directions Flashcards
1
Q
top
A
de top
2
Q
bottom
A
de bodem
3
Q
side
A
de kant, zijde
4
Q
front
A
de voorkant, voorzijde
5
Q
back (reverse side)
A
de achterkant
6
Q
back (rear of)
A
achterin
7
Q
outside
A
uit
8
Q
inside
A
binnen
9
Q
up
A
omhoog
10
Q
down
A
omlaag, naar beneden
11
Q
left
A
de linkerkant
12
Q
right
A
de rechterkant
13
Q
straight
A
recht
14
Q
north
A
het noorden, de noord
15
Q
south
A
het zuiden