Mots NL-F 1 Flashcards
(aan een ziekte) bezwijken
succomber à (la suite d’une maladie)
(aan)knopen
nouer
(af)wisselen
alterner
(anticonceptie)pil
pilule f
(bedrijfs)tak
branche f
(beeld)houwen, bewerken
sculpter
(beeld)scherm | witte doek
écran m
(beurs)notering
cotation f
(boog)schieten
tir (à l’arc) m (tirer/faire du)
(bord(je), aanplakbord, -biljet
écriteau m
(buiten)wijk, voorstad
faubourg m
(dans)pas
pas (de danse) m
(dokters)recept (2)
ordonnance, prescription f
(dossier)map
répertoire m
(eieren) leggen, produceren, in elkaar zetten
pondre
(erg) graag
(très) volontiers
(gelui van) doodsklok
glas m
(genees)middel (tegen)
remède (contre) m
(granaat)scherf
éclat m (d’obus)
(h)erkennen
reconnaître
(handels )vennootschap
société f
(heldere) bouillon
consommé m
(hoest)siroop
sirop (contre la toux) m
(houten) hamer
maillet m
(iemand) verdriet doen
faire du mal (à qqn)
(in een vorm) gieten, afgieten
mouler
(in slechte toestand) verkeren; bederven,
croupir
(inwonend) coassistent-schap, internaat
internat m
(inwonende) coassistent(e)
interne m/f
(kerk)portaal
porche m
(kern)onderzeeër
sous-marin atomique m
(koude) voorgerecht
hors-d’oeuvre m
(kunst)mest
engrais (chimique) m
(land)arbeider
ouvrier (agricole) m
(lange) stok
perche f
(markt)toegang
accès (au marché) m
(ongunstig) beïnvloeden
affecter
(ont)dooien, doen smelten
dégeler
(op)wekken
susciter
(schuld)vordering; bewijs van vordering
créance f
(smalle) doorkijk, uitzicht
échappée f
(soort) cum laude
avec mention
(stand) beeld
statue f
(trek)tocht (wandelen, fietsen, auto)
randonnée f
(troon)opvolger
héritier m
(uit) rekken / langgerekt
étirer / étiré
(uit)rafelen
effilocher
(uit)wissen, uitgommen
effacer
(uitgestrekt) liggen
gésir
(van kleur) veranderen | ronddraaien | overmaken
virer
(verzamelde) werken (kunst)werk
œuvre m œuvre f
(video)game, computerspel
jeu vidéo m
(vliegtuig)cascobouwer
avionneur m
(vlug) zenden, afvaardigen
dépêcher
(wijn)kelder
cave f
(wijn)vat
cuve f
(zang)koor (2)
chœur f | chorale f
(zich laten) inschrijven, noteren
s’inscrire
(zich) organiseren het goed aanpakken plannen
s’organiser
(zware) geschut
artillerie (lourde) f
@ apenstaartje
arobase f
aan de andere kant
d’autre part
aan het licht brengen (4)
dénoncer | faire connaitre | signaler | révéler
aan het licht brengen, zichtbaar maken
mettre en évidence
aan het wankelen brengen, aantasten
ébranler
aan/van alle kanten, overal
de toute(s) part(s)
aanbidden, dol zijn op
adorer
aanbidder
adorateur m
aanbidding
adoration f
aanbieden
présenter
aanbod
offre f
aandeel (2)
action f | proportion f
aandeelhouder
actionnaire m
aandelen op markt brengen
introduire des actions
aandelen overdragen
transférer des actions
aandelen uitgeven
émettre des actions
aandrijving
traction f
aandrijving, drijfkracht
propulsion f
aandringen op, pleiten voor
préconiser
aangaan
contracter
aangeven, aanbrengen verklikken (3)
dénoncer | trahir | accuser
aangezien, daar
puisque
aanhanger
adepte m
aanhouden, arresteren
arrêter
aanklacht, opzegging, verbreking
dénonciation f
aankomend | in spe
en herbe
aankondigen, doen vermoeden
préfigurer
aankoop, aanwinst
acquisition f
aanleg, talent, gave
