Medische aspecten peritoneaal dialyse Flashcards

1
Q

Benoem de katheter gerelateerde complicaties

Benoem er 10 en probeer ze toe te lichten

A
  1. Pijn
  2. Bloeding; direct na implantatie of bloed in de buikholte na OK. spoelen met dialysaat om verstopping te voorkomen
  3. Lekkage: Als direct na de katheterplaatsing met dialyse word gestart of het wisselvolume te snel word vergroot
  4. verkeerde ligging en verstopping-> uitloopproblemen
  5. Dislocatie; Cad zit in bovenbuik-> repositie/laxeren
  6. Complete verstopping/blokkade: na plaatsen katheter, fibrinevorming spontaan of tijden peritonitis. blokkade door omemtum-> plooi buikvlies, dan nieuwe plaatsen
  7. Dialysaat lekkage naar de thorax; naar de re- pleuraholte en kort na het starten van PD dialyse-> pijn thorax + benauwdheid
  8. Pleurapuntie-> word helder vocht gevonden met samenstelling dialysaat-> hoge glucose en lage eiwit. PD dialyse tijdelijk stoppen en vocht verdwijnt zelf
  9. Cuffetprotrusie: katheters met 2 cuffs, waarbij de subcutane cuff niet ver genoeg v/d katheterpoort is gelokaliseerd-> cuff wordt zichtbaar in de poort en er ontstaat een infectie: protrusie
  10. Complicaties door intra-abdominale druk: breuken in de buikwand voor CAPD operatief hersteld zijn
    Lies, navel, femoralis breuk, breuken in litteken van vroegere operaties in de buikwand.
    Breuk hernia diaphragmatica in middenrif
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  • Benoem de medische complicaties die kunnen optreden rond het inbrengen van een katheter op langere termijn.
A
  1. Afname van membraanfuntctie van het peritoneum na meerdere keren peritonitis + patiënten die een of meer buikoperaties
  2. Verlies van Ultrafiltratie capaciteit
    geleidelijke verlies Is het gevolg van:
    - Een toegenomen peritoneaal oppervlak
    - Functieverlies van waterkanalen
    - Toename van lymfatische absorptie
    (hoge transporters hebben vaan vanaf het begin al meer moeite met voldoende UF)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kenmerkt peritoneale sclerose zich im het begin en in een later stadium?

A

Verharding van het peritoneum
Begin: Ultrafiltratieproblemen

Later:

  • Braken
  • Gerwichtsverlies
  • Buikpijn
  • Obstipatie
  • Malabsorptie:onvolledige opname van voedingstoffen in het bloed
  • Recidiverende ileus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er met het peritoneum bij peritoneale sclerose en hoe kan je dit zien?

A

Sterk verdikt peritoneum, dit kan je zien op een CT scan
De darmen komen als het ware in een cocoon terecht met daartussen ophoping van vocht en ze kunnen niet meer hun peristaltiek uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de voorwaarde voor een goede PD behandeling?

Benoem 4 punten.

A
  • Veilige
  • Permanente
  • Goed functionerende
  • Toegang tot de peritoneaal holte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem welke methodes er zijn om een PD katheter in te brengen en welke indicaties de keuze van inbrengen bepalen.

A
  1. buik word open gemaakt en Laparoscoptisch, dus meekijken met camera en met alg anaesthesie
  2. Blind (Seldinger Techniek): vaak lokale verdoving en niet meekijken met camera
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarom is een katheter niet gelijk te gebruiken na OK

en hoelang niet.

A

– Catheter cuff moet vast komen te zitten, afh van techniek

– Bij voorkeur 2 tot 3 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan iemand die acuut na Ok moet dialyseren wel dialyseren? hoe gaat dat dan? benoem 4 punten

A

-patient laten liggen tijdens dialyse
- lage volume
ivm lekkage en buikwandbreuken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Noem 2 soorten katheter infecties:

A
  1. Poortinfectie: huidpoort,direct waar het naar binnen gaat

2. Tunnelinfectie: onderhuidse, waar het slangetje loopt naar de buikvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de katheter gerelateerde oorzaken van een peritonitis.

