Module 1 Flashcards

1
Q

Wat is cultuur volgens het boek?

A

Culture is a unique meaning and information system, shared by a group and transmitted across generations, that allows the group to meet basic needs of survival, pursue happines and well-being, and derive meaning from life

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar kunnen we cultuur mee vergelijken?

A

Een bril, iets wat de manier hoe we naar de wereld kijken, evalueren en organiseren beinvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Doelen van cross-culturele psychologie

A
  1. Het overdragen en testen van hypotheses in andere culturele settingen
  2. Het onderzoeken van andere culturen om te kijken naar de culturele en psychologische verschillen
  3. Alle bevindingen samenvoegen tot een universele psychologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

WEIRD

A

Western
Educated
Industrialized
Rich
Democratic

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hofstede

A

4 dimensies van Hofstede (werd later 6)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 dimensies van Hofstede

A
  • Power distance
  • Individualisme of collectivisme
  • Masculinity of femininity
  • Uncertainty avoidance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6 dimensies van Hofstede (vanaf 2010)

A
  • Power distance
  • Individualisme of collectivisme
  • Masculinity of femininity
  • Uncertainty avoidance
  • Long term of short term orientation
  • Indulgence
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Eerste bekende studie van Hofstede

A

Onderzoek naar de culturele verschillen tussen werk gerelateerde waarden bij IBM tijdens de 1970s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Individualisme

A

Iedereen zorgt voor zichzelf, en de directe familie. Verder zijn alle rollen vrij los, je kunt ze makkelijk verlaten als je dat wil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Collectivisme

A

Mensen leven in sterk afhankelijke en hechte groepen, waar ze niet zomaar uit komen. Deze groep blijft bij je gedurende je leven, in ruil voor zware loyaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kritiek op Hofstede

A
  • Het is een schatting, niet de waarheid perse
  • Er is kritiek op de items op de vragenlijst. Er is lage face validiteit
  • Het legt maar een klein deel van de variantie uit, lage statistische validiteit
  • Matsumoto: Van de 18 studies met het model vonden er 17 weinig verschil qua individualisme en collectivisme tussen Japan en de VS
  • Long term orientation is nogal vaag uitgelegd.
  • Minkov, 2017: De data komt van IBM, is dat representatief
  • Minkov, 2017: Zijn de dimensies repliceerbaar
  • Minkov, 2017: Hebben de dimensies interne validiteit
  • Minkov, 2017: kunnen we hofstede gebruiken voor voorspellingen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Minkovs bevindingen in 2017

A
  • Powerdistance lijkt een deel van individualistisch/ collectivistisch
    Uncertainty avoidance is niet betrouwbaar gemeten
    Masculinity en femininity voorspelt hets criteria niet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Triandis

A

Cultural syndromes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

4 cultural syndromes

A
  • Verticaal collectivisme
  • Horizontaal collectivisme
  • Verticaal individualisme
  • Horizontaal individualisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verticaal collectivisme

A

Het jezelf zien van een deel van een collectief, en het accepteren van ongelijkheden binnen dit collectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Horizontaal collectivisme

A

Het zien van jezelf als een deel van het collectief, en iedereen hierbinnen is gelijk. Gelijkheid en gelijkwaardigheid is hier extra benadrukt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Verticaal individualisme

A

Je bent een eigen autonoom persoon en het is oke dat er ongelijkheden zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Horizontaal individualisme

A

Je bent een autonoom persoon, maar er moet wel gelijkheid zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Marcus en Kitayama

A

Gaat over afhankelijkheid en onafhankelijkheid.
Je zelf als mediator van culturele verschillen, hoe het zelf opgebouwd is verschilt tussen culturen
Ligt de focus op het verschillen van anderen (westerse culturen) of op het gelijk zijn met anderen (oosterse culturen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Kritiek op Marcus en Kityama

A
  • Er is weinig emperisch bewijs
  • Er is wel onderzocht hoe elke cultuur zich gedraagt, maar niet waardoor
  • Hiermee worden culturen gekarakteriseerd, maar meer individuele data is nodig voor een causaliteit
  • De concepten zijn dualistisch gepresenteerd, maar het zou dimensioneel moeten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Op welke manieren kunnen we culturen vergelijken volgens Henrich et al?

A

Modern geindustraliseerd vs kleinschalig
Westers vs niet-westers
Amerika vs andere westerse
Universitaire vs niet-universitaire Amerikanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

VB van verschil bij modern geindustraliseerd vs kleinschalig

A

Bv de muller-leyer illusie (die met die gekke pijltjes)
Wij leven in een hele hoekige wereld, maar mensen die in een bos leven bijvoorbeeld niet. Waar wij wel in de illusie trappen doen mensen uit een stam uit bv San dan niet. Dit heet de carpented world hypothesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Carpented world hypothesis

A

Wij leven in een hele hoekige wereld, maar mensen die in een bos leven bijvoorbeeld niet. Waar wij wel in de illusie trappen doen mensen uit een stam uit bv San dan niet.

