Les 3 UA Flashcards

1
Q

Wat zijn zekerheidsrechten?

A
  • Zekerheidsrechten zijn alle juridische mechanismen die erop gericht zijn om de betaling van de schuldvordering van de schuldeiser veilig te stellen, ongeacht hun aard of doelstelling.
  • Doel = ontsnappen aan art. 7 en 8 Hyp. Wet: door ofwel samenloop te vermijden of een bevoorrechte positie te verwerven of door in te grijpen in de bestuursbevoegdheid debiteur.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kunnen de zekerheidsrechten ingedeeld worden?

A

1) Persoonlijke zekerheden
2) Zakelijke zekerheden mbt onroerende goederen
3) Zakelijke zekerheden mbt lichamelijke roerende goederen
4) Zakelijke zekerheden mbt schuldvorderingen
5) Rangregeling –> wettelijke voorrangsposities bij de afwikkeling van de boedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen zekerheidsrechten ontstaan?

A

1) de wet
2) Overeenkomsten = een zekerheidsovereenkomst: bv. Pand, hypotheek of borgtocht

In beginsel kan er enkel zekerheidsrechten zijn als deze voorzien zijn in de wet: pas de privilège sans texte: artikel 8: wettige redenen van voorrang. Maar er zijn ook zekerheidsrechten ontstaan in de praktijk: bv. Retentierecht, compensatie.

Soms gaat de wetgever dit formeel wettelijk verankeren, anders enkel erkenning rechtspraak en rechtsleer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de kenmerken van de wettelijke zekerheden?

A
  • Dit zijn de voorrechten:
    1) Wettelijk karakter: de wet bepaalt het voorrangsrecht en bepaalt ook de volgorde tussen de vororechten: artikel 13 of een specifieke wettelijke regel.
    2) Accessoir karakter: lot van de gewaarborgde hoodschuld bepaalt het lot van het voorrecht

3) Publiciteit: het moet tegenstelbaar zijn aan derden:
- Via de wet en iedereen is geacht de wet de kennen: bv. Voorrechten op roerende goederen.
- verplichte inschrijving hypothecaire registers bij onroerende voorrechten

4) Samenloop: wettelijke zekerheden enkel impact als er samenloop is: moment van de samenloop bepaalt omvang voorrecht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kenmerken van zekerheidsovereenkomsten?

A

1) Conventioneel zekerheidsrecht heeft een contractueel karakter:
- Zekerheidsovereenkomst bepaalt omvang zekerheid
- Wettelijke voorwaarden moeten voldaan zijn in de overeenkomst
- Wettelijk kader ook de rang van het zekerheidsrecht

2) Accessoir of bijkomende oveeenkomst: het lot van de hoofdovereenkomst bepaalt het lot van de zekerheidsovereenkomst
3) Ondergeschikt of subsidiair: zekerheid krijgt pas uitwerking als de huurovereenkomst niet wordt voldaan.
4) Eenzijdige overeenkomst: veronderstelt enkel prestatie zekerheidsteller
5) publiciteit voor derdenbescherming: verschillende vormen
6) Samenloop: kan zowel binnen als buiten samenloop gevolgen hebben, zodra er een wanprestatie is zal de schuldeiser beroep kunnen doen op zijn zekerheidsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn persoonlijke zekerheden?

A
  • Het gaat steeds over een persoonlijke gehoudenheid, band met een persoon. Het zijn verbintenissen die voortvloeien uit een overeenkomst tussen de schuldeiser en de zekerheidssteller: het zijn dus zekerheidsovereenkomsten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de soorten persoonlijke zekerheden?

A

1) Positie van de schuldeiser wordt versterkt door aan de samenloop te ontsnappen door een 3de aan te spreken:
- bv. Borgtocht, garantie, solidariteit
- Meestal contractuel, soms wettelijk

2) Positie schuldeiser versterkt door persoonlijke verbintenissen schuldenaar of andere schuldeisers = negatieve zekerheden of negative pledge:
- Dit zijn alle mechnismen waarbij de schuldenaar of een van de schuldeisers zich tegen de schuldeiser verbindt hun rechten te beperken met het oog op versterking van diens zekerheidspositie:
Bv. Schuldenaar tav schuldeiser: vervreemdingsverbod, hypothekeringsverbod
Schuldeiser tav andere schuldeisers: overeenkomst van achterstelling, afstand van hypothecaire rang, pari passu overeenkomst (gelijke rang aannemen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn zakelijke zekerheden?

A

Positie van de schuldeiser wordt in de samenloop versterkt door de schuldeiser preferente rechten of voorrang te geven op onderdelen van het vermogen van de schuldenaar: zakelijke zekerheid –> band met een specifieke zaak of groep van zaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de soorten zakelijke zekerheden?

A

1) Klassieke zakelijke zekerheden:
2) Nieuwe zekerheidsmechanismen met zakelijke werking:
3) Eigendom tot zekerheid:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de klassieke zekerheidsrechten?

A

Hypotheek, pand, bijzondere voorrechten.
Principe: pas de privilège sans texte: geen voorrang zonder wettelijke grondslag

Houders van klassieke zakelijke zekerheden worden bij faillissement beschouwd als separatisten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is eigendom tot zekerheid?

A
  • Meest uitgebreide zakelijke recht
  • 2 verschijningsvormen:
    1) Eigendomsoverdracht tot zekerheid: eigendom tot zekerheid van financiële activa
    2) Eigendomsvoorbehoud: bij verkoop - bij leasing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de nieuwe zekerheidsmechanismen met zakelijke werking?

A
  • Gemengd karakter: vertonen zakelijke kenmerken
  • Ze aanvaarden in principe niet onder de wettige redenen van voorrang maar toch aanvaardt de rechtspraak en rechtsleer dat ze tegenstelbaar zijn aan derden in de samenloop: dus ze krijgen zakelijke werking: bv. Schuldvergelijking, retentierecht, delegatie.
    Soms krijgen ze wettelijke grondslag: artikel 8 Hyp. Wet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een voorrecht?

A

Een voorrecht is een recht dat door de wet wordt verleend aan een schuldeiser wagens de bijzondere aard van zijn schuldvordering, waardoor die schuldeiser bij samenloop bij voorrang betaald wordt uit de opbrengst van het vermogen.

Zakelijke subrogatie in bepaalde gevallen: art. 10 Hyp. Wet. Ze kunnen betrekking hebben op bepaalde goederen of het hele vermogen.

Verantwoording is extra bescherming begunstigden voorrecht.

Algemeen voorrecht en bijzondere voorrechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de algemene voorrechten?

A

Steeds betrekking op een groep goederen.

Onderscheid:

1) Algemeen voorrecht op alle roerende en onroerende goederen: bv. art. 17 Hypotheekwet.
2) Algemeen voorrecht op alle roerende goederen: art. 19.

Bij een algemeen voorrecht is er geen band tussen de bevoorrechte schuldvordering en het te vereffenen vermogen. Algemeen bevoorrechte schuldeiser wordt bij de vereffening als eerste betaald uit de opbrengst = algemene voorrang van betaling maar hij moet wel de afwikkeling afwachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de bijzondere voorrechten?

A

Steeds betrekking op welbepaalde goederen:

1) Roerende goederen: art. 20 Hyp. Wet.
2) Onroerende goederen: bv. art. 27 Hyp. Wet.

Hier wel een specifieke band tussen de bevoorrechte schuldvordering en het bevoorrechte goed. Een bepaalde schuldvordering is verbonden met een bepaald goed tot zekerheid. Hier zal zakelijke subrogatie spelen.

Een bijzonder bevoorrechte schuldeiser moet zijn bijzonder voorrecht inroepen, anders moet de bewindvoerder er geen rekening mee houden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn financiële zekerheidsovereenkomsten?

A
  • WFZ: afwijkend kader met een ruim toepassingsgebied, niet enkel financiële instellingen maar iedereen die een zekerheidsovereenkomst sluit.
  • 2 belangrijke componenten:
    1) Financiële zekerheidsovereenkomsten = overeenkomsten die een zekerheid vestigen op financiële activa: financiële instrumenten, contanten en bankvorderingen.
    2) Nettingovereenkomsten = conventionele schuldvergelijking.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de kenmerken van gewone chirografaire schuldeisers?

A
  • Geen voorrangsrecht
  • Evenredige verdeling
  • Geen zakelijk karakter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de kenmerken van hypotheek?

A
  • Alle zakelijke kenmerken: volgrecht en zakelijke subrogatie
  • Zuiver zakelijk zekerheidsrecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de kenmerken van algemene voorrechten

A
  • Dit zijn chirografaire schuldeisers met voorrangspositie dus een preferente aanspraak op de opbrengst van een deel van het vermogen.
  • Geen zakelijk kenmerken want het heeft niets te maken met zakelijke rechten: geen volgrecht en geen zakelijke subrogatie.
20
Q

Wat zijn de kenmerken van onroerende voorrechten?

A
  • Dit zijn wettelijk bevoorrechte hypotheken. Ze primeren in beginsel op de hypotheek.
  • Het gaat om een soort hypotheek met volgrecht en zakelijke subrogatie dus we kunnen deze categorie onderbrengen in de zuiver zakelijke zekerheidsrechten.
21
Q

Wat zijn de kenmerken van bijzondere voorrechten?

A
  • Hier een vermenging van zakelijke zekerheidsrechten (pandrecht en alle hierop aansluitende voorrechten) en “andere” zekerheidsrechten. Sommige kenmerken van zuiver zakelijke zekerheidsrechten, andere niet.
  • onderscheid pandrechten-bijzondere voorrechten en andere bijzondere voorrechten: beide groepen eigen regime bij de rangregeling.
  • Geen homogene groep en volgt andere regels.
22
Q

Wat is borgtocht?

A

Borgtocht is de overeenkomst waarbij een derde, de borg, zich jegens de schuldeiser verbindt tot betaling van de schuldenaar voor het geval hij daar zelf niet aan voldoet: art. 2011 BW.

  • Vroeger meer vriendendienst, maar meer verzakelijking, verzelfstandiging: toenemende bescherming van de particuliere borg via bevrijdingsregels.
23
Q

Wat is het onderscheid tussen waarborgverbintenis en betaalverbintenis?

A

1) Waarborgverbintenis: de borg verbindt zich ertoe de geldelijke gevolgen van de wanprestatie van de hoofdschuldenaar voor zijn rekening te nemen. Verbintenis ontstaat bij het sluiten van de borgtocht onafhankelijk of er een gewaarborgde schuld is.
2) Betaalverbintenis: de waarborgverbintenis wordt omgezet in een betaalverbintenis zodra er een gewaarborgde hoofdschuld ontstaat. Deze verbintenis is opeisbaar op het ogenblik van de wanprestatie door de hoofdschuldenaar.

24
Q

Wat zijn de kenmerken van borgtocht?

A
  1. Accessoire overeenkomst: het lot van de borgovereenkomst wordt bepaald door de gewaarborgde hoofdovereenkomst.
  2. Subsidiaire overeenkomst: de borg is slechts gehouden indien de hoofdschuldenaar niet betaalt.
  3. Eenzijdige overeenkomst: enkel de borgsteller verbindt zich tot een prestatie.
  4. 3 partijenverhouding: reden waarom de borg zich verbindt is te vinden in de verhouding tussen de borg en de hoofdschuldenaar.

Deze kenmerken kunnen contractueel gewijzigd worden.

25
Q

Wat zijn de soorten borgtocht?

