LW 4 Flashcards

1
Q

serialisatie

A

Parallelle data (L2 frames) moeten bit voor bit over het medium gestuurd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de-serialisatie

A

De ontvanger moet de parallelle data weer inlezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

over welke keuzes gaat de fysieke laag

A
▪ Medium (glas, radio, koper)
▪ Frequentieband (radio), Golflengte (licht), Spanning/stroom
(koper)
▪ Bit-representatie
▪ Bitrate (= aantal bit per seconde)
▪ Synchroon/Asynchroon
▪ Frame-size
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

met welke layer is de fysieke layer nauw verbonden

A

datalinklayer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat voor soort functies vallen binnen datalinklayer?

A

foutafhandeling
fysieke adressering
optionele zaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke layer heeft lokale betekenis

A

datalinklayer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Point-to-point communicatie

A

de communicatie tussen twee direct aan elkaar aangesloten systemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

End-to-end communicatie

A

de logische communicatie tussen 2 eindsystemen (uiteraard gedragen door 1 of meerdere point-to-point communicatieverbindingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

waar heeft de datalinklaag (L2) alleen betrekking op

A

point-to-point communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

IEEE802.3

A

internet in het algemeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

IEEE802.11

A

internet in de draadloze variant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

is het mogelijk om 2 devices te hebben met hetzelfde MAC adres?

A

ja, machineadres heeft alleen een lokale betekenis, binnen de LAN/netwerksegment waar je dan bent
L2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat voor notatie is dit 02:6B:E1:23:6A:C1

A

hexadecimale notatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leg uit: 02:6B:E1:23:6A:C1

A

Eerste 3 bytes identificeren de fabrikant, Laatste drie bytes identificeren één
uniek device van die fabrikant (in principe uniek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar zorgt ethernet voor

A

voor point-to-point verbindingen in een LAN

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

LAN

A

Local Area Network = netwerk binnen een organisatie met een grootte tot ong. 100 meter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

ethernet heeft een foutdetectie, hoe heet het

A

CRC controle; Een speciaal veld (CRC) wordt bij verzending berekend uit de header+payload en meegestuurd in de header.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

EIA/TIA568

[ETHERNET]

A

connector aansluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

pulstrafo

[ETHERNET]

A

zet bepaalde spanningsstromen om

20
Q

processor

[ETHERNET]

A

lokale processor die zorgt voor alle communicatietaken van ethernet en implementeert alle standaards

21
Q

waarom regelt een processor dat

[ETHERNET]

A

zodat een hoofdprocessor niet belast wordt met al die taken

22
Q

bij WIFI is cryptografische beveiliging noodzakelijk

A

WPA2 authenticatie en encryptie

23
Q

waar wordt deze vorm van WIFI gebruikt 802.1x

A

in bedrijfsnetwerken

24
Q

Destination-MAC

A

fysiek adres v.d. bestemming

25
Q

Source-MAC

A

fysiek adres v.d. afzender

26
Q

Wat is de gebruikelijke payload van ethernet frames in een modern computer netwerk

A

IP Packet

27
Q

moet een MAC-adres uniek zijn?

A

In principe hoeft een MAC-adres niet wereldwijd uniek te zijn, zolang devices binnen een lokaal netwerk maar verschillende adressen hebben. Wereldwijd uniek is wel wenselijk omdat dat dubbele MAC-adressen volledig uitsluit.

28
Q

wat doet een switch

A

(ook wel L2-switch genoemd) verbindt ethernetcomputers aan elkaar.

29
Q

wat zijn de belangrijkste taken van een Internet Layer L3

A

▪ Routeren van verkeer (wereldwijd op basis van het Internetadres)
▪ Koppelen verschillende netwerken

30
Q

hoe heet dit: 10.2.3.5

A

dotted decimal notatie

31
Q

een IP-adres bestaat uit een hostdeel en een netwerkdeel

A

▪ vaak is het laatste byte het hostdeel (wijst de host aan in een LAN)
▪ vaak zijn de eerste drie bytes het netwerkdeel (wijst wereldwijd het netwerk aan)

32
Q

switch

A

werkt op de datalinklaag

33
Q

router

A

werkt op de netwerklaag

34
Q

Wat gebeurt er met het destination IP-adres en het source IP-adres in de header van een IP-pakket als deze een router passeert?

A

niets: deze veranderen niet

35
Q

omzetting van hostnames naar IP-adressen

A

Een hostname kan worden omgezet naar een IP-adres met behulp van DNS

36
Q

taken transportlaag

A

▪ Passende End-to-end communicatie
▪ Applicatie-adressering (TCP, UDP)
▪ Foutdetectie/correctie (TCP)
▪ Flow control (TCP)

37
Q

End-to-end communicatie

A

End-to-end communicatie is de logische communicatie tussen eindsystemen. Er kunnen meerdere routers tussen zitten.

38
Q

Transmission Control Protocol (TCP) taken

A
  • segmentation and reassembly
  • betrouwbaar transport
  • applicatie/procesadressering
39
Q

segmentation and reassembly

A

het in stukjes breken van een lang bericht (segments), zodat het bericht in stukjes verzonden kan worden. Bij de ontvanger worden de stukjes weer aan elkaar geplakt (reassembly)

40
Q

Error control

A

fouten worden gedetecteerd en leiden tot het

automatisch herhalen van de betrokken segmenten

41
Q

Flow control

A

de zender zal niet meer data versturen dan

dat de ontvanger kan verwerken

42
Q

Fysiek adres (bijv. MAC)

A

wijst lokaal de “next hop“

aan (dat zal uiteindelijk de eindbestemming zijn)

43
Q

IP-adres

A

wijst wereldwijd de host (het eindsysteem) aan

44
Q

Poortnummer

A

wijst de applicatie aan binnen de host

45
Q

Wat voor soort “adres” wordt gebruikt om een binnenkomend bericht bij het juiste proces op een computer af te leveren

A

poortnummer

46
Q

Welk transport-protocol adviseer je voor het verzenden en ontvangen van email?

A

tcp

47
Q

voorbeeld van een udp

A

VoIP, streamen, ingame play events