don m
aanloop
élan m (prendre son ~)
aanmoedigen, voorstaan
promu (promouvoir)
aanpassing, correctie
ajustement m
aanscherpen, slijpen
aiguiser
aanschieten
enfiler
aansluiten, inpluggen
enficher
aansluiting
branchement m
aantasten | ernstig beledigen
outrager
aantekenen, noteren; merken
marquer
aantekeningen maken
prendre des notes
aantrekken
revêtir
aantrekken verleiden
séduire
aantrekkingskracht
attirance f
aanvang van de voorstelling
lever du rideau m
aanvullende verzekering
assurance complémentaire f
aanwezigheid
présence f
aanwijzen, aangeven, wijzen op, aantonen
indiquer
aanzetten tot
inciter à
aanzetten tot teweegbrengen
provoquer
aanzienlijk
considérablement
aardbeving
tremblement de terre m
aarde, land
terre f
aardgas
gaz naturel m
aardgaswinning
extraction de gaz naturel f
aarts- zeer (bekend)
archi-( connu)
aarzelen, terugdeinzen | stapje terug doen
revenir en arrière
abdij-
abbatial
abnormaal, absurd
aberrant
aborteren
avorter
abortus (spontane abortus)
avortement m
absolute meerderheid
majorité absolue f
absolutisme
absolutisme m
absurd, belachelijk, ongelofelijk
dingue
academisch ziekenhuis
Centre hospitalier universitaire
achterbak
malle f
achterlopen (van klok)
retarder
achterstand oplopen
prendre du retard
achteruitgaan
régresser
achteruitkijkspiegel
rétroviseur m
achteruitrijlicht
phare de recul m
acrobaat
saltimbanque m
actievoerende partij | schildwacht
faction f
adem
haleine f
adem kracht, bezieling
souffle m
ademhaling
respiration f
administratie, secretariaat
secrétariat m
adverteerder
annonceur m
advertorial
publireportage m
adware
publiciel m
aerobics
aérobic m (faire de l’aérobic)
afbrokkelen
s’effriter
afdruipen
sortir à genoux
afdruk, (uit)stamping
estampage m
afdrukken
imprimer
afgevaardigde, kamerlid
député m
afgezaagde liedje | hit
rengaine f
afgodisch, verzot, idolaat
idolâtre
afgrijselijk onuitstaanbaar
odieux
afgunst, jaloezie
envie f (= la jalousie)
afhankelijkheid
dépendance f
afkeer
aversion f ( contre/pour … )
afkeer, afschuw
répulsion f
afkerig zijn van
rechigner à
afkeuren, verwerpen
réprouver
afkomstig zijn van
émaner de
afkondigen, (met bevel) besluiten
décréter
afkorting, letterwoord
sigle m
afleiden
détourner (de) (l’attention)
aflossing, opvolgers
relève f
afmaken
déquiller
afnemen, beroven van
dépouiller de
afnemend, ondergaand
déclinant
afreizen
parcourir
afschaffen | kwijtschelden
abolir
afschrikkings-
dissuasif
afschuw, afgrijzen
abomination f
afslanking
dégraissage m
afstand doen (van de troon)
abdiquer (le trône) (en faveur)
afstand nemen zichzelf de ruimte geven
prendre du champ
aftakelen, achteruit gaan
péricliter
afval (2)
détritus m | les déchets m
afval, vuil
ordure f
afvalbak
poubelle f
afvallige, de verrader
renégat m
afvalscheiding
tri sélectif m
afvloeiing, ontslag
débauchage m
afwenden (van) | afhouden van
détourner (de)
afwijking
dérogation f
afwijzen, afstand doen van
répudier
afzet
écoulement m
afzetgebied, ~mogelijkheid
débouché m
afzondering, pensioen
retraite f
agglomeratie
agglomération f
aids
SIDA m
akelige lucht; vleugje, spoor
relent m
alg, wier
algue f
algemeen bekend zijn dat
être de notoriété publique
algemeen kiesrecht
