Lieshout 1.4-1.5 inleiding Flashcards
Psychische stoornis
wanneer de problematiek van een jeugdige voldoet aan de criteria van de DSM-5. ligt vaak in de aanleg en rijping van het CZS, wat direct invloed heeft op ontwikkelingsfuncties. Uiteindelijk kan de balans tussen draagkracht/draaglast zo verstoord raken dat de persoon niet meer goed kan functioneren.
neurobiologische ontwikkelingsstroornissen
problemen in de ontwikkeling waarbij hersenafwijkingen een belangrijke rol spelen. ADHD, ASS en leerstroornissen.
Gedragsstoornissen
oppositionele-opstandige stoornis (ODD) of een normoverschrijdend-gedragsstoornis (CD)
Externaliserende en internaliserende stoornissen
Naar buiten gericht ADHD, , ODD en agressie de omgeving heeft hier veel last van.
Naar binnen gericht. eomotionele stoornissen
Hechtingsstroornis
zowel extern als intern
Gedragsprobleem
Voldoet niet aan de DSM-5 maar er is wel sprake van ongewenst of storend gedrag
gen-omgevingsinteractie
Wisselwerking tussen aanleg van het kind en zijn omgeving. Interactie tussen het kind en zijn opvoeders kan de eventueel in aanleg aanwezige problemen verminderen of juist verergeren.
Waarbij speelt de DSM-5 een cruciale rol
bij de bepaling of er sprake is van een gedragsprobleem of een stoornis
onderscheid tussen stoornissen in de DSM is arbitrair (willekeurig)
dezelfde aspecten kunnen bij meerdere stoornissen voorkomen.
EF executieve functies
controle-en regelfuncties van de hersenen, die voor aandacht,planning, organisatie, emotieregulatie, impulsbeheersing essentieel zijn.
zowel bij ASS en ADHD wordt dit gekenmerkt door cognitieve problemen
Wat is de DSM
geen diagnostisch instrument maar een classificatiesysteem
patalogiedenken
het voortdurend op zoek zijn naar wat er ziek, zwak, moeilijk en problematisch is.
ecologische visie
hierin benadrukken ze vooral de verwevenheid van kind- en omgevingsfactoren. Gedragsproblemen van kinderen zijn relatief, situatieoneel, relationeel en fluctuerend
Wat is de visie Ontzorgen (demedicaliseren, normaliseren)
Richten op de krachten, talenten ven een kind en het ondersteunen en versterken van leerkrachten in hun promaire lestaak en in hun opvoedend handelen.