Mineralen & Spoorelementen Flashcards

1
Q

Calcium Functie

A

Calcium is van belang voor de opbouw en het onderhoud van je botten en gebit. Als je voldoende calcium (kalk) binnenkrijgt, heb je op latere leeftijd minder kans op botontkalking of osteoporose. Verder is calcium nodig voor goede werking van zenuwen en spieren, bloedstolling en transport van andere mineralen in lichaamscellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fosfor Functie

A

Fosfor of fosfaat geeft samen met calcium stevigheid aan botten en tanden. Ook vervult fosfor een functie bij de energiestofwisseling (tijdelijke opslag en transport) in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Magnesium Functie

A

Magnesium is nodig voor vorming van bot en spieren, de overdracht van prikkels in spieren en in zenuwbanen,
het goed functioneren van spieren, een goede werking van een groot aantal enzymen en de energieproductie van de lichaamscellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kalium Functie

A

Kalium is een mineraal dat samen met chloride en natrium betrokken is bij het regelen van de vochtbalans en de bloeddruk in het lichaam. Het helpt onder andere om het bloeddruk verhogende effect van natrium tegen te gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Selenium Functie

A

Selenium werkt als antioxidant. Het beschermt rode bloedlichaampjes en cellen tegen beschadiging en maakt zware metalen die door verontreiniging in voeding terechtkomen minder giftig. Selenium zorgt ook voor een goede werking van de schildklier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fluor Functie

A

Fluoride is een spoorelement dat aanwezig is in tanden en botten. Fluoride beschermt tegen tandbederf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Calcium ADH / AB

A

1000 |2500 (mg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Fosfor ADH / AB

A

550 | - (mg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Magnesium ADH / AB

A

350 (m), 300 (v) | 250 (als supplement) (mg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kalium ADH / AB

A

3500 | - (mg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Selenium ADH / AB

A

70 | 255 (µg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Fluor ADH / AB

A

7 | - (mg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Calcium Voedingsbron

A

Melk, melkproducten en kaas, maar ook in graanproducten zoals brood en bepaalde groente.

Vitamine D stimuleert de opname van calcium in het lichaam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fosfor Voedingsbron

A

Melk, melkproducten, kaas, vis, vlees, peulvruchten en volkoren producten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Magnesium Voedingsbron

A

Volkorenbrood en andere volkoren graanproducten, groente, noten, melk en melkproducten en vlees. Ook water kan bijdragen aan de inname van magnesium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kalium Voedingsbron

A

Vooral in groente, fruit, aardappelen, vlees, vis, noten en ook in melkproducten en brood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Selenium Voedingsbron

A

Selenium zit in veel voedingsmiddelen. Vooral in vis en bepaalde soorten noten (vooral paranoten) zit veel selenium. Ook vlees, volkoren graanproducten en zuivelproducten leveren selenium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Fluor Voedingsbron

A

In eten en drinken zit te weinig fluoride voor een goede bescherming tegen tandbederf. Daarom is het belangrijk om tandpasta met fluoride te gebruiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Calcium Intoxicatie

A

Bij meer dan 2.500 milligram calcium per dag kunnen urinewegstenen ontstaan. Er kan ook verkalking van de nieren en bloedvaatwanden optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Fosfor Intoxicatie

A

Een teveel aan fosfor kan ontstaan bij een verminderde functie van de nieren (ouderdom bijv.). Die scheiden dan te weinig fosfor uit waardoor na een tijd botontkalking kan ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Magnesium Intoxicatie

A

Bij meer dan 250 milligram magnesium per dag extra, dus naast de magnesium in je eten, kunnen darmklachten zoals diarree ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Kalium Intoxicatie

A

Kaliumsupplementen met hoeveelheden van 5 tot 7 gram per dag kunnen negatieve effecten hebben op de hartfunctie. Een te hoog kaliumgehalte in het lichaam kan in het ergste geval leiden tot een hartstilstand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Selenium Intoxicatie

A

Bij langdurig gebruik van te hoge hoeveelheden selenium kan het verlies van haar/nagels/tanden ontstaan, huidbeschadigingen en aandoeningen van het zenuwstelsel.

24
Q

Fluor Intoxicatie

A

Bij langdurige inname van te hoge hoeveelheden fluoride kunnen bruine vlekken en strepen op de tanden ontstaan. Dit worden zebratanden genoemd. Ook kunnen nieren, botten, zenuwen en spieren worden aangetast bij overmatig gebruik van fluoride.

25
Q

Calcium Deficiëntie

A

Vrouwen boven de 50 jaar en mannen van boven de 70 jaar: calcium wordt minder goed opgenomen in het bloed. De botten gaan langzaam ontkalken, waardoor oude mensen vaker iets breken.
Bij kinderen kan er rachitis ontstaan.

26
Q

Fosfor Deficiëntie

A

Te weinig fosfor leidt tot pijn in spieren en botten, gebrek aan eetlust en het ontstaan van nierstenen.

27
Q

Magnesium Deficiëntie

A

Mogelijke symptomen bij magnesium tekort zijn algehele lusteloosheid of vermoeidheid, spierkrampen en
hartritmestoornissen in extreme gevallen.

28
Q

Kalium Deficiëntie

A

Een kaliumtekort is te herkennen aan een verminderde eetlust, verzwakte spieren, misselijkheid, lusteloosheid en in ernstige gevallen hartritmestoornissen

29
Q

Selenium Deficiëntie

A

Symptomen die optreden bij een selenium-tekort zijn hartstoringen, spierpijn en spierzwakte.

30
Q

Fluor Deficiëntie

A

Een tekort aan fluoride leidt tot tandbederf.

31
Q

Chroom Functie

A

Chroom speelt een rol bij de werking van insuline in het lichaam en de koolhydraatstofwisseling. Chroom wordt ook wel de glucosetolerantiefactor (GTF) genoemd.

32
Q

IJzer Functie

A

IJzer is belangrijk is voor de vorming van hemoglobine, een onderdeel van de rode bloedcellen.

33
Q

Zink Functie

A

Zink is onderdeel van vele enzymen in het lichaam. Zink zorgt voor de opbouw van eiwitten, groei en vernieuwing van weefsel, de stofwisseling en een goede werking van het afweer- en immuunsysteem.

34
Q

Koper Functie

A

Koper is nodig bij het vormen van bindweefsel en botten. Het zorgt ook voor de vorming van pigment van het haar, een goede werking van het afweersysteem en de bloedstolling. Koper is in het lichaam betrokken bij de overdracht van zuurstof (oxidatiereacties).

35
Q

Jodium Functie

A

Jodium is belangrijk voor de productie van de schildklierhormonen. Deze hormonen zijn nodig voor een goede groei, de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de stofwisseling.

36
Q

Chroom ADH / AB

A

25 – 35 | - (µg)

37
Q

IJzer ADH / AB

A

11 (m), 16 (v 18-50) 11 (v >50) | - (mg)

38
Q

Zink ADH / AB

A

9 (m), 7 (v) | 25 (mg)

39
Q

Koper ADH / AB

A

0,9 | 5 (mg)

40
Q

Jodium ADH / AB

A

150 | 600 (µg)

41
Q

Chroom Voedingsbron

A

Groenten, fruit, volkoren graanproducten en in mindere mate in vlees en zuivelproducten.

42
Q

IJzer Voedingsbron

A

Heemijzer zit alleen in dierlijke producten zoals vlees, vis en kip. Non-heemijzer zit zowel in dierlijke producten als in plantaardige voedingsmiddelen, zoals brood en volkorenproducten, peulvruchten, noten en in verschillende groenten zoals spinazie, postelein, paksoi en snijbiet

43
Q

Zink Voedingsbron

A

Vlees, kaas, graanproducten, noten en schaal- en schelpdieren zoals garnalen en mosselen.

44
Q

Koper Voedingsbron

A

Groente, fruit, vlees, brood en andere graanproducten, en cacaoproducten.

45
Q

Jodium Voedingsbron

A

Zeevis, eieren, zuivelproducten en zeewier. Toegevoegd jodium zit in sommige vleeswaren, gejodeerd keukenzout en bakkerszout.

46
Q

Chroom Intoxicatie

A

Geen effecten bekend bij hogere inname van chroom.

47
Q

IJzer Intoxicatie

A

Te veel ijzer kan schadelijk zijn voor de lever (leverkanker), hart- en vaatziekten en de kans op diabetes type 2 neemt toe. Bij het slikken van meer dan 45 milligram ijzer per dag, kunnen acute maag en darmproblemen optreden zoals misselijkheid, overgeven en diarree.

48
Q

Zink Intoxicatie

A

Geen gevolgen bekend van een hoge zink inname.

49
Q

Koper Intoxicatie

A

Extreem veel koper in het lichaam kan leiden tot geïrriteerde darm- en slijmvliezen. Daar kan je misselijk van worden, van gaan braken of diarree van krijgen.

50
Q

Jodium Intoxicatie

A

Een te hoge inname van jodium kan de werking van de schildklier verstoren. Te veel jodium kan onder andere leiden tot schildkliervergroting of over stimulering van de schildklier. Mensen met jodiumtekort of schildklierafwijking zijn extra gevoelig voor een hoge jodiuminname. Klachten die kunnen ontstaan zijn diarree, gewichtsverlies bij goede eetlust, hartkloppingen en nervositeit.

51
Q

Chroom Deficiëntie

A

Chroom tekort uit zich in diabetes-achtige symptomen.

52
Q

IJzer Deficiëntie

A

Je kan een ijzertekort herkennen aan
snel vermoeid, bleke huid, snel buiten adem, last van rusteloze benen.
Verder kan een tekort leiden tot bloedarmoede, alleen kan bloedarmoede ook andere oorzaken hebben zoals een tekort aan B11 of B12. Ook kunnen coeliakie of ziekte van Crohn een verminderde ijzer opname tot gevolg hebben

53
Q

Zink Deficiëntie

A

Een tekort aan zink is te herkennen aan afwijkingen aan de huid, slijmvliezen en skelet, anders ruiken en proeven,
achterblijvende groei en ontwikkeling van het geslacht, verminderde afweer tegen infecties en nachtblindheid.

54
Q

Koper Deficiëntie

A

Een ernstig tekort leidt tot bloedarmoede, een lichtere huid en botontkalking. Als je meer ijzer, zink en vitamine C binnenkrijgt dan er in de normale voeding aanwezig is, neemt het lichaam minder goed koper op.

55
Q

Jodium Deficiëntie

A

Bij een tekort aan jodium gaat de schildklier trager werken en opzwellen (struma/strop). Klachten bij traag werkende schildklier kunnen zijn: gewichtstoename, het veel koud hebben, traagheid en obstipatie. Bij kinderen leidt een jodiumtekort tot een groeiachterstand en een verminderd leervermogen en bij een groot tekort tot dwerggroei (cretinisme).