suffrage universel m
alle uithoeken van de wereld
les quatre coins du monde
alleen doen waar men zin in heeft
n’en faire qu’à sa tête
alleen maar eigen zin doen
n’en faire qu’à sa volonté
allerhande, allerlei
toute(s) sorte(s)
alles op alles zetten
risquer le tout pour le tout
allopaat
allopathe m/f
almachtig
omnipotent
als student laten inschrijven
s’inscrire à la Faculté
als troost
pour te/vous consoler
als u het ermee eens bent
si vous voulez bien
altaar
autel m
alternatief
alternative f
alternatieve geneeswijzen
les médecines douces / complémentaires
altijd
de/en tout temps
altijd (al)
en tout temps/en tous ~
ambiëren, begeren
convoiter
ambtenarenapparaat
Administration
amorf, vormloos
amorphe
ampul
ampoule f
anciënniteit
ancienneté f
anderen, een ander
autrui
anderzijds, aan de andere kant
en revanche | par contre | au contraire
angst
trouille f
angstwerende middelen
les anxiolytiques
anticonceptie
contraception f
antidepressivum
antidépresseur m
antipathie, afkeer
antipathie f
Antivirussoftware
logiciel antivirus m
aperitief
apéritif m
apneu
apnée f
applicatie, app
application, appli f
argwaan, wantrouwen
défiance f
armen helpen
venir en aide aux pauvres
arrestant, gedetineerde
détenu m
articuleren, uitspreken
articuler
assimilatie; integratie
assimilation f
atelier | groep (leerling) kunstenaars
atelier m
atletiek
athlétisme m (faire de)
auto
bagnole f
autobeurs/-tentoonstelling
salon de l’automobile m
auto-industrie
industrie automobile f
automatische overmaking
virement automatique m
automatisering
automatisation f
autosport
automobile (sport m / course f) (faire de)
avondklok
couvre-feu m
avondmaal
dîner m
baai
biodiversité f
babbelen, kwetteren
babiller
baby
bébé m
baby, kindje
poupon m
backup, backupbestand
sauvegarde f, fichier de sauvegarde m
badminton
badminton m (faire du/jouer au)
bagage
les bagages
baksteen
brique f
bal
bal m
balans opmaken
établir / faire la balance
balans opmaken van
faire le bilan de
balans, overzicht, eindresultaat
bilan m
ballerina, balletschoen
ballerine f
ballet
ballet m
balletdanser(es)
danseur m
balletrokje
tutu m
balletschoentje
chausson (de danse) m
band
lien m
bang zijn voor
avoir peur de
bank
banque f
bankier
banquier m
bankpasje
carte bancaire f
bankwerker
ajusteur m
bankwezen
système bancaire m
baron
baron m
bas, contrabas
basse f, contrebasse f
baseball
base-ball m (faire du/jouer au)
basketbal
basket-ball m (faire du/jouer au)
bataljon
bataillon m
bebouwen, kweken, verbouwen
cultiver
bedekt zijn met
se hérisser de
bederfelijk, afbreekbaar
putrescible
bedrag op de rekening bijschrijven
créditer le compte d’une somme
bedrag van de rekening afschrijven
débiter le compte d’une somme
bedreigen bespieden
guetter
bedrieger
imposteur m
bedrijfsstop
cessation d’activité f
beeldhouwer
sculpteur m
beeldhouwkunst
statuaire f (= la sculpture)
beeldhouwkunst, -werk
sculpture f
beeldje, poppetje
figurine f
beenkap (ook: beenwarmer)
molletière f
beginnen (te/met)
se mettre à
begraven, bedelven, verbergen
ensevelir
begraven, verbergen
enfouir
begroeide muur
mur végétal m
begroting
budget m
begrotingsdebat
discussion budgétaire f
begrotingsevenwicht
