Les 6 Flashcards
The window
Het raam
Sit down
Gaan zitten
The menu
De menukaart
In the meantime
Alvast
The mineral water
Het mineraal water
Just
Alleen
The main course
Het hoofdgerecht
The main course
Het hoofdgerecht
The Starter
Het voorgerecht
Dessert
Het Nagerecht/ het toetje
Perhaps
Misschien
Very
Erg
As/if
Als
Steak
De biefstuk
Um
Eh
The meat
Het vlees
After all
Toch
Todays special
De dagschotel
To choose
Kiezen
The knife
Het mes
The fork
De vork
The spoon
De lepel
To fetch/to pick up
Halen
It’s ok
Het gaat wel
Kind (as in what kind of)
De soort
To try or taste food/ to test a sample of
Proeven
A little/ a bit/ somewhat
Wat
Greasy
Vet
Ice cream
Het ijs
Fruit
De Vrucht
Chocolate x2
Chocola / chocolade
Vegetarian
De Vegetarisch (e) - it’s an adjective so depending on where in the sentence
Whipped cream
De slagroom
Without
Zonder
Keep the change
Laat de rest maar zitten
How do you find the soup
Hoe vind je de soep
Do you like chicken
Houd je van kip
Delicious
Heerlijk
I don’t like
Ik houd niet van
I think it’s gross
Ik vind het vies
Let’s make it €50
Maak er maar €50 van
Lukewarm
Lauw
Roasted
Geroosterde
Herbs
Kruiden
Homemade
Huisgemaakte
Melted
Gesmolten
Baguette
Het Stokbrood
If in stock
Indien voorradig
Prawn crackers
Kroepoek (pronounced kroopuk)
Thigh
Dij
Pork fillet
Varkenshaas
Cream
De Room
Topped with
Bestrooid met
Meatball
De Gehaktbal
Pastry
Het Deeg
Preparation
Bereiding
The base
De bodem
Blackcurrant
Bosbessen
Caramelised
Gekarameliseerde
Pomegranate
Granaatappel (literally grenade apple)
BlackBerry
Bramen
Conjugate the verb - May
Mogen
Ik mag
Je/u mag
Hij/zij/ze/het mag
We/wij mogen
Jullie mogen
Zij/ze mogen
Conjugate to want
Willen
Ik wil
Je/u wil/wilt
Hij/zij/ze/het wil
We/wij willen
Jullie willen
Zij/ze willen
Conjugate must
Moeten
Ik moet
Je/u moet
Hij/zij/ze/het moet
We/wij moeten
Jullie moeten
Zij/ze moeten
Conjugate can
Kunnen
Ik kan
Je/u kunt/kan
Hij/zij/ze/het kan
We/wij kunnen
Jullie kunnen
Zij/ze kunnen
Conjugate shall
Zullen
Ik zal
Je/u zult/zal
Hij/zij/ze/het zal
We/wij zullen
Jullie zullen
Zij/ze zullen
The tip
De fooi
rich (as in a rich chocolate cake) - literally means mighty
Machtig