Les 5: Risicotaxatie Flashcards
Risicotaxatie moet gezien worden als tussen 2 fundamentele begrippen cursus: leefwereld enerzijds, 3 interesses mensen anderzijds. Enkele vragen hierbij te stellen
- Wat zijn levensbeschouwelijke aspecten hiervan en wat voor impact heeft die op leefwereld?
- Doel risicotaxatie is inschatten risico opnieuw strafbare feiten plegen. Vertrekt vanuit manipulatieve interesse. Conflicteert soms met zingevende interesse. Hoe verhouden deze zich?
Risicotaxatie belangrijk en wordt steeds belangrijker
- Bv: risicotaxatie Marc Dutroux. Advocaat beweerde vervroegd vrij buiten mocht. Kunt bij straffen van meer dan 3 jaar, vanaf 1/3 straf vrijkomen
- Hangt af of je dit toegekend krijgt of niet. Hangt af van wettelijke tegenindicatie, oa risico nieuwe feiten. Dienst in gevangenis hiermee bezighoudt: PsychoSociale Dienst (PSD). Roep meer taxatie, maar weerstand
Algemeen kader: 4 prominenten strafdoelen
- Vergelding: verleden
- Afschrikking: toekomst
- Onschadelijkmaking: wie gevaarlijk is moet blijven: toekomst
- Rehabilitatie: wie gevaarlijk is moet behandeld worden: toekomst
Risk-need-responsivity model (RNR)
Principes
- Eerste principe: risk/risico
- Tweede principe: need/behoefte
- Derde principe: responsivity/responsiviteit
Risk-need-responsivity model (RNR)
Theorie
- Gebaseerd op algemene gedragstheorie: “A General and Cognitive Social Learning perspective on criminal conduct”
• Centraliteit model gaat uit van idee dat gedrag product is van kosten-baten analyse. Delinquent gedrag tot stand na analyse. Mensen in situatie waarbij kosten crimineel gedrag laag en baten hoog
• In behandeling moet bekrachtiger afgekeurd worden: baten delinquent gedrag dalen, kosten stijgen: cognitieve gedragstherapie
• Niets te maken met rechtvaardigheid: gaat niet om zingevende, maar manipulatieve interesse
Risk-need-responsivity model (RNR)
Praktijk
- Criminogene factoren verbinden dader, risicometing en behandeling. Dader heeft enkele criminogene factoren, gemeten door risicotaxatie instrumenten en getarget in behandeling. Alles centreert rond criminogene factoren
Risk-need-responsivity model (RNR)
Criminogene factoren
- Geschiedenis antisociaal gedrag: belangrijke indicator voor nieuw antisociaal gedrag
- Antisociaal persoonlijkheidspatroon, zoals narcisme
- Antisociale cognities: bepaalde overtuigingen waardoor kosten-baten analyse ten voordele van crimineel gedrag
- Antisociale peers: mensen om zich heen ook geschiedenis antisociaal gedrag/persoonlijkheidspatroon/cognities
- Familiale/echtelijke relaties
- School/werk
- Vrije tijd/recreatie
- Middelengebruik
Risk-need-responsivity model (RNR)
Behandelingindicatie
- Level of Service Inventory – Revised Version (LSI-R) (W.R. Miller): toetst criminogene factoren, leidt tot 5-puntenschaal en behandelindicatie
• Eerste levels: weinig sprake van criminogene factoren, dus weinig nood voor behandeling. Hoe meer criminogene factoren, hoe meer behandeling geacht nodig te hebben
• Economische theorie: mooie theorie in eenvoud, echter veel kritiek - Levels
• 1: weinig/geen factoren, zelfde risico als in vrije samenleving, geen behandeling
• 2: enkele/milde factoren, lager risico dan gemiddeld, geen/minimale behandeling
• 3: meerdere/ernstige factoren, gemiddeld risico voor daders, serieuze behandeling (100-200u)
• 4: meerdere/ernstige/chronische factoren, hoog risico, uitgebreide behandeling (200-300u)
• 5: meerdere/(bijna) allemaal, zeer hoog risico, zeer uitgebreide behandeling (300+u)
Good Lives Model (GLM)
- Ontstaan oa als kritiek op RNR. Geen duidelijke theorie over wat rehabilitatie is- - Antisociaal gedrag niet altijd antisociaal gedrag (bv: brood stelen vanwege honger)
- Menselijk gedrag doelgericht en vertrekt vanuit basisbehoeften
- Gebaseerd op Self Determination Theorie. Gedrag gebaseerd op 3 basisbehoeften: autonomie, verbondenheid en competentie. Gedragen ons naargelang verlangen hiernaar
- GLM maakt onderscheid tussen primaire en secundaire goederen. Primaire goederen sluiten aan bij autonomie, verbondenheid en competentie. Mensen gericht op verwerven vooral primaire goederen. Crimineel gedrag: proberen verwerven primaire goederen, op sociaal onacceptabele manier. Rehabilitatie mensen behoeften leren bevredigen op sociaal acceptabele manier
- Criminogene factoren spelen rol: niet loutere focus, maar interne/externe obstakels
Verschil RNR en GLM model
Doelen
- RNR: beschermen maatschappij. “Wat werkt” simpelweg beantwoord met dat mensen geen criminele feiten meer mogen plegen. Als programma criminaliteit niet reduceert, moet programma stoppen
- GLM: beschermen maatschappij, maar ook rehabilitatie als doel op zich. “Wat werk” niet langer hoofdvraag: onverantwoordelijk om alle verantwoordelijkheid bij programma te leggen. Eerder afvragen “Wat helpt mensen op juiste pad te blijven?”. Strafbare feiten niet door programma. GLM gekaderd in bredere theorie, geloven niet in programmatie
Verschil RNR en GLM model
Insteek
- RNR: negatief. Focust op criminogene behoeften: factoren aanpakken die zorgen voor plegen criminele feiten
- GLM: positief. Focust op basisbehoeften: crimineel gedrag keuze van verkeerde middelen, maar basis positief
Verschil RNR en GLM model
Behandeling
- RNR: verwijderen dynamische factoren. Vooral verschil dader en niet-dader benadrukt, want wel/geen criminogene behoeften
- GLM: verwerven principiële goederen op maatschappelijk verantwoordde manier. Overeenkomst dader en niet-dader. Alle mensen hebben basisbehoeften, maar soms slechte middelen voor kiezen: secundaire kwestie
Verschil RNR en GLM model
Gedrag
- RNR: gedrag als kosten-baten analyse
- GLM: gedrag doelgericht en zelfgestuurd. Mens kiest zelf iets te doen. Indien foute keuze, niet meteen andere mentale structuur
Verschil RNR en GLM model
Gedragsverandering
- RNR: operante conditionering (eerder passief). Bekrachtigen anti-criminele overtuigingen en pro-criminele overtuigingen bestraffen, prosociale gedragingen moduleren
- GLM: samenwerken (eerder reactief). Samen ontwikkelen van strategieën om op prosociale manier primaire goederen te verwerven
Risicotaxatie instrumenten
Gestructureerd of niet
- Gestructureerd of niet?
- Laatste jaren overtuiging dat gestructureerde tools beter werken dan klinische tools. Kan men echter niet weten met wetenschappelijke zekerheid
- Gestructureerde risicotaxatie: meeste instrumenten lijsten, ingevuld door rator adhv gesprek(ken) persoon
- Ongestructureerde risicotaxatie: klinisch oordeel adhv gesprek(ken) persoon