Logistiek H3

Question 1

actieartikel

Answer 1

artikel dat in de aanbieding is

Question 2

assortimentsgroep

Answer 2

groep met artikelen uit het assortiment die bij elkaar horen

Question 3

barcode

Answer 3

een streepjescode van het artikelnummer

Question 4

basisassortiment

Answer 4

artikelen die je standaard in de winkel hebt

Question 5

beprijzen

Answer 5

het artikel voorzien van een zichtbare verkoopprijs

Question 6

beveiligingstag

Answer 6

een kaartje of merkje dat zichtbaar of onzichtbaar op het artikel zit tegen diefstal

Question 7

extern magazijn

Answer 7

opslagruimte op afstand van de winkelvestiging

Question 8

facings

Answer 8

het aantal zichtbare exemplaren van een artikel in het schap

Question 9

familygrouping

Answer 9

artikelen die bij elkaar horen, staan bij elkaar

Question 10

fast mover

Answer 10

artikel met een hoge omloopsnelheid

Question 11

fifo-systeem (first in, first out)

Answer 11

artikelen die het eerst binnenkomen, worden als eerste verkocht

Question 12

fulfilment

Answer 12

magazijnbeheer waarbij alle magazijntaken worden uitbesteed aan een ander bedrijf

Question 13

fysieke eigenschap

Answer 13

eigenschap van een artikel, zoals grootte en gewicht

Question 14

gemengd locatiesysteem

Answer 14

een deel van de artikelen staat op een vaste plek in het magazijn en een deel van de artikelen worden op vrije locaties opgeslagen

Question 15

intern magazijn

Answer 15

een magazijn binnen de winkelvestiging

Question 16

langzaamloper

Answer 16

artikel met een lage omloopsnelheid

Question 17

lifo-systeem (last in, first out)

Answer 17

artikelen die als laatste binnenkomen, worden als eerste verkocht

Question 18

locatiecode

Answer 18

combinatie van cijfers en/of letters die uniek is voor een bepaalde plek in het magazijn

Question 19

magazijn

Answer 19

ruimte waar je goederen opslaat

Question 20

magazijnstelling

Answer 20

een groot rek met legborden, waardoor verdiepingen onstaan

Question 21

NVWA

Answer 21

Nederlandse Voedsel-en Warenautoriteit. Dienst die consumentenartikelen controleert op het voldoen aan wettelijke eisen

Question 22

Omzetsnelheid

Answer 22

aantal keren dat de gemiddelde voorraad van een artikelen in een bepaalde periode wordt verkocht

Question 23

opslagmethode

Answer 23

manier om goederen op te slaan

Question 24

pallet

Answer 24

houten of plastic plateau waarop goederen kunt opslaan of transporteren

Question 25

rageartikel

Answer 25

artikel dat korte tijd in de mode is

Question 26

schappenplan

Answer 26

een document of tekening waarin de schapindeling voor de basisartikelen staat

Question 27

seizoensartikel

Answer 27

artikel dat bij een bepaald seizoen hoort, zoals kerboomlampjes

Question 28

slow mover

Answer 28

artikel met een lage omloopsnelheidt

Question 29

snelloper

Answer 29

artikel met een hoge omloopsnelheid

Question 30

spiegelen

Answer 30

artikelen vooraan in het schap zetten

Question 31

TGT

Answer 31

te gebruiken tot

Question 32

THT

Answer 32

ten minste houdbaar tot

Question 33

vast locatiesysteem

Answer 33

artikelen staan altijd op een vaste plek in het magazijn

Question 34

vloerbelasting

Answer 34

geeft aan hoeveel zware materialen je op een vloer kunt neerzetten, zonder dat ze beschadigen

Question 35

vrij locatiesysteem

Answer 35

artikelen zijn opgeslagen op de beschikbare vrije plekken in het magazijn en zijn terug te vinden met een locatiecode