lj3 h1.2 1.3 1.4 2.1 leerdoelen Flashcards

1
Q

hoe zag de machtsverhoudingen eruit in europa rond 1900?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

leg een verband tussen het nationalisme en de situatie in de balkans rond 1900

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaak van de situatie in de balkan rond 1900

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom was de russisch-japanse oorlog belangrijk

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom was er een systeem van bond

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

noem een indirecte oorzaak van de eerste wereldoorlog

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

beschrijf het verloop van de eerste wereldoorlog

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe was de eerste wereldoorlog begonnen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

leg uit hoe de eerste wereldoorlog een totale oorlog was

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

je kunt beschrijven hoe in italië het facisme opkwam

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

noem een directe oorzaak van de eerste wereldoorlog

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

leg uit waarom de republiek van weimar grote politieke en economische problemen kende

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat voor gevolgen had de eerste wereldoorlog op europa

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

leg de belangrijkste ideeën van karl marx uit

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

noem wat indirecte oorzaken van de russische revolutie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef een beschrijving van het verloop van de russische revolutie

A