lidwoorden Flashcards
1
Q
de/het mannelijk
A
der
2
Q
de/het vrouwlijk
A
die
3
Q
de/het onzijdig
A
das
4
Q
de/het meervoud
A
die
5
Q
een mannelijk
A
ein
6
Q
een vrouwelijk
A
eine
7
Q
een onzijdig
A
ein
8
Q
geen mannelijk
A
kein
9
Q
geen vrouwelijk
A
keine
10
Q
geen onzijdig
A
kein
11
Q
geen meervouw
A
keine