A
  1. Bepaalde: art. 2016 BW: de borgtocht is beperkt een bepaald bedrag.
  2. Onbepaald: borgtocht strekt zich uit tot alles waartoe de hoofdschuldenaar gehouden is.
  3. Borgtocht voor bepaalde en onbepaalde duur: periode waarbinnen de hoofdverbintenis die gewaarborgd wordt, kan ontstaan. Onbepaalde duur = voor alle schulden, tenzij de borgovereenkomst beëindigd wordt.
26
Q

Wat is het onderscheid tussen hoofdelijke of solidaire borgtocht?

A

Dit is enkel wanneer er meerdere borgen zijn.
1) Solidariteit tussen hoofdschuldenaar en borgen: alle borgen zijn op dezelfde wijze en voor het totale bedrag mee gehouden met de hoofdschuldenaar: geen voorrecht van uitwinning en geen voorrecht van schuldsplitsing.

2) Solidariteit tussen borgen, maar niet met hoofdschuldenaar: wel voorrecht van uitwinning, maar geen voorrecht van schuldsplitsing.
3) Borgen solidair met hoofdschuldenaar, maar niet met elkaar: geen voorrecht van uitwinning, maar wel voorrecht van schuldsplitsing.

27
Q

Onderscheid oorsprong borg?

A
  1. Conventioneel = in een overeenkomst.
  2. Wettelijke: art. 601 BW: vruchtgebruik
  3. Gerechtelijke borgtocht: art. 1400 Ger. W.: voorlopige tenuitvoerlegging
28
Q

Wat is borg in tweede graad?

A

1) Achterborg: art. 2014, lid 2 BW: zich borg stellen voor de borg.
2) Tegenborg: zich borg stellen tot waarborg van het verhaalsrecht van de eerste borg, wanneer de eerste borg betaalt, vervolgens zijn verhaalsrecht uitoefent op de hoofdschuldenaar en dit verhaalsrecht niet tot betaling leidt –> gewaarborgd door de tegenborg. De eerste borg kan tegenborg aanspreken: dit is niet in voordeel van de oorspronkelijke schuldeiser.

29
Q

Wat is zakelijke borg?

A
  • Derde die tot zekerheid van andermans schuld een bepaalde zakelijke zekerheid: pand, hypotheek stelt.
  • Gehoudenheid propter rem
  • Sommige regels van borgtocht zijn toepasselijk: maar niet het voorrecht van uitwinning, voorrecht van schuldsplitsing en bevrijding kosteloze persoonlijke zekerheidssteller.
30
Q

Wat zijn de voorwaarden voor de geldigheid van de borgtocht?

A

1) Wilsuiting: toestemming art. 2015 BW.
2) Bekwaamheid: art. 224 BW, borgstelling door vennootschap: enkel indien in overeenstemming met statuten of dienstig voor realisatie van maatschappelijk doel.
3) Voorwerp van de borgtocht: wordt bepaald door de gewaarborgde schuld.
4) Oorzaak van de borgtocht: dekkingsverhouding tussen schuldenaar borg.

31
Q

Wat is het voorwerp van de borgtocht?

A

Borgtocht kan maar bestaan voor een geldige hoofdovereenkomst: art. 2012 BW.

  • Maar moet niet bestaan op het ogenlik dat de borgtochtovereenkomst wordt gesloten. Het moet bepaald zijn of bepaalbaar zijn op het ogenblik dat de borg wordt aangesproken.
  • Een alle sommen-borgtocht aanvaard kan worden. Wel noodzakelijk dat hij weet voor welke schuldvordering: dus een duidelijk kader. Niet vereist dat op voorhand een plafond wordt vastgesteld. Wel te goeder trouw: tegen een onredelijke gehoudenheid voor bovenmatige schuldvorderingen.
  • Nooit aangegaan voor meer dan de gewaarborgde schuld of onder bezwarende voorwaarden –> vermindering tot de gewaarborgde hoofdschuld.
  • Borgtocht kan wel voor minder dan een hoofdschuld: bv. enkel een gedeelte en een welbepaalde periode.
32
Q

Wat is de dekkingsverhouding van de borgtocht?

A
  • Dit is de oorzaak van de borgtocht
  • Abstracte verbintenis= geen excepties kunnen worden opgeworpen door de borgsteller die voorvloeien uit de dekkingsverhouding.
  • Wel excepties mogelijk uit de gewaarborgde hoofdschuld: schuldeiser heeft niets te maken met de verhouding tussen schuldenaar en de borg en zijn rechten kunnen hierdoor niet worden aangetast.
33
Q

Hoe komt de borgtocht tot stand?

A

De gemene borgtocht komt in beginsel louter consensueel tot stand door de instemming van de partijen: geen specifieke vormvereisten.

  • Wel uitdrukkelijk dat de wil van de schuldenaar bestaat inhoudelijke vereiste, geen vormvereiste:
  • De wil om zich te verbinden ( patronaatsverklaring)
  • de wil om zich als borg te verbinden ( hierdoor onderscheid met garantie)
34
Q

Hoe zit het met de tegenstelbaarheid van een borg?

A

Borgtocht is een eenzijdige overeenkomst. Als uitgangspunt voor burgerlijke zaken: art. 1326 BW: akte in 1 exemplaar door de borg eigenhandig of de handtekening en de handgeschreven vermelding “goed voor” en bedrag van de schuld bevatten.

Uitzonderingen:

  • Borgtocht geïntegreerd in een notariële akte.
  • Onbepaalde borgtocht: bv. alle sommen borgtocht.
  • Kosteloze borgtocht: art. 2043quinquies BW.
35
Q

Hoe gaat een borgtocht teniet?

A
  • Wanneer de gewaarborgde schuld verdwijnt, zal ook de borgtocht verdwijnen.
  • Kan ook afzonderlijk tenietgaan:
    1) Gemeenrechtelijke gronden: art. 2043: nietigheid, kwijtschelding, verstrijken termijn, opzegging.
    2) Specifieke gronden: afkoop borg, in betalinggeving door hoofdschuldenaar, bevrijding in insolventieprocedure: enkel kosteloze borg. Verhinderde subrogatie.
36
Q

Kan je excepties tegenwerpen in de borg?

A
  • Geen excepties tegenwerpen uit relatie schuldenaar - borg = abstract karakter. Uitzondering: schending van openbare orde en goede zeden, anders contractueel bedongen.
  • Wel excepties geput uit de relatie schuldeiser - schuldenaar = accessoir karakter: uitzondering: persoonlijke excepties: art. 2036.
37
Q

Welke excepties kan de borgsteller zich op beroepen?

A

Betaling door schuldenaar, verjaring van de gewaarborgde hoofdschuld, nietigheid van de gewaarborgde hoofdschuld.

38
Q

Wat zijn persoonlijke excepties waarop de borgsteller zich niet op kan beroepen?

A
  • Kwijtschelding van restschulden in hoofde van gefailleerde (voormalige verschoonbaarheid van de gefailleerde) : art. XX. 173
  • Opschorting van betaling binnen de gerechtelijke reorganisatie: art. XX. 54, §2 WER.
  • Wel excepties mogelijk geput uit de relatie schuldeiser-borg: Voorbeeld van exceptie: nietigheid van de borgtocht.
39
Q

Wat is het voorrecht van uitwinning?

A
  • Artikel 2021-2024 BW.
  • Dit is de mogelijkheid om als borg te eisen dat de schuldeiser eerste de hoofdschuldenaar uitwint, vooraleer hij de borg aanspreekt.
    Maar de borgovereenkomst is opeisbaar en afdwingbaar zodra de gewaarborgde hoofdschuld opeisbaar is en de hoofdschuldenaar in gebreke blijft. Voorrecht van uitwinning is enkel een verweermiddel wanneer de hoofdschuldenaar zijn vordering instelt ten aanzien van de borg.
40
Q

Wat zijn de voorwaarden van voorrecht van uitwinning?

