Les 5 Flashcards

1
Q

de motivationele factoren bestaan uit

A
  • attitudes
  • sociale invloed en sociale norm
  • eigen- effectiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Attitude is

A

houding van iemand ten aanzien van een gedrag. dit houdt in de voor- en nadelen van gewenst en ongewenst gedrag te bekijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Attitudes bestaat uit 2 uitkomsten

A
  • rationele uitkomsten: gezond, sociaal, fit, energiek

- emotionele uitkomsten: gevoelens van plezier of spijt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Sociale invloed is

A

de invloeden die een persoon percipieert bij anderen met betrekking tot een bepaald gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

drie verschillende normen van sociale invloed

A
  • sociale normen (andermans normen over gedrag)
  • sociale modelling (waargenomen gedrag van anderen)
  • sociale steun of druk (steun voor of druk op gedrag zoals ervaren bij andere)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 soorten eigen effectiviteit

A
  • gedragseffectiviteit
  • sociale eigeneffectiviteit
  • spanningseffectiviteit
  • routinematige effectiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gedragseffectiviteit is + vb

A
  • Hoeveel vertrouwen heeft iemand dat hij of zij vaardigheden heeft om gedrag te stellen
  • Bv., gezond eten: verschillende vaardigheden nodig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Sociale eigeneffectiviteit is + vb

A
  • Hoeveel vertrouwen heeft iemand dat hij of zij het gedrag kan stellen in verschillende sociale contexten
  • Bv., roken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

spanningseffectiviteit is

A

-Hoeveel vertrouwen heeft iemand dat hij of zij het gedrag kan stellen onder stress

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Routinematige effectiviteit + vb

A
  • Hoeveel vertrouwen heeft iemand dat hij of zij het gedrag kan stellen ook al wordt men geconfronteerd met gewoontes
  • Bv., roken bij opstaan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De theory of planned behaviour is een … model

A

algemeen sociaal- psychologisch model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De theory of planned behaviour behoort tot premotivationele/ motivationele/ postmotivationele fase

A

Motivationele fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Centrale determinanten van De theory of planned behaviour model zijn

A
  • attitude
  • subjectieve norm
  • eigeneffectiviteit= waargenomen gedragscontrole
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ASE- model is een … model

A

algemeen gezondheidspsychologisch model

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het verschil met De theory of planned behaviour model en het ASE- model

A
  • subjectieve norm vs sociale invloed

- gedragscontrole vs eigeneffectiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

ASE staat voor

A
  • attitude
  • sociale norm
  • eigen effectiviteit