les 11 Flashcards
wanneer sedatie?(4)
- angst
- wanneer de gedragsmatige aanpak niet meer volstaat
- bij verstandelijke beperking
- bij fysieke beperking
meest aangewezen behandeling hangt af van (5)
- het niveau van coöperatie
- de leeftijd
- de uitgebreidheid van het tandbederf
- de motivatie
- de kennis en expertise van de tandarts
effecten van lachgas(4)
- bewustzijnsverandering tot en met bewusteloosheid
- verminderd reukvermogen
- verandering van stemming
- amnesie –> vergeetachtigheid, geheugenverlies
tidal volume
hoeveelheid lucht die wordt verplaatst bij een normale in- of uit ademhaling
adem-minuut volume bereken
tidal volume x ademhalings frequentie
lachgas indicaties (5)
- patiënten bij wie spanning vermeden moet worden
- patiënten met onvoldoende copingsstrategie
- spastische patiënten
- patiënten met een braak reflex
- patiënten bij wie lokale anesthetica gecontra-indiceerd zijn
lachgas contra indicaties patiënt (4)
- ASA score >2
- als goede medewerking niet gegarandeerd kan worden
- vitamine B12 deficiëntie of genetische aandoening van vitamine B12 foliumzuur metabolisme
- zwangerschap –> foliumzuur is nodig tijdens de zwangerschap
voorzorgsmaatregelen lachgas behandelaar (3)
- apparatuur, behandelruimte, transport en opslag van lachgas
- monitoren van de blootstelling aan lachgas
- adequate afzuigapparatuur
pre- oxygenatie
lachgas procedure–> eerst 2 min O2 toedienen om stikstof uit de longen weg te wassen
lachgas procedure noteren (5)
- gebruikte N2O
- kwaliteit sedatie
- eventuele neveneffecten
- duur behandeling
- hartslag
kenmerken van beginnende sedatie (3)
- droge mond
- ontspannen gevoel
- tintelingen in de tong, lippen, vingers en voeten
kenmerken van een sedatie(5)
- dromerigheid
- rustiger gedrag
- warme diepe ontspanning
- gevoel van zweten
- afwezigheid
kenmerken van over sedatie
- onrust, open starende ogen, transpiratie
- patiënt volgt geen aanwijzingen meer
- neiging tot sluiten van de mond
- soms misselijkheid, overgeven
- amnesie
oraal sedatie met farmaca
benzodiazepines
sedatie met farmaca indicatie (3)
- matig tot ernstige mentale retasdatie
- chirurgische ingrepen
- enkel bij volwassenen
verschillende stadia in diepte anesthesie (4)
I = begint bij de inleiding van de anesthesie en wordt gekenmerkt door bewustzijnsverlies
II = excitatie fase wordt gekenmerkt door onrust, de patiënt heeft wijde pupillen en een onregelmatige hartslag. prikkels kunnen leiden tot hoesten
stadium III = chrirurgische fase, er is voldoende diepte van de anesthesie, daardoor reageert de patiënt niet meer op chirurgische prikkels
stadium IV = ademstilstand door verlamming van de ademhalingsspieren, de patiënt moet beademd worden
welke vitale functies wordt door de anesthesist bewaakt(4)
- bloeddruk
- hartfrequentie
- temperatuur
- zuurstofsaturatie
functies van de stoffen die toegediend worden tijdens algemene anesthesie (4)
- pijnbestrijding
- bewusteloosheid
- spierverslapping
- onderdrukking van spinale reflexen
OBA
office based anesthesie –> anesthesiologische ondersteuning buiten het ziekenhuis