Miller, 1991 Flashcards
1
Q
Met welke test wordt The Big Five getest?
A
De NEO-PI, deze test geeft een gedetailleerd en accuraat beeld van de behoeftes, gevoelens, motieven en inter-persoonlijke stijl van de cliënt.
2
Q
Om welke 5 redenen de NEO-PI?
A
- De test komt duidelijk overeen met het model.
- De psychometrische eigenschappen zijn uitstekend
- Er is een zelfrapportage formulier en een formulier voor de observant beschikbaar
- Er is een korte versie beschikbaar (NEO-FFI)
- De resultaten zijn met behulp van de handleiding goed te interpreteren voor klinische doeleinden
3
Q
Wat zijn de 5 factoren in het vijffactor model en wat houden ze in?
A
(OCEAN)
- Openness to experience: houdt van nieuwheid (hoog) vs voelt zich ongemakkelijk in nieuwe situaties (laag)
- Conscientiousness: houdt van presteren (hoog) vs houdt van vrije tijd (laag)
- Extraversion: moet veel praten en heeft mensen nodig (hoog) vs wil liever niet praten (laag)
- Agreeableness: is oprecht sympathiek en gul, is vaak een positivist (hoog) vs wil bewondering, is eerder een pessimist (laag)
- Neuroticism: ervaart veel pijnlijke gevoelens (hoog) vs is emotioneel afgevlakt (laag)
4
Q
Hoe beïnvloeden de 5 factoren de gedragingen en gevoelens van een cliënt tijdens de therapie?
A
- Openness: beïnvloedt de reactie op de interventies.
- Conscientiousness: beïnvloedt de bereidheid om je best te doen.
- Extraversion: beïnvloedt het enthousiasme voor het behandelingsproces en de expressiviteit tijdens de behandelingsessies
- Agreeableness: beïnvloedt de reactie op de therapeut
- Neuroticism: beïnvloedt de intensiteit en duur van de gepaarde stress