équilibre budgétaire m
beheerder
gestionnaire m
beheerder, bestuurder
régisseur m
beheersen
maîtriser
beheersing
maîtrise f
beheren, managen
gérer
behuizing, kast
boîtier m
beitel
ciseau m
beitelen
ciseler
bejaarden, ouden van dagen
personnes âgées
bejaardentehuis
maison de retraite f
bek, gapende gat
gueule f
bekeerling, nieuwe aanhanger
prosélyte m
bekennen, toegeven (3)
avouer | reconnaître | approuver
bekkens
les cymbales
beklimming, bestijging | succesvolle carrière
ascension f
beknopt, overzichtelijk
synoptique
bekoring, aantrekkelijkheid
charme m
belangstelling het belang
intérêt m
belasting
impôt m
belastingopbrengsten
les recettes fiscales
belastingstelsel
système fiscal m
belegering
siège (faire le siège de)
beleggen, investeren (in)
investir (dans)
belegger
investisseur m
belemmeren, verbieden
inhiber
belichamen, gestalte geven
Incarner
bemanning
équipage m
bemesting
fertilisation f
bemoedigend
encourageant
benedenzaal
parterre m
benijden
envier
benzeen
benzol m
benzine
essence f
beogen, streven (naar), mikken, richten op
viser (à)
bereik
portée f
bereiken
rallier
berg
montagne f
bergbeklimmen
alpinisme m (faire de)
bergbeklimmen, beklimmen
escalade f (faire de l’)
bergkam
crête f
beroemdheid, bekendheid
notoriété
beroepsbevolking
population active f
beroepsuitoefening
exercice m
beroofd worden
se faire dévaliser
bes
baie f
beschadigd, bedorven
abîmé
beschaving
civilisation f
bescherming
préservation f
beschouwend
contemplatif
beslissen
arbitrer
besloten jacht; het eigen terrein
chasse gardée f
besmetten
contaminer
besparen, vermijden
éviter
besparingen, bezuinigingen
les économies f
bespotten, belachelijk maken
bafouer
bestand
fichier m
bestand herstellen
récupérer un fichier
bestand herstellen / terugzetten
restaurer une archive
besteding
emploi m (l’emploi du temps)
bestijgen, beklimmen
gravir
bestrijdingsmiddel
pesticide m
besturingssysteem
système d’exploitation m
bestuur | het toedienen | beheer
administration f
betaling
paiement m
betalingsbalans
balance des paiements f
betalingsopdracht
ordre de paiement m
betalingsverkeer
système de paiement m
betoverend
envoûtant
betovering
enchantement m
betreffen, aangaan
concerner
beurs
bourse f
beurshandelingen
des opérations boursières
beurskrach
krach m
beursspeculatie
coup en bourse m
bevallen
accoucher (de)
bevallen
enfanter
bevalling, verlossing
délivrance, accouchement f
bevel voeren, bestellen
commander
bever
castor m
bevestiging
affirmation f
bevlieging, opwelling, (overdreven) voorliefde
engouement m
bevoegd
qualifié
bevooroordeeld, partijdig
partisan
bevorderen, in rang verhogen
promouvoir (à)
bevrachten | afhuren
affréter
bevrijden van
délivrer de
bewapening
armement m
bewaren
garder
bewerken, vormgeven, modelleren
façonner
bewieroken, bejubelen
encenser
bewind, rijk, heerschappij
règne m (sous le règne de)
bezieling, vervoering, drang
élan m
bezit
bien m
bezoedelen, besmetten
souiller
bezoedelen, smet werpen op
entacher
bezoeken
visiter
bezwerend, tover
incantatoire
bieslook
ciboulette f
bij gebrek aan
faute de
bij gebrek aan anders
faute de quoi
bij hem is de wens de vader van de gedachte
Il prend ses désirs pour des réalités.
