Module 12 Flashcards
Group entitivity
Je ziet een groep als 1 en niet als losse individuen
Stereotype
Niet altijd correcte aanname over een groep
Sociotype
Correcte aanname over een groep
Autostereotype
Stereotype over de eigen groep
Heterostereotype
Stereotype over een andere groep
Stereotypen kun je opdelen in..
Hun score op warmte en hun score op competentie. Dit kun je zien als een soort grafiek.
Discriminatie
Oneerlijke behandeling van anderen gebaseerd op hun group membership
Institutional discrimination
Discriminatie op een hoger level, door een grote groep, organisatie of institutie. Bv de toeslagenaffaire
Systemic inequality
Het systeem is zo gebouwd dat een van de groepen er voordeel aan heeft en de ander niet
Voorbeelden van systemic inequality
Apartheid
Voter registration, kan soms alleen met een rijbewijs, en soms alleen tijdens werkuren
Het schoolbudget is in de VS afhankelijk van de gemeente. Armere gemeentes krijgen dus ook armere scholen, met vaak meer leerlingen per klas en dus slechter onderwijs
De kansen op de arbeidsmarkt verschillen
Allport
Contacthypothese
Contacthypothese
Mensen met veel goed contact hebben minder vooroordelen naar elkaar
Wat houd goed contact in bij de contacthypothese
Gelijke states
gezamelijk doel
Intergroep coorperatie
Support van de authoriteit
Persoonlijke interactie
Wat zijn manieren om vooroordelen te proberen te verminderen op een individueel level
- Educatie over de andere groep, vooroordelen ontkrachten
- Het perspectief nemen
- Awareness en het checking van beliefs
Wat zijn manieren om vooroordelen de verminderen op een groepsgericht level
Door intergroup contact
Door het te hebben over social categorization en identiteit