Logistiek H4 Flashcards

1
Q

Administratieve voorraad

A

de voorraad die volgens de voorraadadministratie aanwezig moet zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

afboeken

A

het verlagen van de administratieve voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

afschrijvingskosten

A

de kosten voor waardevermindering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

balans

A

een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van de onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

balanswaarde

A

het bedrag dat de voorraad op een bepaald moment waard is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bijboeken

A

het verhogen van de administratieve voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

cyclische inventarisatie

A

een inventarisatie van de voorraad in verschillende secties of afdelingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

derving

A

het verschil tussen de administratieve en technische (werkelijke) voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dervingspercentage

A

derving uitgedrukt in een percentage van de administratieve voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

economische voorraad

A

de voorraad waarover je risico van een prijsdaling of prijsstijging loopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

inkoopprijs

A

de prijs die je betaalt voor de ingekochte artikelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

integrale inventarisatie

A

een inventarisatie van alle artikelen in voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

inventarisatieplan

A

een plan om de voorraad te inventariseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

inventariseren

A

het tellen en registreren van de voorraad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

maximumvoorraad

A

het aantal producten dat je maximaal kunt opslaan in het magazijn en in de winkelruimte zonder dat de kosten of het risico te groot worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

minimumvoorraad

A

het aantal producten dat je hanteert als ondergrens om te bestellen en waarmee je de levertijd overbrugt

17
Q

pijplijnvoorraad

A

voorraad die al besteld is, maar nog niet geleverd

18
Q

POS (point of sales)

A

afrekensysteem, gekoppeld aan de voorraadadministratie, dat de scanning artikelinformatie verwerkt en afdrukt op de kassabon

19
Q

rentekosten

A

de kosten die veroorzaakt worden doordat er geld in de voorraad gestoken wordt

20
Q

risicokosten

A

kosten van de risico’s op derving

21
Q

ruimtekosten

A

de kosten van het magazijn die direct samenhangen met het houden van voorraad

22
Q

seizoensvoorraad

A

extra voorraad die je hebt doordat er meer verkocht wordt omdat het een seizoen product is

23
Q

steekproefsgewijze inventarisatie

A

een complete controle van een representatief deel van de voorraad

24
Q

technische voorraad

A

de werkelijke voorraad die aanwezig is in de winkel en het magazijn

25
Q

veiligheidsvoorraad

A

de voorraad waarmee je afwijkingen in de vraag kunt opvangen als die vraag onverwacht groter is dan verwacht tijdens de levertijd

26
Q

vendor-managed inventroy (VMI)

A

een door anderen beheerde voorraad in je winkel

27
Q

voorinkopen

A

de voorraad is besteld, maar niet geleverd

28
Q

voorraadkosten

A

alle kosten die je maakt omdat je producten op voorraad hebt

29
Q

voorraadkostenpercentage

A

de verhouding tussen de voorraadkosten en de waarde van de voorraad weergegeven in een percentage

30
Q

voorraadwaardering

A

de verhouding tussen de voorraadkosten en de waarde van de voorraad weergegeven in een percentage

31
Q

voorraadwaardering

A

de waarde van de voorraad op de balans vaststellen met een vooraf bepaalde methode

32
Q

voorverkoop

A

de artikelen die je al verkocht zijn, maar nog in de winkel liggen