A
  • Contaminatie tijdens connectie, via slangen
    – Gaatje in slang of catheter
    – Productdefecten./kapotte zak of blauwe klepje
    – Verlies van afsluitkap of tgv niet afklemmen
  • Catheter gerelateerd, meestal Staff. Aureus
    – Biofilmvorming bacterie om intern deel catheter
    – Huidpoort- of tunnelinfecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benoem 7 Infecties vanuit tractus digestivus (maag-darm stelsel)die een peritonitis kunnen veroorzaken

A
  1. Diverticulitis
  2. cholecystitis = galblaasontsteking
  3. darmischemie= vaten van de darmen niet goed open zijn
  4. colitis = onsteking darm
  5. maag- of darmperforatie
    buivklies raakt geifecteerd door bovenstaande
  6. Colonoscopie -> bacterie kan in bloedbaan komen en naar de peritoneum
  7. Obstipatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Noem de oorzaken van een peritonitis als gevolg van een bacteriemie

A

Bacteriemie:

  1. na tandheelkundige ingreep
  2. vanuit geïnfecteerd vreemd lichaam bijv. kunstknie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem 3 Infecties vanuit gynaecologische bron als oorzaak van een peritonitis

A

– Peritoneale vaginale lekkage
– Vaginale partus, bevalling
– Hysteroscopie: kijkbuis baarmoeder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een peritonitis?

A

Peritonitis is inflammatie (of irritatie) van het peritoneum, de
dunne laag weefsel die de buikwand (pariëtale peritoneum) en
intra-abdominale organen (viscerale peritoneum) bekleed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat veranderd er aan het membraan tijdens een peritonitis?

A

Tijdelijk veranderde membraanfunctie met verhoogde
permeabiliteit voor glucose, door vasodilatatie-> hogere opname van glucose->snel concentratiegradient verliest-> UF FALEN GEVOLG= TIJDELIJK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer is sprake van infectieuze
peritonitis?
Benoem 3 symptomen

A

Minimaal 2 of meer van de onderstaande symptomen

  1. Symptomen van peritonitis:buikpijn
  2. Troebel dialysaat met leucocytengetal van meer>0.1/ml bij een verblijfstijd na 2 uur bij kortere verblijftijde kijk je naar -> (>50%PMN, dan toch een aanwijzing voor peritonitis)
  3. Groei micro-organismen in de PD vloeistof. Dus een positieve kweek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Noem 5 klachten die horen bij peritonitis.

A
  1. Buikpijn meest frequent 79-88 %
  2. Koorts 29-53%
  3. Misselijkheid & braken 31-51`%
  4. Troebel dialysaat komt vaak voor 84%
  5. Lage RR. 18%
18
Q

Bij hoeveel cellen leukocyten en hoeveel procent neutrofielen is peritonitis verdacht?

En wat zijn de normaal cijfers van de cellen, fysiologisch?
benoem 2 punten

A
  1. Bij vertroebeling vanaf leucocyten getal> 0,05-0,1 cellen/ml na 2 uur verblijfstijd
    Meer dan 0,1 cellen, heb je al een vertroebeling dialysaat

2, Bij boven de >50% neutrofielen
* neutrofielen zijn zelden verhoogd bij afwezigheid peritonitis

Celgetal normaal gesproken onder 0,05 cellen per ml
minder dan 15 procent neutrofielen dus PMN

19
Q

Benoem 5 aantal differentiaal diagnose voor troebel dialysaat

A

Infectieuze peritonitis
• Infectieuze peritonitis met negatieve kweek
• Chemische peritonitis (bijv icodextrine)
• Eosinofilie teveel witte bloedcellen in het bloed(oa parasitair, allergisch, vancomycine)
• Hemoperitoneum: bloed
• Maligniteit naar het buikvlies
• Chyleuze ascites (bijv pancreatitis, lymfoom, calciumblockers)
• Afname na lege buik ipv na 2 uur bijvoorbeeld.
• Fibrine produktie : stolselvorming

20
Q

Wanneer neem je een kweek af van de dialysaat ?
Wat voor kweekmethode wordt er toegepast?
Welke methode kan je ook toepassen om eerder te starten met AB

A
  • Altijd vóór start antibiotica!
  • Standaard kweekmethode is met bloedkweekflesje steriel afgenomen
  • Gram preparaat, kleurt aan bij positief
21
Q

Word AB IP of IV gegeven?

