lijst 7+8 Flashcards
1
Q
anhalten
A
stoppen
2
Q
der brauch
A
de gewoonte
3
Q
brutal
A
wreed
4
Q
fließend
A
vloeiend
5
Q
der forscher
A
de onderzoeker
6
Q
frech
A
ondeugend
7
Q
grau
A
grijs
8
Q
hauen
A
slaan
9
Q
die herangehensweise
A
de aanpak
10
Q
sich herausstellen
A
blijken
11
Q
hervorragend
A
uitstekend
12
Q
heutzutage
A
tegenwoordig
13
Q
das hirn
A
de hersenen
14
Q
die köpersprache
A
de lichaamstaal
15
Q
niemals
A
nooit