Literatuur week 1 Flashcards
Twee soorten beslissingstheorieën
Descriptieve beslissingstheorie - Het onderzoek naar fouten en vertekeningen is beschrijven van aard. Hier wordt nagegaan hoe het oordelen en beslissen feitelijk verloopt.
Normatieve beslissingstheorie - Gaat verder dan alleen beschrijven en verklaren. Het geeft ook aan hoe de beslisser formeel te werk moet gaan op basis van een aantal rationele grondregels (axioma’s).
Klachtenanalyse
Eerste stap uit de diagnostische cyclus, wordt verwoord als: hoe moet ik verwoorden wat ik t.o.v. dit kind/mijzelf ervaar, verheldering, verhelderend onderzoek.
Probleemanalyse
Tweede stap uit de diagnostische cyclus, wordt verwoord als: wat is er met mij/dit kind aan de hand, onderkenning, onderkennend onderzoek.
Verklaringsanalyse
Derde stap uit de diagnostische cyclus, wordt verwoord als: waarom is dit met mij/dit kind aan de hand, verklaring, verklarend onderzoek.
Indicatieanalyse
Vierde stap uit de diagnostische cyclus, wordt verwoord als: hoe kan ik/dit kind het best geholpen worden, indicatie, indicerend onderzoek.
Diagnostisch scenario
Het aantal stappen dat wordt uitgevoerd om een antwoord te kunnen geven op de hulpvraag, 1 type = 0-scenario etc.
Klachtenanalyse uitleg
In deze stap verzamelt de diagnosticus klachten van de cliënt, er volgt een ordening van klachten waarop hulpvragen betrekking hebben.
Probleemanalyse uitleg
In deze stap worden de problemen in jargon benoemt en wordt er een ernsttaxatie uitgevoerd.
Verklaringsanalyse uitleg
In deze stap worden hypothesen opgesteld met voorspellingen en wordt er een integratief beeld opgezet.
Indicatieanalyse uitleg
In deze stap worden er aanbevelingen gedaan voor één of meer interventies met een kans van slagen.
Heuristiek: causale (actor-observator) attributie
Houdt in dat diegene die handelt (actor) vanuit externe, situationele omstandigheden zijn gedrag verklaard en de observator vanuit interne stabiele disposities.
Heuristiek: Gedragsconformatie
Door middel van gedrag (bv. ja-knikken) uitlokken van informatie die past bij je denkbeeld.
Heuristiek: beschikbaarheid
het gemak waarbij je voorbeelden kan bedenken voor een verschijnsel
Heuristiek: Representativiteit
Individuen schatten de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis in op basis van een breed en typisch voorbeeld van een gebeurtenis of object.
Heuristiek: Verankering
Schatting wordt gedaan op basis van de eerste beschikbare informatie.
Heuristiek: Confirmatorische teststrategie
Op zoek gaan naar informatie dat past bij de eigen mening.
Vervolgtraject
De gang van zaken bij het voortzetten van het contact
Professionele voorwaarden:
Relationele voorwaarden: de diagnosticus moet in staat zijn tot een luisterende, empathische en integere houding.
Zakelijke voorwaarden: de diagnosticus moet in staat zijn om correcte informatie te verstrekken over wat de cliënt kan verwachten.