Module 9 Flashcards

1
Q

3 onderdelen van emotie

A

Transient
Event
Appraisal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Transient

A

Emoties zijn kort, ze gaan weer weg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Event

A

Emoties zijn afhankelijk van een event of trigger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Appraisal

A

Emoties zijn afhankelijk van jouw houding t.o.v. het event

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Universalism

A

Emoties zijn vergelijkbaar tussen culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Relativism

A

Emoties zijn verschillend tussen culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6 basisemoties van Ekman

A

Anger
Fear
Sadness
Disgust
Surprise
Joy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Extra basisemotie die later bij Ekman kwam

A

Content (oke dan gevoel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ekman

A

6 basisemoties
Het herkennen van menselijke emoties van foto’s. Ekman heeft veel onderzoek gedaan. Hij heeft ook onderzoek gedaan naar de niet literaire samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Invloed van cultuur op emotie

A
  1. Regulatie van basisemoties (vis vs birdnestsoep)
  2. Culturele calibratie van hoe we emoties ervaren
  3. Culturele constructie van emoties
  4. Culturen denken anders/ meer/ minder over emoties dan andere culturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe je je voelt en wat je laat zien in de VS vs Japan

A

VS: laten meer emotie zien dan ze voelen
Japan: Expressie is gelijk aan emotie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

3 benaderingen van emoties en cultuur

A
  1. Dimensionele benadering
  2. Emotie-woord benadering
  3. Componentiele benadering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Dimensionele benadering van emoties en cultuur

A

4 dimensies van Fonteine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fonteine

A

4 dimensies van Fontaine
Hoe groter de cirkel hoe meer verschil tussen culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

4 dimensies van Fonteine

A

Evaluatie
Potency
Activation
Unpredictability

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

2 Fontaine dimensies die voorkomen in elk model

A

Evaluatie
Activation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Emotie-woord benadering

A

Hebben ze er een woord voor? En kunnen ze het ervaren zonder er woorden voor te hebben? Raramuri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

componentiele benadering

A

In een emotionele episode zitten bv:
appraisal
action tendency
experience
expressive behaviour
physiologiscal response

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Emotie expressie aanpassen door normen

A
  • Deamplification (kleiner maken)
  • Amplification (groter maken)
  • Neutralization
  • Qualification
  • Masking
  • Stimulation
20
Q

Display rules kunnen we meten met

A

Display rule assesment inventory

21
Q

Kritiek op Ekman

A
  • Het was forced choice
  • De keuze van de antwoorden, voor positieve emoties was er maar 1 gezicht (blij) dus die ik makkelijk
  • Lage ecologische validiteit
  • Herkenning is lager in niet-westerse culturen
  • Lage standaard voor cut off point
22
Q

Front-end calibration

A

Gebeurtenissen triggeren een emotie, maar deze gebeurtenissen hebben een andere culture betekenis en kunnen in verschillende culturen verschillende emoties teweegbrengen

Wij eten geen cavia maar in China wel

23
Q

Decoding rules

A

Regels die we aanleren over hoe emoties geinterpreteerd moeten worden. Sommige culturen zijn emoties als minder of meer intens

24
Q

Ingroup advantage

A

Emoties van leden van de ingroep herken je beter dan van andere culturen

25
Q

Matsumoto

A

4 invloeden van cultuur

26
Q

4 invloeden van cultuur

A
  1. Een gebeurtenis kan in een verschillende cultuur een verschillende reactie opwekken
  2. We hebben andere regels aangeleerd over hoe we emoties interpreteren
  3. Er is onderscheid tussen sociaal aantrekkelijke en sociaal onvriendelijke emoties
  4. Culturele constructie van concepten, attitudes, waarden en ideeen over emoties
27
Q

Socially engaging emotions

A

Emoties zijn gebaseerd op sociale interdepentie en relaties met anderen

28
Q

socially disengaging emotions

A

Emoties zijn gebaseerd op indepentie en autonomie

29
Q

Hypercognitie

A

Grotere hoeveelheden en vormen van kennis, bewustzijn en gedachten hebben over iets dan normaal

30
Q

Hypocognitie

A

Weinig vormen van kennis, bewustzijn en gedachten hebben over iets dan normaal

31
Q

Deamplificatie

A

Emoties verzwakt uiten

32
Q

Amplificatie

A

Emoties versterkt tonen

33
Q

Neutralisatie

A

Emoties niet tonen

34
Q

Kwalificatie

A

Emotie ervaren en er een ander emotielabel aan hangen

35
Q

Maskeren

A

een andere emotie tonen

36
Q

Simuleren

A

Emotie tonen terwijl je er geen ervaart

37
Q

Matsumoto

A

Vroeg Japanners en amerikanen tot in welke maat ze emoties zouden tonen bij vreemden. Ze vertonen dezelfde emoties wanneer ze alleen zijn. Bij andere tonen amerikanen meer emoties dan japanners

38
Q

Osgood

A

Emoties hebben 3 dimensies
- Evalutatie (goed of slecht)
- Potentialiteit (heb ik er controle over)
- Activiteit (Is er veel activiteit)

39
Q

Russel

A

Emoties hebben 2 dimensies
- Evaluatie
- Activiteit

40
Q

Fontaine

A

Emoties hebben 4 dimensies
- Evaluatie
- Potentialiteit
- Activiteit
- Onvoorspelbaarheid

41
Q

Emotion word approach

A

Er wordt gekeken naar woorden die gebruikt worden voor emoties, en dan vooral naar woorden die in de ene cultuur wel voorkomen en in de andere niet. Kijkt ook naar de verschillen in betekenissen

42
Q

Componentiele benadering

A

Wat wordt gezien als onderdeel van een emotie. Welke spelen een rol?

43
Q

Westerse benadering van gezondheid

A

Biomedisch model
Biopsychologisch model

44
Q

Oosterse benadering van gezondheid

A

Holistisch model
Homeostase

45
Q
A