24
Q

VB van verschil bij Westers en niet-westers

A

Ash test (die met die ongelijke streepjes). Mensen in een individualistische omgeving kiezen eerder voor wat ze zelf denken

25
Q

Onderzoek van Heine en Lehman

A

Rank 10 cd’s in de volgorde van leukheid. De mensen mogen dan 1 van de middelste 2 meenemen. Hierna gaan ze hun keuze goedpraten, terwijl er werkelijk amper verschil in zit.

26
Q

Op welke 4 manieren kun je naar cultuur kijken?

A
  • Onafhankelijke variabele
  • Confounding variabele (noise)
  • Een echt psychologisch fenomeen
  • Placeholder
27
Q

Poortinga

A

Hiërarchie van interpretaties

28
Q

Hiërarchie van interpretaties

A
  1. Culturele normen en waarden
  2. Historische / politieke context
  3. Culturele conventies
  4. Buiten of binnen de groep
  5. Situatie
  6. Gedrag

Hoe verder naar beneden hoe beter

29
Q

Yamagishi

A

Pen paradigm 2.0

30
Q

Pen paradigm

A

Er zijn 5 pennen waarvan 1 met een andere kleur. Welke kleur kiezen de mensen?

Japanners kiezen als eerst het vaakst de normale pen. Als ze als laatste zijn kiezen zowel Amerikanen als Japanners de aparte pen

31
Q

Expliciete elementen

A

Openlijke en waarneembare handelingen die regelmatig in een cultuur voorkomen

32
Q

Impliciete elementen

A

Organiserende kenmerken, noren, waarden, overtuigingen, gedragingen

33
Q

Cultuurpsychologie kijk

A

Cultuur zit in het individu

34
Q

Multiculturele psychologie kijk

A

Cultuur staat buiten het individu

35
Q

Hoe zijn de studies verdeeld

A

95% van de studies wordt uitgevoerd bij 12% van de bevolking

36
Q

Henrich

A

Onderzocht het vermogen om universele psychologische fenomenen te onderscheiden op basis van WEIRD steekproeven

37
Q

Modern geindustrialiseerde v kleinschalige samenlevingen

A

Muller lyer illusie
Carpented world hypothesis
Dictator game

38
Q

Westers v iet westers

A

Conformatietest van Ash
Analystisch v holistisch benaderen

39
Q

Heine en Lehman

A

Vroegen Japanse en Canadese PPN CD’s te ranken van leuk tot minst leuk. Ze mochten een van de middelste 2 CD’s houden. Canadezen evalueerden hun CD’s positiever dan de Japaners. Dit is een voorbeeld van cognitieve dissonantie

40
Q

4 manieren hoe je cultuur kunt zien

A

Als onafhankelijke variabele
Als confound
Als psychologisch fenomeen
Als etiket/ placeholder

41
Q

Poortinga en de tsunami

A

Het komt niet door de cultuur dat Japan rustig reageert, het komt door hun goede voorbereiding

42
Q
A
43
Q

Ecological fallacy

A

Iets van een verkeerd (bv nationaal) gebruiken om iets op een ander niveau (individueel) te verspellen

Amerikanen zijn extreem dus deze ene amerikaan die ik voor me heb zal dat ook wel zijn

44
Q

Onafhankelijke zelfconstructie

A

Het zelf is onafhankelijk van anderen (met name Westen)

45
Q

Onderlinge afhankelijkheid van het zelf

A

Het zelf is in contact en verbonden met anderen (met name Oosten)

46
Q

Connor en het zelf

A

Mensen hebben zowel dingen die bij afhankelijk als onafhankelijk horen. We zijn dus eerder een mengeling van verschillende culturen

47
Q

Gelfand

A

Strakke en losse culturen

48
Q

Strakke cultuur

A

Cultuur met sterke normen en een lage tolerantie voor afwijkend gedrag

49
Q

Losse cultuur

A

Cultuur met zwakke normen en een hore tolerantie voor afwijkend gedrag

50
Q

Kim en Markus

A

Pen paradigma, is een uiting van zelfbeheersing

51
Q

Onafhankelijke zelfbeheersing

A

Houd zich bezig met haar uniekheid, pakt de pen met een afwijkende kleur

52
Q

Afhankelijke zelfbeheersing

A

Houd zich bezig met de belangen van anderen, pakt de neutrale kleur pen

53
Q

Kritiek op pen paradigma

A

Het is te zwart wit, we nemen de context niet mee

54
Q

Yamagishi

A

Uitbreiding op pen paradigma

55
Q
A