Logistiek h1 Flashcards

1
Q

Assortiment

A

Alle verschillende producten die de retailer verkoopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bedrijfskolom

A

Een overzicht van alle bedrijven die betrokken zijn bij de weg van een product van grondstof tot consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

branche

A

Een groep bedrijven die hetzelfde soort producten verkopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

criminele derving

crimineel

A

goederen die verloren gaan met bewustzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

derving

A

het verlies van geld of goederen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

derving preventieplan

A

een plan waarin je oorzaken en gevolgen van derving beschrijft en aangeeft welke maatregelen je neemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

distributiecentrum

A

een centraal magazijn dat wordt gebruikt om goederen op te slaan en te verdelen over verschillende winkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

duurzaamheid

A

een langdurig evenwicht tussen people planet en profit waardoor mensen nu en in de toekomst een welvarend en gezond bestaan leiden, zonder daarbij het leven op aarde in gevaar ge brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

expediteur

A

een bedrijf dat het transport voor een ander bedrijf regelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

externe goederenstroom

A

alle transporten en bewerkingen van goederen buiten de winkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fabrikant

A

bedrijf dat goederen producee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

goederenstroom

A

de weg die grondstoffen en goederen afleggen van oerproducent naar consument

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

groothandelaar

A

bedrijf dat grote partijen goederen inkoopt en die in kleinere hoeveelheden doorverkoopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

importeur

A

bedrijf dat goederen in het buitenland koopt en deze goederen naar Nederland laat vervoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

informatiesysteem

A

een (digitaal) systeem waarmee je gegevens verzamelt, vastlegt, bewerkt, analyseert en rapporteert om beslissingen te kunnen nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

inkoopovereenkomst

A

een afspraak voor het leveren van bepaalde goederen tegen bepaalde voorwaarden voor een afgesproken prijs

17
Q

interne goederenstroom

A

alle transporten en bewerkingen vanaf de ontvangst van goederen binnen de eigen winkel of het magazijn

18
Q

leverancier

A

bedrijf dat goederen levert

19
Q

logistiek

A

de organisatie van de goederenstroom

20
Q

logistiekketen

A

de op 1 volgende activiteiten in de bedrijfskolom die te maken hebben met de geoderenstoom zoals plannen, transporteren, opslaan, beheren van de voorraad, verplaatsen, verpakken en administreren

21
Q

niet-criminele derving

A

goederen gaan verloren door werkfouten, administratieve fouten en controle fouten

22
Q

raamovereenkomst

A

een afspraak met een leverancier om goederen tegen een afgesproken prijs te leveren gedurende bepaalde periode

23
Q

Retail logistiek

A

de goederenstroom die georganiseerd wordt door Retail bedrijven

24
Q

retourgoederen

A

goederen die teruggaan naar de leverancier, omdat er te veel geleverd is of omdat die goederen niet in orde zijn

25
Q

transporteur

A

vervoerder die zorgt voor het verplaatsen van goederen

26
Q

voorraadbeheer

A

registren, bijhouden, en beschermen van de voorraad