les 2 Flashcards

1
Q

wat is een crisis

A

moment waar een belangrijke beslissing moet worden genomen

het moment van de waarheid” of “een moment waar een beslissinggenomen moet worden die een grote impact heeft op de toekomst”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

taak van een asset manager

A

“Assetmanagement is meer dan alleen dingen met assets doen, het
gaat om het optimaal laten renderen van de assets op basis van
een gekozen risiconiveau, bepaald in het strategische plan, op de
meest kost efficiënte manier”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

impact van een crisis

A

-impact van een crisis is heel locaal
enkel corona heeft een impact op de hele wereld gehad.

-bij elke crisis is er een groot voordeel voor de hotelsector.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

nadeel van massatourisme in een stad

A
  • venetie de stad zelf is zo duur om te wonen dat niemand van de mensen dat kan betalen en daarom uit de stad vertrekt en enkel zijn zaak daar gaat uitbaten of gaat werken.
  • amsterdam kamerstop en hotelstop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onstaan van de europeese energiecrisis

A
  • covid : door corona alle grote strommverbruikers stilgelegd.
    er was geen grote vraag meer naar energie dus ook de productie werd gestopt.
    na corona veel vraag die niet kon waargemaakt.
  • klimaat: door droge zomers niet niet genoeg water om kerncentrales af te koelen. +
  • -kerncentrales: slechte onderhoud van de kerncentrales
    + geen export van energie vanuit buurlanden
  • rusland oekraine: europa haalt mcdonalds en nutella weg uit rusland en rusland stopt toelevering van energie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

impact energie crisis

A

industrie: productie onderbroken minder product op de markt
vraag> aanbod

klimaat: niet ingezet op groene energie. kerncentrales open en gebruik van steenkool.

voeding: hoge prijzen veel energie noddig om te produceren

alle drie de factor van hoge inflatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is inflatie

cor inflatie

A

inflatie = levensduur van koopkracht

cor inflatie = belangrijkste voedingsmiddelen en dranken
- energie zit daar niet bij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is hyperinflatie

A

13000% zoals in venuziela
extreme (dagelijkse) stijging van de prijzen van goederen en diensten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

evolutie van inflatie

A

stijging voor voeding gaat niet naar beneden. grondstoffen zullen weer goedkoper worden maar de vkprijs van producten zal niet dalen.

inflatie os bijna altijd rond de 0 doordat voeding duurder is maar energie goedkoper balaneert het dat uit .

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de europeese centrale bank

A

is de gas en de rem van de economie.

ze printen geld en houden inflatie onder controle.
ze kijken om rente te verhogen of om te verlagen

hoge rente = lenen is duurder maar spaarboekje stijgt sneller

lage rente = lening word aantrekkelijker maar sparen is minder voordelig

bij meer dan 2% rente word het leven te snel te duur

gas rem systeem doormiddel van inflatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ECB rente

A

ECB: rente omhoog krijgen maar banken willen niet mee
zei kopen dan alle staatsobligaties op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de ideale werkloosheidsrotatie

A

iedereen tussen de 18 en 55? word gezien als arbeidsgeschikt

5% is de ideale rotatie
Hierin vannen studenten die verder studeren en mensen tussen 2 jobs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom ia 0% werkloosheid niet goed

A
  1. hogere koopkracht
  2. optimale benutting van werkkracht zo zit de juiste persoon op de juiste plaats
  3. Krapte op arbeidsmarkt = betere
    onderhandelingspositie
  4. Overheid: Meer inkomsten vs. Minder uitgaven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gemiddelde overnachtingen in europa

A

gemiddeld is er een 75 % bezetting en nog een 25% dat onbezet is.

de duur van opbouw is meestal 7 jaar
gemiddeld 7 goede jarenen 7 slechte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe ontwikkeld de vraag naar overnachtingen in europa de laatste 15 jaar
tabel ppt vraag aanbod europa

A

er is een stijgende vraag en een consecquent aanbod

meer leisure en meer business
er is nieuwe en extra vraag naar overnachtingen door ontwikkelingslanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kosten van finansieringen inbreng

A

financiering is duurder geworden
vroeger had je 40 - 60 eigen inbreng nodig en was de intrest 1,5 %

tegewoordig is de eigen inbreng 50-50 geworden en de intrest 3,6%

je hebt nu meer eigen inbreng nodig en je intrest is ook verdubbeld