bij iedere gelegenheid, voortdurend
à tout propos
bij meerderheid van stemmen gekozen worden
être élu par scrutin majoritaire
bij werklozenloket langsgaan
passer par la case chômage
bijdragen aan
contribuer à
bijkantoor
agence f
bijna …
manquer de
bijna, zo goed als
quasiment
bijwerking, het neveneffect
effet secondaire m
bijziendheid; kortzichtigheid
myopie f
binnenstromen, instromen
déferler sur
bIoemencorso
corso fleuri m
bio-industrie
élevage industriel m
biologisch
biologique
biologisch afbreekbaar
biodégradable
biologische landbouw
agriculture biologique f
biomassa
biomasse f
bioscoop
cinéma m
blaasinstrumenten
les instruments à vent
blad
feuille f
blij / tevreden zijn [met/over]
être content [de]
blij zijn met een succes
être heureux d’un succès
bloedige strijdperk |bezetenheid
frénésie f
blog
blog m
blok
bloc m
blokkeren
bloquer
blokkeren, tot staan brengen, afremmen
enrayer
blootgesteld (aan), gevoelig (voor)
sujet (à)
blootstelling tentoonstelling
exposition f
blussen
déglacer
blut, platzak
fauché
bodem
sol m
boeg
proue f
boeiend
captivant
boek pond
livre m livre f
boekdrukkunst, drukkerij
imprimerie f
boekhouder
comptable
boekhouder
comptable m
boekhouding
comptabilité f
boer
paysan m
boerderij
ferme f
boeren
fermier
boetedoening
expiation f
boetelingenkap, bivakmuts
cagoule f
boetseerklei
pâte à modeler f
boetseren
modeler
boksen
boxe f (boxer/faire de la ~)
bombardement
bombardement m
boogschutter
archer m
boogschutter
sagittaire m
boom
arbre m
boompieper
pipit des arbres m
boorgat, de boring
forage m
boos weglopen
partir en claquant la porte
boos zijn (2)
être fâché/en colère contre
boos zijn op iemand
être fâché contre qqn.
boosaardigheid, hatelijkheid
méchanceté f
borduurraam
métier m
borduurster
brodeuse f
borrelhapje
amuse-gueule m
borstvlies
plèvre f
bos, bosje (radijsjes, …)
botte f
bos, woud
forêt f
boterhammetje, hapje uit vuistje
casse-croûte m
bouwen, opbouwen
bâtir (= construire)
bovendien
de plus (= en plus)
bovenmatig, buitensporig
excessif/ive
boycot
boycott m
braakland
friche f
braakliggend land
des terres en jachère
brabbelen | radbraken (taal)
baragouiner
braken, oprispen
éructer
brancard, draagbaar
civière f (= le brancard)
brand
incendie m
brandmerken; aan kaak stellen
stigmatiser
brandstofprijzen
les prix des carburants m
breedtegraad
latitude f
breken, ontnemen, stukmaken
briser
breuk
rupture f
bril
les lunettes
broederschap, de vereniging, het gilde
confrérie f
broeikaseffect
effet de serre m
broeikasgas
gaz à effet de serre m
brokaat
broché
bronchiën
les bronches
bronzen beeld gieten
couler une statue en bronze
bronzen beeld, voorwerp, borstbeeld
buste m
brug
pont m
brullen, schreeuwen
rugir
brutaliteit
insolence f
bruto binnenlands product
produit intérieur brut m
budgetteren, de budgettering
budgétiser, budgétisation f
buigen, breken
diffracter
buis
tuyau m
buiten zijn oevers treden
déborder
buitenechtelijk
extra-conjugal
buitengewoon, uitzonderlijk
prodigieux
buitengewoon, volmaakt
éminemment
buitenlandse handel
commerce extérieur m
buitenproportioneel
démesuré
buitenschools
périscolaire
bunker
casemate f
burger
civil m
burgerij
bourgeoisie f
bushokje
abribus m
busje, bestelwagen (2)
camionnette f, fourgonnette f
cabriolet
(voiture) décapotable f
camping
camping m
capsule
capsule f
capsule
gélule f
caravan
caravane f
carrosserie (bedrijf)
carrosserie f
CD/ DVD drive
lecteur CD / DVD m
cel (fotovoltaïsche )
cellule (photovoltaïque) f
cello
violoncelle m
charter
avion affrété m
charter-/lijnvlucht
vol charter/de ligne m
chat
tchat m