Interbellum Flashcards

1
Q

Interbellum

A

inter = tussen, bellum = oorlog. de tijd tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1918-1940). Eer heerste veel onzekerheid, door de vernietiging van WOI, de opkomende industrie en het ontluiken van de moderne tijd. Belangrijke ontwikkelingen, uitvindingen, crises en dreigingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Roaring Twenties

A

de jaren twintig. De eerste jaren na de WOI, veel Europese mensen gingen het uitgaansleven in, dandy kleding, mensen hadden 4 jaar alleen maar ellende gehad en ze hadden eindelijk weer de vrijheid om plezier te hebben. Een robuuste tijd waar mensen drankjes nuttigden en van het leven genoten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verzuiling

A

bereikt een hoogtepunt  politiek, maatschappelijk en cultureel was de groep waartoe iemand behoorde eigenlijk allesbepalend. In de samenleving ben je ingedeeld in een specifieke zuil.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Modernisme

A

een begrip dat meer omvat dan alleen de historische avant-garde. Modernistische poëzie  modern taal- en levensgevoel. Werkelijkheid nú uitdrukken. Andere vorm dan historische avant-garde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Stream of consciousness

A

het innerlijke leven van personages wordt heel direct getoond. Het personage denkt en voelt veel, maar handelt weinig. In plaats van de objectieve waarheid gaat het om de subjectieve beleving van de werkelijkheid. Onder invloed van de dieptepsychologie van Freud.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Modern proza

A

focus op gedachten, innerlijke wereld personages. Hier hoort stream of consciousness. Vanuit de ‘ik’ geschreven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vorm of vent

A

in het tijdschrift Forum geloofden ze dat de ‘vent’ (de auteur) voor de vorm moet komen te staan (het gedicht). De auteur moest aansprakelijk zijn voor wat hij had geschreven in het gedicht, hij moest aanwezig zijn = vent. Je kon je niet achter het gedicht (de vorm) verschuilen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Ventisme

A

een krachtige schrijver, iemand die iets op papier wil zetten, een echte boodschap. Je bent dan echt een ‘vent’, de totale inzet van persoonlijkheid. Doe je dat niet, en heb je vooral oog voor de vorm, dan gaat het niet om de vent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tijdschrift Forum

A

tijdschrift van Menno ter Braak en Edgar du Perron. Ze pleitten in dit tijdschrift dat de ‘vent’ voor de ‘vorm moet komen te staan en dat de auteur aansprakelijk is voor diens uitspraken in een gedicht. Ze geloven niet in autonome poëtica. Ze schrijven veel essays over dit soort zaken en later ook over communisme (tegen) en fascisme (tegen) en ook over democratie (geen fan, wel voorwaarde voor vrijheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Nieuwe zakelijkheid

A

stroming waarbij functionalisme centraal staat -> de functie is het belangrijkst. In de literatuur: tegen de vormexperimenten van voorgangers. De auteur is koel, zakelijk en nuchter. Geen emotionele betrokkenheid. Vorm is zakelijk, zodat de boodschap goed overkomt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functionalisme

A

strakke, rechte, functionele vormen en geen tierelantijntjes meer. In de literatuur: heldere objectieve weergave van feiten uit de moderne samenleving met veel aandacht voor moderne aspecten als industrie, techniek en snelheid. Geen mooischrijverij, maar functionaliteit als reportages zonder emotie of betrokkenheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Reportageroman

A

een verslagroman. Je hebt het gevoel dat je een opstel leest, een opsomming van feiten. Journalistieke eigenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Nescio

A

Dichtertje, De uitvreter, Titaantjes (1918)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ferdinand Bordewijk

A

Blokken, Knorrende beesten, Bint (1934)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Willem Elsschot

A

Kaas (1937)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Carry van Bruggen

A

modernistisch proza, Eva (1928)

17
Q

Martinus Nijhoff

A

modernistische poëet, De wandelaar (1916) en uit Nieuwe gedichten (1934):
Het lied der dwaze bijen

18
Q

Edward du Perron en Menno ter Braak

A

Oprichters en redacteuren van tijdschrift Forum