MVE - Elektrische Verschijnselen Flashcards
verder vanaf blz 20
Kenmerken membraanpotentiaal
- Een lading van tussen de -40 mV en -95 mV
- Aanwezig in (bijna) alle levende cellen
- Belangrijk voor de communicatie tussen: neuronen, spiercellen
Wat heeft een cel nodig voor een membraanpotentiaal
- Gecontroleerde activiteit van netwerken
- Communicatie tussen cellen via actiepotentiaal
- Transport van stoffen
- Energieomzetting
Deze eigenschappen zijn afhankelijk van de ionregulatie tussen de binnenkant van de cel en de omgeving
Ziektes waarbij de ionkanaalfunctie verstoord is
Taaislijmziekte, hypertensie, myotonie, multiple sclerose, doofheid, migraine, incontinentie, epilepie en kanker
Verschillen van ionconcentraties binnen en buiten de cel
Intracellulair: weinig natrium, weinig chloor, veel kalium
Extracellulair: veel natrium, veel chloor, weinig kalium
Wat veroorzaakt het verschil tussen de intra- en extracellulaire concentratie van elk ion
Dit veroorzaakt een gradiënt. De gradiënten van elk van deze ionen bepaalt samen de membraanpotentiaal
Via welke kanalen kunnen ionen van een hoge naar een lage concentratie
Dit kan via speciale kanalen (K+, Na+, Ca2+ en Cl-). Hier is geen energie voor nodig
Selectief permeabel
Dit is de celmembraan. Hij is impermeabel voor geladen deeltjes, maar door eiwitten (ionkanalen en bolvormige eiwitten), kunnen ze er wel doorheen
Verschillende kanalen die de verschillende ionen gebruiken
- Uniport: calcium gaat via dit door de membraan heen
- Symport: Natrium en glucose
- Antiport: Natrium en Kalium (Natrium-kaliumpomp, gebruikt ATP)
Evenwichtspotentiaal
Als de balans binnen en buiten de cel verstoord is en er dus geen evenwicht is, dan krijgt men voor dit bepaalde ion een evenwichtspotentiaal
Evenwichtspotentiaal voor Natrium, Chloor en Kalium
- Natrium: positief (+50)
- Chloor: negatief (-90)
- Kalium: negatief (-100)
Regel 1 voor de tot standkoming van de membraanpotentiaal
Hoe groter het concentratieverschil (gradiënt) van een bepaald ion, hoe extremer de evenwichtspotentiaal (E) van dat ion
Na+/K+ ATPase transporter
Dit is een antiport en zorgt voor de opbouw en het in stand houden van de natrium en kalium gradiënt. Deze pomp is het meest verantwoordelijk voor de membraanpotentiaal. Er worden drie natrium naar buiten gepompt en twee kalium naar binnen. Er wordt hierbij veel energie gebruikt
Permeabiliteit
Wordt bepaald voor een bepaald ion door het aantal (geopende) ion-kanalen van dat ion in de membraan.
In rust is er een grote permeabiliteit voor kalium en een lage voor natrium. Deze permeabiliteit bepaald de invloed van elk ion op de membraanpotentiaal, waardoor natrium in rust dus heel wienig invloed heeft en de Vm maar iets van de negatieve evenwichtspotentialen afwijkt.
Regel 2 voor de tot standkoming van de membraanpotentiaal
Hoe groter de permeabiliteit is voor een bepaald type ion, hoe groter de invloed van dit membraanpotentiaal (Vm) is
Waarom is men zo gevoelig voor veranderingen in de veranderingen in de kaliumconcentratie
Kalium is belangrijk bij de bepaling van de membraanpotentiaal in rust. Als het extracellulaire kalium iets verhoogd raakt, is er depolarisatie van de celmembraan. (membraanpotentiaal gaat omhoog richting het evenwicht, wordt positiever)
Dynamische regulatie van ionpermeabiliteit door (bio)chemische signalen
- Bij een rustpotentiaal hebben veel kalium- en chloridekanalen een grote kans om open te staan (lekkanalen)
- De kans dat verschillende typen ionkanalen openen kan door middel van externe stimuli verhoogd of verlaagd worden
- Er zijn verschillende kanalen (Vm gecontroleerde kanalen, neurotransmiitter-gecontroleerde kanalen)
Vm (voltage) gecontroleerde kanalen
Belangrijk voor actieve processen (actiepotentiaal, synaptische potentialen) en voltageafhankelijke natriumkanaal
Neurotransmitter-gecontroleerde kanalen
Belangrijk voor signaaloverdracht tussen cellen
Elektrisch gereguleerde opening en sluiting van kanalen
Door veranderde membraanpotentiaal