misc nouns Flashcards
1
Q
map
A
de kaart
2
Q
dot
A
de punt
3
Q
consonant
A
de medeklinker, de consonant
4
Q
vowel
A
de klinker
5
Q
light
A
het licht, de verlichting
6
Q
dark
A
het donker
7
Q
sound
A
het geluid
8
Q
piece
A
het stuk
9
Q
pain
A
de pijn
10
Q
part
A
het onderdeel, stuk, deel
11
Q
injury
A
de blessure, verwonding
het letsel
12
Q
hole
A
het gat, de opening
13
Q
image (picture)
A
de beeltenis, afbeelding, representatie, weegave
14
Q
pattern
A
het patroon, motief
15
Q
noun
A
het naamwoord, substantief, zelfstandig naamwoord