Module 12 Flashcards

1
Q

Group entitivity

A

Je ziet een groep als 1 en niet als losse individuen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Stereotype

A

Niet altijd correcte aanname over een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Sociotype

A

Correcte aanname over een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Autostereotype

A

Stereotype over de eigen groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Heterostereotype

A

Stereotype over een andere groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Stereotypen kun je opdelen in..

A

Hun score op warmte en hun score op competentie. Dit kun je zien als een soort grafiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Discriminatie

A

Oneerlijke behandeling van anderen gebaseerd op hun group membership

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Institutional discrimination

A

Discriminatie op een hoger level, door een grote groep, organisatie of institutie. Bv de toeslagenaffaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Systemic inequality

A

Het systeem is zo gebouwd dat een van de groepen er voordeel aan heeft en de ander niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Voorbeelden van systemic inequality

A

Apartheid
Voter registration, kan soms alleen met een rijbewijs, en soms alleen tijdens werkuren
Het schoolbudget is in de VS afhankelijk van de gemeente. Armere gemeentes krijgen dus ook armere scholen, met vaak meer leerlingen per klas en dus slechter onderwijs
De kansen op de arbeidsmarkt verschillen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Allport

A

Contacthypothese

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Contacthypothese

A

Mensen met veel goed contact hebben minder vooroordelen naar elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat houd goed contact in bij de contacthypothese

A

Gelijke states
gezamelijk doel
Intergroep coorperatie
Support van de authoriteit
Persoonlijke interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn manieren om vooroordelen te proberen te verminderen op een individueel level

A
  • Educatie over de andere groep, vooroordelen ontkrachten
  • Het perspectief nemen
  • Awareness en het checking van beliefs
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn manieren om vooroordelen de verminderen op een groepsgericht level

A

Door intergroup contact
Door het te hebben over social categorization en identiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je 2 groepen zien?

A

-Intergroup interdependance
-Group differentiation
-Environmental context
-precontact experience

17
Q

Intergroup interdependance

A

Wij, we zijn samen 1 groep

Bv gezin met Jeroen en Niels

18
Q

Group differentiation

A

Ons en zij zijn wij

Leage liters + meiden = AZC

19
Q

Environmental context

A

Wij en zij
Echt 2 verschillende groepen

20
Q

Precontact experience

A

2 individuen

Jij en ik

21
Q

Voorbeelden van bias en differential treatment

A

Er zijn alleen blanke poppen

Minderheid klinkende mannennamen worden minder snel uitgekozen door huurbazen

22
Q

Hypersensitivity hypothesis

A

Minderheden zijn alerter op microagressies

Deze is fout

23
Q

Problemen met systemic inequality science

A

Er is te weinig onderzoek naar
Al het onderzoek wordt gedaan door blanken

24
Q

3 type microagressie

A

-Microsassult
-Microinsult
-Microinvalidation

25
Q

Micro invalidation

A

Het ontkennen van discriminatie

26
Q

Shooter bias

A

African americans worden vaker neergeschoten dan andere races

27
Q

Accomodation bias

A

Je laat de gedachte gang die je nu hebt beinvloeden hoe je nieuwe info interpreteert

28
Q

De meeste studies over prejudice kijken naar…

A
  • Self report
  • Race en ethnicity
  • College
  • Extended imaginary contact
  • Cognitieve en emotionele regulatie
  • Sociale categorisatie
29
Q
A