Moleculaire evolutie [1] Flashcards
Moleculaire epidemiologie
- Onderscheid/verwantschap tussen stammen/isolaten van micro-organismen van hetzelfde species.
- Welke moleculaire markers zijn hiervoor geschikt?
Moleculaire evolutie
- Onderzoeksgebieden:
o Evolutie van macromoleculen.
o Reconstructie van de geschiedenis van het leven (genen en organismen). - Pre-DNA tijdperk: fossielen, morfologie van het bouwplan van organismen.
- Nieuwe genetische technieken > revolutionaire ontwikkelingen.
gnetische variatie
de genetische variatie binnen een soort vormt het uitgangsmateriaal voor evolutie via natuurlijke selectie.
DNA (bouwsteen van het leven)
- De basis van evolutie (en dus diversiteit), ligt in het genoom van organismen.
- Veranderingen en mutaties zijn een voorwaarde voor evolutie.
Selectiedruk
natuurlijke selectie wordt gezien als het mechanisme waarbij populaties zich aanpassen aan nieuwe omstandigheden - ‘survival of the fittest’.
Endosymbiose theorie
model ter verklaring van het ontstaan van eukaryoten. Endosymbionten zijn de afstammelingen van vrij levende kleine bacteriën.
Fylogenetische stamboom
verloop van het evolutieproces in de tijd
Hiërarchische ladder = classificatie van organismen
- Domein.
- Rijk.
- Fylum.
- Klasse.
- Orde.
- Familie.
- Geslacht.
- Soort.
Evolutie en diversiteit
- ‘De levende natuur is het prodcuct van evolutie’ ~Dobzhansky
- Diversiteit van het leven > 20 miljoen soorten.
- Verklaring en beschrijvingen zoeken voor diversiteit.
Carolus Linnaeus – systema Naturae 1758
- Hiërarchisch classificatiesysteem:
o Soort en geslacht.
o Familie en orde.
o Klasse; rijk. - Op basis van onderling verwantschap.
- Systematiek, taxonomie.
Charles Darwin (1809-1882)
- Fundamentele biologische theorie verklaart de manier waarop alle huidige levensvormen ontstaan zijn.
- Evolutie door middel van natuurlijke selectie.
- Organismen die beter aangepast (fitter) zijn hebben een selectief voordeel.
- Fundamentele biologische theorie verklaart de manier waarop alle huidige levensvormen ontstaan zijn.
- Evolutie door middel van natuurlijke selectie.
- Organismen die beter aangepast (fitter) zijn hebben een selectief voordeel.
Evolutietheorie
evolutie is in de levende natuur ‘een proces, dat resulteert in veranderingen in de erfelijke kenmerken van een populatie tussen verschillende generaties’.
Natuurlijke selectie
- Organismen met een erfelijke eigenschap die voor een grotere overlevingskans zorgt zullen meer nakomelingen krijgen.
- De allelen die bij zo’n eigenschap horen zullen zich dan door de populatie verspreiden.
- Zo worden voordelige erfelijke eigenschappen door de natuur geselecteerd.
Evolutie patronen
- De evolutie binnen het dierenrijk is meer het gevolg van mutaties dan van nieuwe genen.
- Er zijn weinig soort specifieke genen.
Evolutie van het genoom
- De basis van evolutie, en dus van biodiversiteit, ligt in het DNA van organismen.
- Veranderingen in het genoom door:
o Mutaties, recombinatie, deleties.
o Verwerven van nieuwe genen door duplicatie.
o Verwerven van nieuwe genen van andere species.
o Reorganisatie van bestaande genen.