Les 1 UA Flashcards
Wat is insolventierecht?
- Insolventierecht is het geheel van de rechtsregels die de positie beheersen van de debiteur in financiële moeilijkheden.
- Gaat over 3 belangrijke delen:
1. Vermogen van de schuldenaar
2. Zekerheidsrechten van de schuldeisers
3. De insolventieprocedures
–> tussen die delen zijn er nauwe verbanden.
Wat is het vermogen?
- Verschillende manieren om dit begrip te benaderen maar vaak het onderscheid tussen de activa (goederen schuldenaar in de ruime zin) en de passiva (schulden van de schuldenaar).
- Vermogen = geheel van in geld waardeerbare goederen, rechten en verplichtingen dat aan een bepaald rechtssubject toebehoort.
- Vermogen is veranderlijk, is in geld waardeerbaar en behorot doe aan een bepaald rechtssubject.
Wat is de klassieke theorie van het vermogensbegrip?
- 3 basisregels:
1. Alle rechtssubjecten hebben een vermogen
- Elk rechtssubject heeft slechts 1 vermogen = eenheid of ondeelbaarheid van het vermogen
- Alleen rechtssubjecten hebben een vermogen = er zijn geen vermogens die niet toebehoren aan een rechtssubject.
- Veel uitzonderingen hierop: bv. Deelvermogens met verschillende doelen.
Wat zijn deelvermogens en wat is de voorwaarden om ze te creëren?
2 voorwaarden:
1) Een belang = de vermogenssplitsing moet een belang dienen.
2) Noodzakelijke publiciteit: de vermogenssplitsing moet bekend zijn aan de schuldeisers
- Klassieke voorbeelden: huwelijksgemeenschap, beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap (splitsing eigen vermogen en nalatenschap).
Wat is fiduciaire eigendom?
- Dit is wanneer er een splitsing bestaat tussen de juridische eigendom en de economische eigendom:
Bv. Als je een bankrekening hebt “voor uw kinderen” –> kan je dan op een of andere manier ervoor zorgen dat uw schuldeisers hier niet aan kunnen als afgescheiden vermogen.
- Afsplitsing van vermogen is problematisch in België, maar bv. In UK met de trusts heel veel.
Wat zijn de uitzonderingen op het verbod op fiduciaire eigendom?
- Eerste vinden we terug in de Wet Financiële zekerheden: zie later.
- Kwaliteitsrekening:
Hierbij moet duidelijk worden aangegeven dat die in een bepaalde kwaliteit (bv. Advocaat, syndicus,…) wordt aangehouden.
- Aanvaard tot begin 2011 dat die afgescheiden blijven van het vermogen van de rekeninghouder omdat die gelden toebehoren aan de cliënten en niet de rekeninghouder zelf.
Hof van Cassatie: Arrest 27 januari 2011: geen afgescheiden vermogen want geen wettelijke grondslag voor de afscheiding.
2013: wetgever nieuw artikel 8/1 Hyp. Wet die een uitzondering vormt op het principe van de eenheid en ondeelbaarheid van het vermogen voor de kwaliteitsrekening aangehouden door advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Enkel die zijn wettelijk geregeld en de andere kwaliteitsrekeningen zijn onzeker. Als er geen wettelijke bepaling is die voorziet in afscheiding vermogen = deel van het vermogen van de rekeninghouder.
Wat houdt rechtsopvolging in?
Het vermogen kan overgaan naar een ander rechtssubject:
1) Rechtsopvolging onder algemene titel = hierbij gaat het vermogen in zijn totaliteit over.
Dit is onder 1 titel, zonder rekening te houden met de samenstelling van het vermogen. Hierbij gaan zowel de activa als passiva over.
Bij natuurlijke personen enkel bij overlijden door nalatenschap, bij rechtspersonen via fusie of splitsing.
2) Rechtsopvolging onder bijzondere titel: dit is wanneer een welbepaald goed wordt overgedragen: dit hangt af of het een roerend, onroerend goed is of een schuldvordering.
Wat doet een bewindvoerder?
Een bewindvoerder bestuurt het vermogen: dat betekent dat men de bevoegdheid heeft om handelingen van beheer, bewaring en beschikking te stellen. Als dat door een derde is = bewind. De bewindvoerder moet het vermogen besturen in naam en voor rekening van de rechthebbende.
- Bevoegdheid bepaald door de wet, maar kan aangevuld worden met de “impliciete bevoegdheden” = alle bevoegdheden die de bewindvoerder nodig heeft om zijn wettelijke opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren.
- Curator is bv. De bewindvoerder van de faillissementsboedel
Wat is een neutraal bewind?
- Neutraal bewind is telkens wanneer er sprake is van een onpartijdige bewindvoerder die verschillende tegenstrijdige aanspraken op het vermogen met elkaar moet verzoenen:
Schuldenaar en schuldeisers, erfgenaam en schuldeisers. - De bewindvoerder mag niet uitsluitend in naam van de schuldenaar of schuldeiser optreden, maar handelt in het belang van het vermogen en het doel van zijn bewind.