A
  1. In limine litis: het voorrecht van uitwinning moet voor alle andere middelen worden opgeworpen door de borg: art. 2022 BW.
  2. Borg moet goederen van de schuldenaar aanduiden en uitwinningskosten voorschieten: art. 2023 BW.
  3. Het voorrecht kan enkel worden ingeroepen ingeval er goederen van de schuldenaar beschikbaar zijn en in de mate dat deze gelegen zijn binnen België: art. 2023.
41
Q

Wat zijn de kenmerken van voorrecht van uitwinning?

A
  • Wordt meestal contractueel weg bedongen, ofwel uitdrukkelijk ofwel via hoofdelijke gehoudenheid van de borg.
  • Voorrecht van uitwinning is niet van toepassing bij wettelijke, gerechtelijke en zakelijke borgen: wel bij conventioneel.
  • Voorrecht van uitwinning kan niet meer worden ingeroepen ingeval van faillissement, gerechtelijke reorganisatie of collectieve schuldenregeling van de hoofdschuldenaar aangezien verhaal op het vermogen van de hoofdschuldenaar in deze hypotheses onmogelijk is.
42
Q

Wat is het voorrecht van schuldsplitsing?

A
  • Artikel 2025-2026 BW: wanneer er meerdere personen zich borg gesteld hebben voor dezelfde hoofdschuld, kan een borg verzoeken dat de schuldeiser zijn vordering verdeelt over alle borgen = uitzondering op de algemene regel dat alle borgen tot het geheel kunnen worden aangesproken.
  • Wordt meestal contractueel weg bedongen.
43
Q

Wat is de zorgvuldigheid- en informatieplicht?

A

In beginsel bestaat er (bij borgtocht naar gemeen recht) geen informatieplicht van de schuldeiser ten aanzien van de borg, maar in bepaalde gevallen zal de goede trouw vereisen dat de schuldeiser informatie verstrekt aan de borgsteller, zodat hij voldoende ingelicht is/blijft over de omvang van zijn verplichting.

Onzorgvuldig behandelen van de gewaarborgde hoofdschuld door de schuldeiser: bv. blijvend krediet verstrekken aan een manifest insolvente schuldenaar: dit kan gesanctioneerd worden.

44
Q

Hoe zit het met verhouding borg - schuldenaar?

A
  • Verhaalsrecht sui generis valt uiteen in:
    1) Eigen verhaalsrecht: art. 2028 BW: afhankelijk van de verhouding tussen schuldenaar en borg.
    2) Subregatoir verhaalsrecht: de borg treedt in de rechten van de schuldeiser.

Uitzonderlijk geen verhaalsrecht: bv. art. 2031 BW: de borg die betaalde aan de schuldeiser zonder de schuldenaar op de hoogte te brengen en schuldenaar betaalt ook aan zijn schuldeiser.

45
Q

Hoe is het met verhouding tussen borgen onderling?

A

Verhaalsrecht op andere borgen: art. 2033 BW.
Iedere borg kan worden aangesproken voor zijn aandeel, tenzij hij anders is bedongen.

Bij uitoefening van zijn verhaalsrecht door de bog die betaalde ten aanzien van de andere borgen, kunnen de bevrijdinsgregels spelen.

46
Q

Wat is de borg naar gemeenrecht in insolvententierecht?

A

Algemeen uitgangspunt: de borgtocht is bedoeld als bescherming tegen de insolventie van de hoofdschuldenaar, dus de borg kan niet genieten van een bijzondere behandeling: insolventie hoofdschuldenaar = uitwinning borg.

De exceptie geldt niet voor de borg dus de borg kan wel worden aangesproken in de gerechtelijke reorganisatie, kwijtschelding gefailleerde, uitstel van betaling door de rechter toegekend aan de hoofdschuldenaar: geldt niet voor borg.

Kosteloze borg kunnen wel worden bevrijd in sommige insolventieprocedures.