les 4 Flashcards

1
Q

De asset levenscyclus

A
  • Assets zijn de items die de kracht van het bedrijf omvatten
    leeg gebouw is niet een hotel
    bed in het midden van het park is ook geen hotel
    voeg alle elementen samen en dan kan je pas waarde crieeren.
  • Het is essentieel te weten welke assets het bedrijf heeft en in welke staat ze zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

irr wat en hoe

A

meerjaarlijkse analyse en dit terugbrengen naar jaar 0

is op basis van 1 project en geen 2 samengevoegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

assets

A

elementen/ objecten die waarde genereren voor een bedrijf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

levenscyclus van een hotelkamer

A

niet elke asset heeft dezelfde levensduur
tapijt 2 jaar
stoel 7 jaar
it 3 jaar
bed 10 jaar
etc…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom basiskennis van recht?

A
  • Recht heeft impact op het RENDEMENT (bv. Index)
  • Recht heeft impact op het RISICO (bv. Opzet)
  • Recht heeft impact op JURIDISCHE GESCHILLEN
    Deals onderhandeld zonder juridische kennis kunnen aanleiding geven tot JURIDISCHE GESCHILLEN (tijd + geld)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zakelijk recht vs persoonlijk recht

zakelijk recht

A

schept een rechtsband tussen een goed en de titularis van het zakelijk recht op dit goed.

ABSOLUUT KARAKTER
VOLGRECHT
VOORANG

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zakelijk recht vs persoonlijk recht

persoonlijk recht

A

schept een rechtsband tussen ten
minste twee personen

  • inter partes : gelden enkel tussen de
    partijen die het contract afgesloten
    hebben
  • Geen recht op het goed, maximaal schadevergoeding
    -Titularis van het recht komt in
    samenloop met andere schuldeisers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zakelijke hoofdrechten eigendom

A

Het meest volledige zakelijke recht

volledig gebruik / genot / hierover mogen beschikken

genot= huur
genot + beschikken = vruchtgebruik
genot + gebruik+ beschikken = volle eigendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Zakelijke gebruiksrechten – Opstalrecht

A

DEFINITIE = Een tijdelijk zakelijk recht om gebouwen, werken of beplanting op andermans grond te
hebben.
DUURTIJD = Maximaal 99 jaar (eventueel eeuwigdurend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

zakelijke gebruiksrechten – Erfpacht

A

vol gebruik en genot van andermans goed

De erfpachter mag niets doen dat de waarde van het onroerend goed vermindert

DUURTIJD = Minimaal 15 jaar, Maximaal 99 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de betonstop

A

beter gezegd bouwshift.
er komt een stop om te bouwen op perselen.
De enige mogelijkheid is bestaande gebouwen verbouwen / renoveren.

omdat er een te groot ruimtebeslag is,wonen te groot en teveel verhard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

ontwikkeling van kamers
welke 3 mogelijkheden

A

greenfield
Gray / brownfield
extensie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

GREENFIELD

A

elke vorm van vastgoedontwikkeling in onontwikkelde gebieden.

groene zones weghalen, onbewoond terein of weiland
volledige nieuwbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

GREY-/ BROWNFIELD

A

vastgoedontwikkeling waarbij
onderbenutte infrastructuur,
verlaten na een periode van
desinvestering, wordt
geoptimaliseerd

vb leegstaande, verlate gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

extensie

A

Bouwen op of naast bestaande
gebouwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voor en nadelen van Greenfield

A

voordelen
nieuwe gebouwen ontworpen om aan huidige en toekomstige behoeften te voldoen
* Flexibel in ontwerpproces
* Creëren van een nieuwe buurt
* Een hoger investeringsrendement

nadelen
Hoog risicoprofiel (vergunningen, onzekere bouwkosten, financiering, etc.)
* Langdurig proces
* Controversieel
* Milieu-impact, ze dragen bij aan stadsuitbreiding
* Vaak minder gewenste locaties
* Nieuwe kamers moeten door de bestaande markt geabsorbeerd worden

17
Q

voor en nadelen van Grey/brownfield

A

voordelen
* Vaak beter locatie
* Snelle ontwikkelingsperiode (vergunningen zijn vaak gedeeltelijk aanwezig)
* Initiële kosten worden verlaagd door bestaande faciliteiten en nutsvoorzieningen
* Opwaardering van de buurt
* Lagere impact op het milieu
* (staatssteun / subsidies)

nadelen
*Locatie is mogelijk niet aangepast aan de nieuwe bestemming (verkeersproblematiek, etc.)
* De bestaande structuur kunnen
hoge onderhouds- of vervangingskosten met zich
meebrengen
* Hoge kost om het terrein klaar te maken voor het ontwikkelingsproject
* Toekomstige uitbreiding en ontwikkeling is vaak gelimiteerd
* Brownfield, hoge saneringskosten
* Nieuwe kamers moeten door de bestaande markt geabsorbeerd worden.

18
Q

voor en nadelen van extenties

A

voordelen
*Het gebouw heeft zijn plaat in de markt
* Mogelijkheid tot diversificatie
* Kost- en tijdsefficiënt
* De meest duurzame keuze in ontwikkeling
* Veel gebouwen beschikken over
reservecapaciteit

nadelen
* Geen verduurzaming van bestaande infrastructuur
* Maatwerk
* Overlast tijdens bouwproces

19
Q

ander woord voor het opwarderen van de buurt

A

gentrificatie

20
Q

teken de buurtonwikkelings grafiek

A

zie notities geel blad bij grey brownfield

21
Q

verschil tussen een fusie en overnamen

A

overname
firma A&B
A koopt B op je koopt de meerderheid 50%+1. om zig als nieuwe eigenaar uit te geven.

fusie
A&B smelten samen. ze gaan verder als 1 nieuwe onderneming

22
Q

waarom zou je een bedrijf overnemen of samengaan

A

*concurent overnemen
*makkelijkste manier om buitenlandse markt te betreden
* risicos vermijden
*Overcapaciteit/ concurrentie
verminderen: verzadigde markten

23
Q

op welke manieren kan je allemaal overnemen

A

*Verticaal: het verwerven van
een bedrijf uit de toeleveringsketen -> linnenwasserij

  • Horizontaal: verwerven van
    een onderneming uit
    dezelfde branche
  • Conglomeraat: verwerven
    van een niet-verwante
    onderneming
  • Congogeneriek:
    marktuitbreiding
24
Q

assetdeal

A

koopt Activa
de gehele, een bedrijfstak of bepaalde onderdelen van een onderneming.

Het verleden van het bedrijf blijft bij de verkoper. jij bent pas aansprakelijk voor alles na de verkoop.

25
Q

sharedeal

A

aandeeltranactie

je koopt alles over
de gehele onderneming, inclusief
bezittingen, schulden, rechten en verplichtingen,
inclusief de “lijken in de kast” dus ook de aanspraakelijkheid voor dingen die gebeurd zijn in het verleden