body Flashcards
1
Q
head
A
het hoofd
2
Q
neck
A
de nek
3
Q
face
A
het gezicht
4
Q
beard
A
de baard
5
Q
hair
A
het haar
6
Q
eye
A
het oog
7
Q
mouth
A
de mond
8
Q
lip
A
de lip
9
Q
nose
A
de neus
10
Q
tooth
A
de tand, de kies
11
Q
ear
A
het oor
12
Q
tear (drop)
A
de traan
13
Q
tongue
A
de tong
14
Q
back
A
de rug
15
Q
toe
A
de teen
16
Q
finger
A
de vinger
17
Q
foot
A
de voet
18
Q
hand
A
de hand
19
Q
leg
A
het been
20
Q
arm
A
de arm
21
Q
shoulder
A
de schouder
22
Q
heart
A
het hart
23
Q
blood
A
het bloed
24
Q
brain
A
het hersens, het brein
25
Q
knee
A
de knie
26
Q
sweat
A
het zweet
27
Q
disease
A
de ziekte, de aandoening
28
Q
bone
A
het bot, het been
29
Q
voice
A
de stem
30
Q
skin
A
de huid, het vel
31
Q
body
A
het lichaam, lijf