Literatuur week 2 Flashcards

1
Q

Uitkomst klachtenanalyse

A

Een verhelderende diagnose met daarin de klachten en bijpassende hulpvragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voorwaarden

A

Professionele voorwaarden
- Relationele voorwaarden: diagnosticus moet empathisch zijn, goed kunnen luisteren
- Zakelijke voorwaarden: diagnosticus moet correcte informatie verstrekken aan de cliënt
Methodologische voorwaarden: Kennis hebben van mogelijke vertekeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Diagnostisch scenario

A

De stappen van de cyclus die moeten worden doorlopen om een passend antwoord te kunnen geven op de hulpvraag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vraagstellingen

A

Verhelderend - Hoe kan ik verwoorden wat er aan de hand is
Onderkennend - Wat is er aan de hand, wat voor soort probleem
Verklarend - Welke condities houden het probleem in stand, veroorzaken het, lokken het uit
Indicerend - Wat kan er worden gedaan om het probleem te verhelpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnostische hulpvraag begint met:

A

‘Ik zou graag willen dat …’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fluid intelligence

A

De vaardigheid om nieuwe informatie te verwerken, te leren en problemen op te lossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Crystallized intelligence

A

Verkregen kennis over de jaren heen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Internalisatie

A

Werkwijze eigen maken door observatie volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zone van naaste ontwikkeling (ZNO)

A

Gat tussen wat het kind al kan en wat het kan bereiken, dit gat kan overbrugt worden door de hulp van een volwassene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

G-factor

A

Algemene intelligentie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Primary mental abilities

A

7 onafhankelijke intelligentiefactoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Three-stratum theory

A

Hiërarchisch model met 3 niveaus:
Niveau 1: groot aantal specifieke factoren
Niveau 2: zevental groepsfactoren
Niveau 3: g-factor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

WPPSI-III

A

2-8 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

WISC-III

A

6-16 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

WAIS-IV

A

16+ jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

WNVL

A

4-21 jaar, non-verbaal

17
Q

Verbaal IQ

A

Taken zijn verbaal afgenomen

18
Q

Performaal IQ

A

Alleen de instructie is verbaal

19
Q

Testscatter

A

De mate waarin de subtestscores van elkaar of het gemiddelde afwijken

20
Q

Intelligentietesten naast de WISC

A

RAKIT- 4-12 jaar
RAVEN 4-10 jaar

21
Q

Luria neuropsychologische theorie

A

Beschrijft 3 systemen:
1. Arousal en alertheid
2. Perceptie, verwerking van informatie
3. Uitvoering

22
Q

Emotionele intelligentie

A

Kennis van de eigen emoties, emotieregulatie, zelfregulatie

23
Q

Leergeschiktheid

A

Het geleerde tot nu toe en te verwachten leerprestaties

24
Q

Test-train-test procedure

A

Standaard intelligentietesten zijn ongeschikt voor kinderen uit immigratie en lage SES gezinnen doordat zij niet de geschikte voorschoolse omgeving hebben om optimaal te leren.

25
Testing-the-limits
De diagnostici worden in staat gesteld om de test te verlengen of door te vragen bij een kind, hierdoor gaan de testscores sterk omhoog.
26
Diagnostische cyclus
1. De aanmelding 2. De klachtenanalyse 3. De probleemanalyse 4. De verklaringsanalyse 5. De indicatieanalyse 6. Advisering 7. Rapportage
27
Stappen klachtanalyse
1. Klachtanalyseren 2. Verhelderende diagnose 3. Diagnostische hulpvragen 4. Diagnostisch scenario