Naoorlogse proza Flashcards
Tweede Wereldoorlog
1939-1945. Nederland betrokken: Duistland valt Nederland binnen op 10 mei 1940, Nederland definitief onderdeel van de oorlog. Doorwerking en verwerking in filosofie, kunst, literatuur, muziek en samenleving. Allesbepalende gebeurtenis.
Koude Oorlog
De term ‘Koude Oorlog’ verwijst naar de geopolitieke spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog, gekenmerkt door ideologische conflicten en nucleaire dreiging. In de Nederlandse literatuurgeschiedenis weerspiegelt deze periode zich in werken die de politieke en maatschappelijke onrust belichten, zoals de angst voor een mogelijke atoomoorlog en de impact van de Koude Oorlog op individuele levens.
Verzetsliteratuur
literatuur tijdens de WOII waarin verzetsleden zich literair verzetten tegen de Duitsers.
Dekolonisatie
literaire verwerking van dekolonisatie. Nederland was verzwakt door Duitsland, de kolonie Nederlands-Indië kwam in opstand om onafhankelijk te worden. Dit alles heeft geleid tot een stroom aan (post)koloniale literatuur.
Huiselijkheidscultuur
in de jaren vijftig wilde men zich erg vasthouden aan de gezelligheid en kneuterigheid van huiskamers, om een gezin te zijn en dit alles te koesteren. Dit wekte ergernis bij de jongeren.
Existentialisme
mens heeft 2 zekerheden: 1. Hij bestaat en 2. Hij gaat dood. De oorlog heeft alle zekerheden afgenomen. Mens is slachtoffer, wezen van mens is angst, contact met anderen is niet echt mogelijk. Je kan keuzes maken, maar hoe kan dat in deze wereld?
Absurdisme
onderdeel van existentialisme. Het maakt toch allemaal niet uit, je hebt geen grip op de wereld en een chaotische wereld
De Grote Drie
Willem Frederick Hermans, Harry Mulisch, Gerard Reve. De drie schrijvers die de oorlog op grootse manier laten terugkomen in hun werk.
Willem Frederick Hermans
existentialistische ondertoon: de mens is een wezen die geen echte grip op de realiteit heeft.
Harry Mulisch
‘ik heb de WOII niet meegemaakt, ik bén de WOII’. zijn moeder was jood en zijn vader was collaborateur. Groot oeuvre, waarin schuld en onschuld een belangrijke rol spelen. Centraal: kritiek op het verzet en de vraag rondom schuld en onschuld.
Gerard Reve
‘reviaanse stijl’: mengeling ernst en humor, platte en verheven taal, religieuze en obscene opmerkingen. Eén van de Grote Drie.
Naoorlogse generatie
Mensen die zijn opgegroeid na WOII. In de context van literatuur kan deze generatie auteurs omvatten die de naweeën van de oorlog en de maatschappelijke veranderingen van die tijd weerspiegelden in hun werk.
Verschuiving in romanstructuur
meervoudige vertelsituatie, verschillende personages aan het woord (de lezer beseft dat we elkaar nooit volledig begrijpen), geen goed zicht op gang van zaken, personages die grip proberen te krijgen op zichzelf in een chaotische wereld.
Het achterhuis (1947)
Anne Frank. niet echt naoorlogse proza, want het boek werd geschreven tíjdens de oorlog, een directe weergave van de ervaringen van een jong joods meisje die ondergedoken zat. Zeer uniek.
Mijn kleine oorlog - 1947
Louis Paul Boo, laat angst zien voor een nieuwe oorlog. Titel is belangrijk: het eerste boek waarin de grote gruwelijke WOII wordt teruggebracht naar de gewone ogen van de gewone man die de oorlog klein beleeft. Had vertellerscommentaar, als allereerste.