Natuurontwikkeling, natuurvisies en beheer Flashcards
Wat is een natuurvisie?
Een referentiekader dat bepaalt hoe iemand tegen de natuur aankijkt.
Welke 3 natuurvisies hebben we in NL en wat zijn de kenmerken van die visies?
- Klassieke natuurvisie: ‘
Half-natuurlijke landschappen
Hoge diversiteit
Belangrijke rol mens - Natuurontwikkelingsvisie:
Condities creeren waarna de natuur zijn gang kan gaan
Dynamische gebieden
Processen staan voorop - Functionele natuurvisie:
Natuur is ondergeschikt aan andere belangen:
- Landbouw (agrarisch natuurbeheer, biologische landbouw)
- Bosbouw (multifunctioneel bosbeheer)
- Verkoeling/waterafvoer/prettigere leefomgeving (natuur in de stad)
Welke soorten natuur zijn er in NL?
Natuurlijke landschappen: duinen
Half natuurlijke landschappen: de Bruuk, mooiste blauwgraslanden van NL met Spaanse Ruiter en Biezenknoppen
Wat is het doel en de schaal van klassieke natuurvisie?
‘Arcadisch natuurbeeld’
Schoonheid landschap, Idyllische plattelandsleven
Doel: successie-stadium behouden
Schaal: Groot (bijv. Uitgestrekte heidevelden) en Klein (hakhoutbosjes, hooilandjes)
Welke processen kent de natuurontwikkingsvisie?
Abiotisch:
1. Erosie / sedimentatie
2. inundatie
3. brand
4. windworp
Biotisch:
1. begrazing
2.
Wat is het doel en de schaal van de natuurontwikkelingsvisie?
Doel:
Nieuwe oernatuur creëren
Schaal: Groot
Hoe?
Kijken naar “ongerepte” referentiegebieden
Grote maatregelen
Wildernisbeeld: Mens als storende factor verwijderd uit systeem
Wat is het doel en de schaal van de functionele natuurvisie?
Doel:
Natuur een plek geven in gebieden die diensten voor de mens leveren
Niet grootschalig toegepast binnen natuurterreinen
Maar soorten profiteren
Natuurnetwerk Nederland kan niet zonder functionele natuur (zaadverspreiding, dispersie, migratie)
Functionele natuurbeeld
Welke beheerstratgieen (systemen) zijn er in NL?
- Natuurlijke systemen (niet in NL) NOV
- Nagenoeg natuurlijke systemen (groot, duin en wad, shifting mosaics) NOV
- begeleid natuurlijke systemen (groot, enige invloed mens, begrazing, geen vastgelegde patronen, bv oostvaarders en uiterwaarden) NOV
- half-natuurlijke systemen (klein, door de mens vastgelegde patronen, gericht op bepaald successiestadium), bv hei, blauwgrasland, trilveen. KV
- multifunctionele afgeleiden FV
Welke rol heeft begrazing in NOV en KV?
NOV: begrazing is een doel opzich
KNV: begrazing is een middel om het doel te bereiken
Welke N2000 habitattypen komen voor in rivierengebied?
Slikkige rivieroevers
Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibos)
Droge hardhoutooibossen
Stroomdalgraslanden
Glanshaver en vossenstaarthooilanden
Waar liggen hoge en lage oeverwallen?
Aanleggen nevengeul, waar moet je op letten?
- drempel aanleggen tpv instroom, vaak door oeverwal.
- hoogte drempel hoger dan piek ivm waterveiligheid.
- uitstroomopening verbreden
- let op hoogte van de weg= 0 dagen overstroming
- let op natuurlijke historische geomorfologische elementen sparen (rivuerduin, oeverwal, oude stroombaan).
- delen lage dynamiek maken door tussenkade, hier meer stilstaand water voor insecten.
- overstroming betekent dat er slib achterblijft = mineraalrijk
Welke van de onderstaande grondsoorten zijn zavel of zand en welke klei?
Rn90A
Rn52A
Rn10A
Zn30A
Rn90A zware zavel, lichte klei, kalkhoudend
Rn52A zavel, kalkhoudend
Rn10A lichte zavel, kalkhoudend
Zn30A grof zand, kalkhoudend
kwel vaak niet bij zware zavel, lichte klei.
Op welke wijze verloopt het proces van een idee naar aanleg natuurgebied?
- randvoorwaarden
- visie
- maatregelen
- ontwikkelingsbeheer
- definitief beheer
Geef voorbeelden van:
1. natuurlijke systemen
2. nagenoeg natuurlijke systemen
3. begeleid natuurlijke systemen
4. half natuurlijke systemen
5. multifunctionele afgeleiden
Onder welke natuuvisie vallen:
1. natuurlijke systemen
2. nagenoeg natuurlijke systemen
3. begeleid natuurlijke systemen
4. half natuurlijke systemen
5. multifunctionele afgeleiden
Onder welke SNL beheertypen vallen:
1. natuurlijke systemen
2. nagenoeg natuurlijke systemen
3. begeleid natuurlijke systemen
4. half natuurlijke systemen
5. multifunctionele afgeleiden
Nagenoeg natuurlijk & begeleid natuurlijk: N01. Grootschalige dynamische natuur, weinig SNL opbrengt
Half natuurlijk: N.02 - N.17 veel SNL opbrengst
Multifunctionele natuur: A.01, A02, A11, A12
Welke grazers zijn er?
- natuurlijke grote grazers: Hert, ree, gans
- natuurlijke kleine grazers: Bovengronds: Konijnen, hazen, rupsen, sprinkhanen, Ondergronds: insectenlarven, nematoden,…
- half-natuurlijke grazers: Galloway, Huiskoeien, Schotse hooglanders, Konikpaarden, Waterbuffels
Schapen en geiten
Welk dier is 1 grootvee-eenheid? Hoeveel GVE zijn pony, schaap, jong rund?
Hoe draagt begrazing door grote grazers bij aan natuurbeheer?
Variatie in successiestadia:
Selectief grazen
Bemesten
Betreding
Welk gedrag van grote grazers heeft effect op het ls?
Vraat
Zaadverspreiding
Nutrientenverspreiding
Tred
Effect op fauna
Welke dieren zijn snoeiers, variabele eters en grazers?
Welke dieren zijn geen herkauwers?
Wat is het verschil tussen runderen en paarden in het landschap?
Runderen eten meer divers en laten het gras langer, paarden zijn geen herkauwers, moeten heel veel eten en kunnen door boven en ondergebit gras heel kort afbijten.
Hoe dragen dieren bij aan zaadverspreiding?
Door vacht, hoeven en poep.