NaSk toets hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

stroomkring

A

Geheel van geleidende delen van snoeren, lampen enzovoort, waar stroom doorheen kan lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

parallelschakeling

A

Een schakeling met meerdere stroomkringen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

spanning

A

Een soort ‘elektrische druk’: hoe groter de spanning, hoe groter de ‘druk’ waarmee de lading door de stroomkring wordt gevoerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stroommeter

A

Instrument waarmee je kunt bepalen hoe groot de stroom door een stroomkring is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

schakelschema

A

Een overzichtelijke tekening van een schakeling, weergegeven met symbolen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

gemengde schakeling

A

Een schakeling waarbij sommige onderdelen in serie zijn geschakeld en andere onderdelen parallel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

chemische spanningsbron

A

Spanningsbron waarin de spanning wordt opgewekt met behulp van een chemische reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herbruikbare batterij

A

Batterij die je opnieuw kunt opladen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

geleider

A

Stof waar een elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

transformator

A

Apparaat dat netspanning omzet in een lage spanning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

totale stroomsterkte

A

Stroomsterkte in de onvertakte delen van een parallelschakeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stroomsterkte

A

Hoeveelheid lading die per seconde voorbijkomt op een punt in de schakeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

serieschakeling

A

Een schakeling die bestaat uit één stroomkring zonder vertakkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

spanningsmeter

A

Instrument waarmee je de spanning kunt meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vermogen

A

Hoeveelheid elektrische energie die een apparaat per seconde verbruikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lading

A

Hoeveelheid elektriciteit. Een elektrische stroom bestaat uit lading die door de onderdelen van een stroomkring beweegt.

17
Q

isolator

A

Stof die een elektrische stroom niet of heel slecht doorlaat.

18
Q

bronspanning

A

De spanning van de spanningsbron, bijvoorbeeld een batterij.

19
Q

netspanning

A

Spanning die op stopcontacten staat. In Nederland is dit 230 V.

20
Q

capaciteit

A

Maat voor de totale hoeveelheid lading die een batterij kan leveren. Een batterij met een grote capaciteit is minder snel leeg dan eentje met een lage capaciteit (bij hetzelfde gebruik).

21
Q

schakelaar

A

Onderdeel van een stroomkring waarmee je de stroomkring kunt openen of sluiten.

22
Q

spanningsbron

A

Het onderdeel van een stroomkring dat de spanning levert. Bijvoorbeeld een batterij of een accu.