Wat zijn de 2 soorten bewindvoering naargelang het doel?
1) Aanzuiveringsbewind:
Gericht op het saneren van de financiële positie van de schuldenaar door het verlenen van betalingsuitstel of gedeeltelijke kwijtschelding (continuïteit)
2) Vereffeningsbewind:
Beoogt de loutere vereffening van de activa en de verdeling van de opbrengst onder de schuldeisers = discontinuïteit
Wat houdt het aanzuiveringsbewind in?
- Doel = financiële positie van de schuldenaar herstellen door het verlenen van betalingsuitstel of gedeeltelijke kwijtschelding
- Bij de collectieve schuldenregeling is dit de schuldbemiddelaar (hier kan ook wel vereffening mogelijk zijn)
- Bij gerechtelijke reorganisatie door minnelijk of collectief akkoord is er aanzuivering, maar in beginsel geen bewindvoerder (uitzondering art. XX. 31 WER).
- Iniatief door de schuldenaar
- Schuldenaar behoudt zijn bestuursbevoegdheid maar wordt onder toezicht geplaatst onder een bewindvoerder aangesteld door de rechtbank.
- De bewindvoerder moet de wettelijke regels volgen, maar rechter kan die aanpassen.
Wat houdt vereffeningsbewind in?
- Doel = vermogen van de schuldenaar vereffenen en de opbrengst ervan verdelen onder de schuldeisers.
- Partieel vereffeningsbewind:
Beslag roerend goed = gerechtsdeurwaarder
Beslag onroerend goed = notaris
Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag = gerechtsmandataris - Algemeen vereffeningsbewind:
Faillissement = curator
Ontbinding = vereffenaar - Iniatief beslag = Schuldeiser
Gerechtelijke reorganisatie: schuldenaar, schuldeiser, openbaar ministerie of belanghebbende derde
Faillissement: SA, SE, OM = bewindvoerder
Ontbinding: SA, aandeelhouders, soms ook elke belanghebbende en OM. - Schuldenaar wordt geheel of gedeeltelijk beschikkingsonbevoegd: respectievelijk algemeen vs. Partieel vereffeningsbewind
- bevoegdheid bewindvoerder: wettelijke bevoegdheid + impliciete bevoegdheid
Wat is de juridische functie van het vermogen?
- Artikel 7 en 8 Hyp. Wet: 3 beginselen:
1) Goederen van de schuldenaar zijn het gemeenschappelijk onderpand van alle schuldeisers
2) Alle goederen van de schuldenaar dienen als waarborg voor zijn verbintenissen
3) Schuldeisers moeten op gelijke wijze behandeld worden bij de verdeling, tenzij er wettelijke redenen van voorrang bestaan.
Wat is het onderscheid tussen persoonlijke gehoudenheid en gehoudenheid “propter rem”?
- Artikel 7 Hypotheek wet: vermogen dient om de nakoming van de persoonlijke verbintenissen van de schuldenaar te garanderen. Als de schuldenaar een verbintenis aangaat dan verbindt hij zijn hele vermogen.
- Uitzondering daarop: gehoudenheid “propter rem”: schuldenaar is gehouden tot een welbepaalde zaak: het verhaalsrecht van de schuldeiser is enkel op de specifieke zaak waarop de verbintenis betrekking heeft.
Voorbeeld gehoudenheid propter rem: verbintenis van een zakelijke borg of de gehoudenheid van de derde bezitter van een gehypothekeerd onroerend goed.
Zijn er beperkingen aan het verhaalsrecht van de schuldeisers?
Wettelijke beperkingen:
- Dit via de goederen onbeslagbaar te verklaren onder voorwaarden: bv. Onbeslagbare goederen (art. 1408 Ger. W en artikel XX. 110 WER en onbeslagbaarheid hoofdverblijfplaats zelfstandige)
Contractueel:
- Schuldenaar en schuldeiser kunnen overeenkomen dat het verhaalsrecht aan bepaalde voorwaarden is onderworpen of beperkt: bv. Verbod op bepaalde goederen of gebod om op een bepaald goed uit te oefenen.
- Contractuele bedingen zijn steeds geldig, maar gezien de relativiteit van de verbintenissen zullen deze afspraken enkel de partijen binden en geen andere schuldeiser binden.
- Bedingen die inherent zijn aan een schuldvordering kunnen worden tegengeworpen aan de schuldeisers van de gebonden schuldeiser of zijn rechtsverkrijger: wat de schuldeiser niet is toegestaan kan ook niet worden toegestaan aan zijn eigen schuldeisers of zijn rechtsverkrijgers. Een beding van onbeslagbaarheid zal de rechtsverkrijger dus ook aan moeten houden.