NaSk toets hoofdstuk 3 Flashcards
cohesie
Aantrekkingskracht tussen moleculen van dezelfde stof.
atoom
Bouwsteen van een molecuul.
vaste stof
Fase van een stof waarin alle moleculen rond een evenwichtsstand trillen.
vloeistof
Fase van een stof waarin alle moleculen langs elkaar heen kunnen bewegen. De moleculen zitten zo dicht mogelijk bij elkaar.
gas
Fase van een stof waarin alle moleculen los van elkaar kunnen bewegen. De moleculen zitten op relatief grote afstand van elkaar.
adhesie
Aantrekkingskracht tussen moleculen van verschillende stoffen.
deeltjesmodel
Natuur- en scheikundig model dat ervan uitgaat dat stoffen uit moleculen bestaan. Hoe de moleculen bewegen, hangt af van de fase waarin de stof zich bevindt.
fase
Toestand waarin een stof zich bevindt.
kristalrooster
Regelmatige stapeling van moleculen van één stof. In dit rooster heeft elk molecuul een vaste plaats.
kristalstructuur
Kenmerkende, regelmatige structuur van veel vaste stoffen.
kristallijne stoffen
Stoffen die uit kristallen bestaan.
ijken
Het maken of controleren van een schaalverdeling op een meetinstrument.
thermometer
Instrument om de temperatuur mee te meten.
sensor
Klein stukje elektronica dat een grootheid omzet in een elektrisch signaal.
digitale thermometer
Thermometer waarbij je de temperatuur op een schermpje kunt aflezen.
stijgbuis
Doorzichtig pijpje van een thermometer waarin een vloeistof kan stijgen en dalen.
reservoir
Ruimte onderaan de vloeistofthermometer die gevuld is met vloeistof.
vloeistofthermometer
Thermometer die bestaat uit een reservoir en een stijgbuis gevuld met vloeistof.
meetbereik
Het verschil tussen de hoogste en de laagste waarde die je met een meetinstrument kunt meten.
bevriezen
Het stollen van water.
verdampen
Fase-overgang waarbij een stof overgaat van vloeibaar naar gasvormig.
rijpen
Fase-overgang waarbij een stof overgaat van gasvormig naar vast.
fase-overgang
Verandering van fase van een stof.
smelten
Fase-overgang waarbij een stof overgaat van vast naar vloeibaar.