Benoem 3 punten waarom dat is.

A

• Intraperitoneaal toegediende AB zijn superieur over intraveneus toegediende AB
– Hogere spiegels
– Kan door ptn zelf gedaan worden
– Geen venapuncties nodig

  • Kan continu of intermitterend= herhaaldelijk in tussenpozen (dan minstens 6 uur, dus tijdens
    lange dwell)
22
Q

Benoem 5 verschillende soorten terminologie van peritonitis en beschrijf ze kort.

A
  1. Recurrent peritonitis:
    – Binnen 4 weken na behandeling van een vorige peritonitis, weer peritonitis krijgt maar met ander micro-organisme
  2. Relapsing peritonitis:
    – Binnen 4 weken na behandeling van een vorige peritonitis, weer peritonitis met hetzelfde micro-organisme of neg kweek
  3. Repeat peritonitis:
    – Langer dan 4 weken na behandeling van vorige peritonitis met hetzelfde micro-organisme
  4. Refractair peritonitis:
    – Aanhoudend troebel dialysaat na 5 dagen adequate AB behandeling

5.Catheter-gerelateerd peritonitis:
– Als het samenhangd met huidpoort- of tunnelinfectie met hetzelfde micro-organisme of neg kweek

23
Q

Wanneer moet je een PD katether verwijderen ?

Benoem 4 indicaties.

A
  1. Refractaire peritonitis-> troebel dialysaat aanhoud na 5 dagen AB behandeling
  2. Relapsing peritonitis-> Binnen 4 weken weer peritonitis met hetzelfde bacterie
  3. Peritonitis met schimmels
  4. Refractaire huidpoort- of tunnelinfecties-> steeds aanhoud

• Overweeg ook verwijdering igv
– Repeat peritonitis
– Peritonitis met mycobacterien
– Peritonitis met meerdere enterale micro-organismen

24
Q

Wanneer overweeg je om ook de PD katether te verwijderen? Benoem 3 indicaties.

A
  1. Repeat peritonitis -> langer dan 4 weken opnieuw een peritonitis is maar wel zelfde bacterie
  2. Peritonitis met mycobacterien :bacterie ongevoelig voor AB
  3. Peritonitis met meerdere darm bacteriën
25
Q

Waarom word er bij een peritonitis altijd eerst gestart met een empirische antibiotica?

A

Start empirische antibiotica-> je weet nog niet welke bacterie/ nog geen verwekker bekend-> en altijd versmallen bij positieve
kweken, duur behandeling minstens 2 weken

26
Q

wat zijn factoren die een hernia kunnen beinvloeden?

benoemer 5

A
Beïnvloede factoren:
– zwakke buikwand
– Eerdere hernia’s gehad
– meerdere zwangerschappen-> zwakkere buikwand
– aangeboren gebreken
– cystenieren
27
Q

Benoem 5 soorten hernia’s die je kunt krijgen m.b.t peritoneale dialyse.

A
  1. Navelbreuk
  2. Liesbreuk
  3. Littekenbreuk
  4. Epigastrisch
  5. Pericatheter; bruik rondom katether
28
Q

Hoe kan je een hernia vaststellen

Benoem 4 hernia’s diagnose

A
  1. Klinisch zien aan de buik
  2. rontgenfoto met contrast
  3. CT scan maken
  4. stofje toedienen en in de buikholte, dan je een scintigrafie maken, dus een scan maken en kijken waar dat stofje zich bevind en of dat in een buikwand breuk zit
29
Q

Wat zijn de behandelingen van een Hernia ?

Benoem er 3

A
  1. operatie, anders krijg je de breuk niet weg
  2. Kleine volume gebruiken bij spoelen. Bijv. geen 2 liter in de buik, maar 1 Liter
  3. Liggende houding-> minder druk komt er op de buikwand
30
Q

Benoem nog een mogelijke complicaties tijdens peritoneaal dialyse, leg uit wat deze complicatie is.

