Mediakeuze Flashcards

1
Q

Kosten

A

Geen enkele onderneming heeft een flinke geldboom staan. Het budget is vaak leidend voor de mediakeuze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Producteigenschappen

A

Een plaatje zegt vaak meer dan 1000 woorden. Als je product ietwat “ingewikkeld” is of niet alledaags, kun je beter werken met media die de mogelijkheid tot visualiseren bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bereik

A

Elk mediumtype heeft een ander bereik. Hoeveel mensen bereik je, ga je nationaal of blijf je regionaal?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Dekking

A

Hoeveel procent van je doelgroep bereik je daadwerkelijk met dit middel?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Oplage

A

Het aantal stuks dat van een medium gedrukt wordt. Als voorbeeld: de krant “het Brabants Dagblad” heeft een oplage van 1.600.000.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

doelgroep

A

Als je doelgroep zeer breed is, kun je beter kiezen voor een mediumtype (of een combinatie) die algemeen is. Denk aan TV of kranten. Als je doelgroep specifieke eigenschappen heeft, kun je beter kiezen voor een gespecialiseerd tijdschrift ( vakblad/ sponsored magazine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

communicatievermogen

A

: de mate waarin een medium geschikt is om een bepaalde boodschap over te brengen. Welke mogelijkheden heeft het medium? Denk aan beeld, geluid en interactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly