Module 3A: Van een behavioristische visie op leren naar het ontwerpen van instructie Flashcards

1
Q

Drie benodigdheden voor instructies

A
  1. Een situatie waarin het gedrag zich kan/zal voordoen
  2. Het gedrag zelf
  3. Het plannen van consequenties bij het gedrag (bekrachtigers/reinforcers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Procedure voor het ontwikkelen van instructie volgens Skinner (6 stappen)

A
  1. Eindgedrag omschrijven
  2. Startgedrag beschrijven en/of observeren
  3. Werk opeenvolgende rij van deelgedrag uit
  4. Leid lerende door sequens gedragingen
  5. Geef snel feedback
  6. Controleer (evalueer) of leerdoel bereikt is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Taxonomieën

A

Ordeningssystemen waarmee instructieverantwoordelijken beter de leerdoelen kunnen structureren en die daarbij voldoende aandacht hadden voor verschillende dimensies die aan bod moesten komen volgens behavioristen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Drie dimensies van taxonomieën

A
  1. Gedragsdimensies: moeten als opeenvolgende gedragingen in leerproces worden opgebouwd
  2. Inhoudsdimensies: geven hiërarchische ordening van leerstof weer
  3. Transferniveaus: leerdoelen eerst vakspecifiek verwerven, dan ruimer toepasbaar maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geprogrammeerde Instructie (GI)

A

Instructiesysteem dat leermaterialen en de media centraal stelt in de instructiesetting, zodanig uitgewerkt dat een lerende volledig zelfstandig kan studeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Examenmachine (Pressey)

A

Tachistoscoop waarbij na elkaar op een scherm vragen verschijnen, na het indrukken van een antwoordknop verschijnt de volgende vraag en wordt bijgehouden hoeveel vragen juist/fout beantwoord zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Algemene principes examenmachine Skinner

A

Kleine stappen, juiste antwoorden, onmiddelijke controle en terugkoppeling, geleidelijke vooruitgang, meetbaarheid, open antwoordvorm, eigen tempo, aanpassing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Crowder

A

Kritiek: beter inspelen op leerroute van individueel lerende (vertakte geprogrammeerde instructie)
Leerling moet zelf antwoorden samenstellen (behalve bij testsituatie omdat hij dan het juiste antwoord al geleerd heeft)
(↔ Skinner)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Computer Assisted Instruction (CAI)

A

Complexe vertakte programma’s
Meer inhouden met meer variatie
Sluiten beter aan bij individuele mogelijkheden en verwachtingen van lerende
→ Positieve impact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Types feedback geordend van sterk naar matig

A

Het geven van cues
Informatie geven over prestatie
Bekrachtigen
Video of audiofeedback
Computergestuurde feedback
Leerdoelen aanhalen bij feedback
Evaluatieve feedback door studenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Feedup

A

In welke mate bereik ik de doelen?
De doelen worden verhelderd
De lerende wordt aangemoedigd om deze voorop te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Feedback

A

Hoe heb ik het tot nog toe aangepakt?
Uitspraak over de mate waarin leerdoel al dan niet bereikt is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Feedforward

A

Wat doe ik daarna?
Na het succesvol aanpakken van eerste stap, kan je volgende stap aanpakken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vier centrale aspecten feedback

A
  1. Feedback over de taak
  2. Feedback over het proces dat gevolgd is om taak aan te pakken
  3. Feedback over mate van zelfregulatie
  4. Feedback over student zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Drie soorten feedback

A
  1. Taakgerichte feedback
  2. Procesgerichte feedback
  3. Feedback gericht op persoon van lerende zelf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Taakgerichte feedback

A

Beperkt zich tot de terugkoppeling over aspecten van de taak die correct volgens de criteria zijn uitgevoerd (= correctieve feedback)
Beperking: ervaring transfereert nauwelijks naar volgende gelijkaardige opgave → er wordt niet uit geleerd

17
Q

Procesgerichte feedback

A

Kijkt vooral naar ‘het waarom’ van het bereiken van een juist antwoord
(bv. opsporen van fout en zoeken waarom het fout is)

18
Q

Feedback gericht op de persoon van de lerende zelf

A

Minder effectief omdat het geen taak of procesgerichte informatie bevat → geen relevantie voor verdere taakoplossing of sturing van het vervolg van het leerproces

19
Q

Mastery Learning

A

Ontwikkeld door Bloom
Onderzoekt in welke mate een gedrag volledig correct moet zijn om een leerdoel als beheerst te beschouwen
Reactie op lage efficiëntie en effectiviteit van de traditionele instructieaanpak
Effectief wanneer er voldoende aandacht is voor elke individuele leerling + feedback- en correctiemechanisme

20
Q

3 nadelen van Mastery Learning

A

Vraagt meer leertijd, die per lerende verschilt
De mate van effectiviteit verschilt per type lerende
Jongere lerenden hebben minder baat bij deze aanpak dan oudere lerenden

21
Q

Carroll

A

Benadrukt dat effectiviteit van leren bepaald is door de tijd die een lerende spendeert aan een taak versus de tijd die ervoor nodig is

22
Q

Werkmodel Mastery Learning (vijf stappen)

A
  1. Defining Mastery: leerdoel en eindniveau bepalen
  2. Planning for Mastery: instructiestappen en subdoelen vastleggen
  3. Teaching for Mastery: rekening houden dat niet alle leerlingen ML-principes kennen of halen
  4. Maximaal tijd geven aan leerlingen
  5. Grading for Mastery: leerproces afronden als leerling vooropgestelde A-level haalt
23
Q

Direct Instruction (DI)

A

Kenmerken: duidelijke en systematische instructie; uitgeschreven lesplannen, strak tempo, ML als succescriterium, elke tien lessen is er een algemene toets, niveaugroepjes, geïntegreerd met andere instructieaanpakken, lesafsluitingen
Doel: onderwijs voor achtergestelde kinderen verbeteren
Instructieverantwoordelijke staat centraal

24
Q

Contingency Contracting (CC)

A

Negatieve respons combineren met gedrag dat men wenst te veranderen
Aanpakken van leerproblemen door zelfcontrole te ontwikkelen

25
Q

Premack-principe

A

Om te mogen participeren in een sterk gewaardeerde activiteit, moet de lerende zich bereid maken om zich eerst te engageren voor een minder gewaardeerde activiteit