A

Hydrothorax = door een fistel tussen de pleura (het longvlies) en het buikvlies dat je een fistel krijgt, een verbinding.
door die verbinding vocht in de pleurale ruimte lekt.
daardoor zit er allemaal vocht tussen die longbladen, waardoor de long zelf kleiner is geworden.
Die pleurale ruimte waar die vocht dan zit dat is de ruimte tussen de binnenste-> viscerale longvlies en het buitenste wat tegen het thoraxwand aan ligt-> parietale longvlies oftewel pleurabladen

31
Q

wat zijn de klachten die je bij een hydrothorax kunt krijgen ?

Benoem 2 lichamelijke klachten en 1 punt wat er gebeurt met de PD vloeistof

A
  1. Dyspneu
  2. Pijn bij ademhalen
  3. PD vloeistof komt niet volledig terug, want die zit tussen de longvliezen

*meestal vrouwen en meestal rechts

32
Q

Wat kunnen de oorzaken zijn van zo een hydrothorax ?

Benoem 2 oorzaken.

A
  1. anatomische defecten in het diafragma

2. Verhoogde intra-abdominale druk-> dit hebt je vaak bij PD m.b.t vocht in de buik

33
Q

Benoem 4 behandelingen van een hydrothorax bij een PD.

A
  1. PD met kleine volumina
  2. Liggende houding
  3. Buik tijdelijk droog, fister kan dan zelf dichtgaan- > tijdelijk HD
  4. Chirurgische correcties bij recidiverende hydrothorax.
34
Q

Welke chirurgische behandelingen zijn er voor patiënten met recidiverende hydrothorax?
Benoem 3 soorten behandelingen, die als laatste optie gebruikt kunnen worden als de rest van de behandelingen niet werken

A
  1. Bij patiënten met recidiverende hydrothorax:
    Via:
    – Video-assisted thoracoscopie (VATS)
    Of:
    – Thoracotomie: open maken
    En dan:
    – Chemische Pleuradese: plakken van de longvlies
    deel van de pleura verwijderen, diaphragma corrigeren
35
Q

Benoem nog een complicatie van Peritoneale diayse

A

Overvulling/Ultrafiltratiefalen = grootste risicofactor van overlijden

36
Q

Hoe kan je zien of iemand UF falen heeft ?

A
  1. 3 x 4 regel:
    Netto UF minder dan 400 ml na een dwell van 4 uur met een4% glucose oplossing, dus 3,86%
  2. PET test:
    Dialysaat/plasma concentratie ratio (D/P) van
    kreat/gluc/ureum
    afh. hiervan transportstatus berekenen
    ook: functie van aquaporines, kleine porien in het peritoneum
37
Q

Wat is de grootste voorspeller van EPS ?

A

UF falen/ overvulling

38
Q

Wat is EPS?

A

Encapsulating Peritoneal Sclerosis
Een hele ernstige zeldzame complicatie
Intra-peritoneale inflammatie -> ontstekingreactie + fibrose
Dat resulteert in een soort omhulling van de buikorganen door fibrose/verlittekening krijg je ook obstructies.

39
Q

Wat kunnen vroege symptomen zijn van EPS?

Benoem 7 symptomen.

A
  1. Verminderde eetlust
  2. Misselijkheid
  3. Buikpijn
  4. Diarree
  5. Ileus
  6. Obstipatie
  • stoppen met PD bij eps maar kan daarna vooralsnog verergeren
  • als je EPS hebt, kan je tamoxifen, prednison gebruiken.
    kan een betere overlevingskans ontwikkelen
  • verklevingen weghalen chirugische
40
Q

Benoem de diagnostische procedure van EPS

A
  1. Echografie peritoneum
  2. klachten maag darm klachten
  3. CT-Abdomen:maar je ziet afwijkingen erg laat
    – Loketten, verkleefde darmlissen,
    calcificaties
    – Darmobstructie, dikkere membraan
  4. CA-125: geen duidelijke marker voor EPS, wel mogelijk een aanwijzing voor het minder goed functioneren van het mesotheel van het buikvlies.
  5. Permeabiliteits test (PET/SPA): UF falen ontwikkelen
  6. Laparotomie : word niet heel vaak gedaan
41
Q

weetjes rondom EPS!

A
  • stoppen met PD bij EPS maar kan daarna vooralsnog verergeren
  • als je EPS hebt, kan je tamoxifen, prednison gebruiken.
    kan een betere overlevingskans ontwikkelen
  • verklevingen weghalen chirurgische