Module 3B: Van een cognitivistische visie op leren naar het ontwerpen van instructie Flashcards
Vier richtlijnen voor ontwerpen van instructie volgens constructivisme
- Waarneembare karakteristieken
- Cultuurgebonden
- Doelgericht
- Divergent en convergent denken
Divergent denken
Op inventieve manier declaratieve kennis opbouwen en/of op creatieve manier procedurele kennis verwerven om problemen op te lossen
Convergent denken
Verwerven van logische, correcte onderliggende declaratieve en procedurele kennis
‘Evidence-based’ strategieën
Instructieaanpakken waarvan via onderzoek is bewezen dat ze een positief effect hebben op leerprestaties
Cognitive Strategy Instruction (CSI)
Mitchell
Nadruk op het aanleren van cognitieve strategieën ipv metacognitieve strategieën
→ Even hard bezig zijn met hoe je leert als met wat je leert
Strategieën volgens Fisher en Ford
Een intern proces waarbij lerenden hun manier van oppikken van informatie, verwerkingsprocessen, herkenningsprocessen, en denkprocessen richting geven
Story mapping
Gestructureerde aanpak voor kinderen met ASS in vorm van organiserende structuur die de kern van een verhaal weergeeft
Non-linguïstische representaties
Elke vorm van representatie die geen beroep doet op visueel afgedrukte tekst
→ Visueel, auditief, psychomotorisch, …
Dual coding theorie
Het aanbieden van extra alternatieve representaties zorgt ervoor dat er optimaal gebruik wordt gemaakt van de twee parallelle verwerkingskanalen in cognitieve systemen:
Weak conceptual links: veel opeenvolgende representaties
Strong conceptual links: tegelijkertijd verschillende representaties
Finger gnosis
Verwijst naar zone in de hersenen die verantwoordelijk is voor het ‘zien van de eigen vingers’, zelfs wanneer we de vingers niet actief gebruiken
(bv. bij optellen)
Metaplanmethode
Techniek die mikt op het visualiseren van de input van elke individuele deelnemer
Het proces start met de ideeën die elke deelnemer neerschrijft op kaarten, vervolgens wordt de gezamenlijke kennisbasis georganiseerd en geëlaboreerd → levendige, actieve manier van samenwerken → dwingt elke deelnemer om voorkennis te expliciteren en activeren
Tools of expression
De input van lerenden wordt geordend als lijst, tabel, boomstructuur, … Die voorstelling van de kennis kan dan ‘bevraagd’ worden door vragen te stellen bij die basisstructuur
Mnemonics
Mnemotechnische hulp, geheugensteuntjes of ezelbruggeetjes om nieuwe kennis te verwerken en te verankeren in het geheugen
→ Nieuwe kennis koppelen aan reeds aanwezige kennis
Loci-methode
Zaken onthouden door ze visueel op een bepaalde plaats in een gekende ruimte te leggen
Pin-methode
Nummer geven aan element dat je wil onthouden en dat nummer koppelen aan dat element, voorwerp, naam, tabel, …
Fonetiek
Woorden splitsen in lettergrepen en elke eerste letter uit lettergreep een nummer geven
Acroniemen
Eerste letter van elk woord dat je moet onthouden, in makkelijke volgorde plaatsen, dat woord is dan de sleutel om alle woorden terug te vinden
Acrostic
Eerste letter van elk woord gebruiken om andere woorden in een betekenisvolle zin te plaatsen
Information Requesting Mechanism (IRM)
Kinderen worden geactiveerd tot vragen stellen, wat leidt tot grotere kansen om een bepaald probleem op te lossen
Ausubel
Twee centrale instructiestrategieën: het gebruik van Advance Organizer en het voortbouwen op kennis
Ziet menselijke cognitie als systeem voor informatieverwerking en -opslag