les 9 Flashcards

1
Q

waarvoor gebitsbescherming? (2)

A
  • klemmen/knarsen

- sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 factoren die het risico op sporttrauma beïnvloeden

A
  • soort sport
  • sporter zelf
  • omgevingsfactoren
  • participatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

preventie sporttrauma (3)

A
  • patiënt informeren
  • risico op trauma inschatten
  • aangepaste bescherming bieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

eisen waaraan een goede gebitsbeschermer moet voldoen (4)

A
  • liefst op maat gemaakt, moet alle tanden omvatten goed aangepast zijn aan de tanden, gingiva en occlusie
  • stevig en flexibel materiaal dat gemakkelijk te reinigen is
  • moet goed op zijn plaats blijven zitten
  • moet impact absorberen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

3 soorten gebitsbeschermers

A
  • standaard gebitsbeschermer
  • boil and bite gebitsbeschermer
  • op maat gemaakte gebitsbeschermer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

standaard gebitsbeschermer (2)

A
  • geen op maat gemaakte pasvorm

- zitten vaak slecht en oncomfortabel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

materialen waaruit een gebitsbeschermer kan bestaan (4)

A
  • latex
  • acrylhars
  • EVA = ethyleenvinylacetaat
  • PVC
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bruxisme

A

parafunctionele activiteit zoals knarsen, wrijven, tikken/klappertanden en persen met de elementen tegen elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

diagnose klemmen/knarsen (4)

A
  • gedrag van patiënt
  • slijtage/traumata aan tanden
  • hypertrofie kaakspier
  • botexostosen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

functie van de occlusale opbeetplaat (5)

A
  • bescherming van natuurlijke elementen tegen slijtage
  • voorkomen van fracturen van prothetische restauraties
  • vermijden van tandmigratie
  • stabilisering van de occlusale relatie
  • verminderen van craniomandibulaire spanningen door verdeling van de krachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

4 eisen waaraan een goede opbeetplaat aan moet voldoen (4)

A
  • bestand zijn tegen langdurig gebruik
  • opbeetplaat moet een glad occlusaal vlak hebben zonder patroon
  • hele tandboog moet zijn overkapt om uitgroei te vermijden
  • opbeetplaat moet in boven - en onderkaak gesitueerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly