties als het gaat om natuurontwikkeling en hoogwatertaakstellingen. Voor de (ruimtelijke) kwaliteit van toekomstige projecten is het
essentieel om voort te bouwen op de aanpak van Ruimte voor de Rivier. Kwaliteit betekent in die context immers veel meer
dan natuur; het bepaalt langdurig de economische ontwikkelingskansen van regio’s, de duurzaamheid van het rivierbeheer en de aantrekkelijkheid van ons wonen en leven.

28
Q

Welke 3 randvoorwaarden zijn er bij herinrichten rivier?

A
  1. Beleid
    opgedeeld in 4 aspecten/beleidsterreinen: hoogwaterveiligheid, natuur(beleid), KRW, scheepvaart
  2. Natuurlijke historische morfologie
  3. Recreatief medegebruik
29
Q

Welke 2 overkoepelende soorten maatregelen zijn er bij bevorderen riviernatuur?

A
  1. Riviersysteemmaatregelen
  2. doelsoortenmaatregelen
30
Q

Welke riviersysteemmaatregelen zijn geschikt voor Nederrijn/Lek/Gestuwde maas?

A

Type rivierdal: Slingerende, gestuwde laaglandrivier, grotendeels langs hoge gronden. Laagdynamische moerasnatuur.

Van oorsprong: slingerende loop met zandbanken in de binnen bochten en eilanden. Tegenwoordig gefixeerd door kribben, oude ls bedekt door laag klei. Sinds jaren ‘60 gestuwd en verloor ze haar karakter van een vrij afstromende zandrivier. specifieke kansen voor moerasnatuur.

  • Vergroten inundatiegebied door doorgraven zomerkades, uiterwaardverlaging, lokale dijkverlegging, verwijdering oeververharding
  • aanleg vispassages
  • kwelstromen en beekmondingen schaal geven zodat er hydrologische gradienten in voedselrijkdom ontstaan
31
Q

Welke riviersysteemmaatregelen zijn geschikt voor Waal?

A

Type rivierdal: Grote, slingerende zandrivier met van zandplaten, stromende geulen en hoogwatergeulen over zand.

Van oorsprong door brede, ondiepe rivierlopen, tussen bewegende zandplaten en actieve oeverwallen met meestromende nevengeulen.
Door relatief grote brredte/diepteverhouding en veel zand grootschalige zanddynamiek op oeverwallen en nevengeulen. Oude geulen en zandplanten bedekt door laag klei.

  • Vergroten inundatiegebied door doorgraven zomerkades, uiterwaardverlaging, lokale dijkverlegging, aantakken kommen
  • aanleg en onderhoud van morfologische elementen zoals stromende nevengeulen (2-3 m diep, 20-70 m breed), strangen en rivierduinen: reliefvolgend ontkleien
  • ruimte creëren voor ooibosontwikkeling
32
Q

Welke riviersysteemmaatregelen zijn er?

33
Q

Welke soorten hoogwatergeulen zijn er functioneel en technisch gezien?

A

Een en tweezijdig aangetakte nevengeulen, eenzijdige altijd bovenstrooms (stroomt niet mee).

Functioneel:
1. watergeul met kleibodem, voert altijd water
2. groene rivier: afgraven tot zand, kwel bij hoogwater, bij laagwater droog.