Les 1 UA Flashcards

1
Q

Wat is insolventierecht?

A
  • Insolventierecht is het geheel van de rechtsregels die de positie beheersen van de debiteur in financiële moeilijkheden.
  • Gaat over 3 belangrijke delen:
    1. Vermogen van de schuldenaar
    2. Zekerheidsrechten van de schuldeisers
    3. De insolventieprocedures

–> tussen die delen zijn er nauwe verbanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het vermogen?

A
  • Verschillende manieren om dit begrip te benaderen maar vaak het onderscheid tussen de activa (goederen schuldenaar in de ruime zin) en de passiva (schulden van de schuldenaar).
  • Vermogen = geheel van in geld waardeerbare goederen, rechten en verplichtingen dat aan een bepaald rechtssubject toebehoort.
  • Vermogen is veranderlijk, is in geld waardeerbaar en behorot doe aan een bepaald rechtssubject.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de klassieke theorie van het vermogensbegrip?

A
  • 3 basisregels:
    1. Alle rechtssubjecten hebben een vermogen
  1. Elk rechtssubject heeft slechts 1 vermogen = eenheid of ondeelbaarheid van het vermogen
  2. Alleen rechtssubjecten hebben een vermogen = er zijn geen vermogens die niet toebehoren aan een rechtssubject.
    - Veel uitzonderingen hierop: bv. Deelvermogens met verschillende doelen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn deelvermogens en wat is de voorwaarden om ze te creëren?

A

2 voorwaarden:

1) Een belang = de vermogenssplitsing moet een belang dienen.
2) Noodzakelijke publiciteit: de vermogenssplitsing moet bekend zijn aan de schuldeisers
- Klassieke voorbeelden: huwelijksgemeenschap, beneficiaire aanvaarding van een nalatenschap (splitsing eigen vermogen en nalatenschap).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is fiduciaire eigendom?

A
  • Dit is wanneer er een splitsing bestaat tussen de juridische eigendom en de economische eigendom:

Bv. Als je een bankrekening hebt “voor uw kinderen” –> kan je dan op een of andere manier ervoor zorgen dat uw schuldeisers hier niet aan kunnen als afgescheiden vermogen.

  • Afsplitsing van vermogen is problematisch in België, maar bv. In UK met de trusts heel veel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de uitzonderingen op het verbod op fiduciaire eigendom?

A
  1. Eerste vinden we terug in de Wet Financiële zekerheden: zie later.
  2. Kwaliteitsrekening:
    Hierbij moet duidelijk worden aangegeven dat die in een bepaalde kwaliteit (bv. Advocaat, syndicus,…) wordt aangehouden.
    - Aanvaard tot begin 2011 dat die afgescheiden blijven van het vermogen van de rekeninghouder omdat die gelden toebehoren aan de cliënten en niet de rekeninghouder zelf.

Hof van Cassatie: Arrest 27 januari 2011: geen afgescheiden vermogen want geen wettelijke grondslag voor de afscheiding.

2013: wetgever nieuw artikel 8/1 Hyp. Wet die een uitzondering vormt op het principe van de eenheid en ondeelbaarheid van het vermogen voor de kwaliteitsrekening aangehouden door advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders. Enkel die zijn wettelijk geregeld en de andere kwaliteitsrekeningen zijn onzeker. Als er geen wettelijke bepaling is die voorziet in afscheiding vermogen = deel van het vermogen van de rekeninghouder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt rechtsopvolging in?

A

Het vermogen kan overgaan naar een ander rechtssubject:

1) Rechtsopvolging onder algemene titel = hierbij gaat het vermogen in zijn totaliteit over.
Dit is onder 1 titel, zonder rekening te houden met de samenstelling van het vermogen. Hierbij gaan zowel de activa als passiva over.
Bij natuurlijke personen enkel bij overlijden door nalatenschap, bij rechtspersonen via fusie of splitsing.

2) Rechtsopvolging onder bijzondere titel: dit is wanneer een welbepaald goed wordt overgedragen: dit hangt af of het een roerend, onroerend goed is of een schuldvordering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doet een bewindvoerder?

A

Een bewindvoerder bestuurt het vermogen: dat betekent dat men de bevoegdheid heeft om handelingen van beheer, bewaring en beschikking te stellen. Als dat door een derde is = bewind. De bewindvoerder moet het vermogen besturen in naam en voor rekening van de rechthebbende.

  • Bevoegdheid bepaald door de wet, maar kan aangevuld worden met de “impliciete bevoegdheden” = alle bevoegdheden die de bewindvoerder nodig heeft om zijn wettelijke opdracht naar behoren te kunnen uitvoeren.
  • Curator is bv. De bewindvoerder van de faillissementsboedel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een neutraal bewind?

A
  • Neutraal bewind is telkens wanneer er sprake is van een onpartijdige bewindvoerder die verschillende tegenstrijdige aanspraken op het vermogen met elkaar moet verzoenen:
    Schuldenaar en schuldeisers, erfgenaam en schuldeisers.
  • De bewindvoerder mag niet uitsluitend in naam van de schuldenaar of schuldeiser optreden, maar handelt in het belang van het vermogen en het doel van zijn bewind.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de 2 soorten bewindvoering naargelang het doel?

A

1) Aanzuiveringsbewind:
Gericht op het saneren van de financiële positie van de schuldenaar door het verlenen van betalingsuitstel of gedeeltelijke kwijtschelding (continuïteit)

2) Vereffeningsbewind:
Beoogt de loutere vereffening van de activa en de verdeling van de opbrengst onder de schuldeisers = discontinuïteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat houdt het aanzuiveringsbewind in?

A
  • Doel = financiële positie van de schuldenaar herstellen door het verlenen van betalingsuitstel of gedeeltelijke kwijtschelding
  • Bij de collectieve schuldenregeling is dit de schuldbemiddelaar (hier kan ook wel vereffening mogelijk zijn)
  • Bij gerechtelijke reorganisatie door minnelijk of collectief akkoord is er aanzuivering, maar in beginsel geen bewindvoerder (uitzondering art. XX. 31 WER).
  • Iniatief door de schuldenaar
  • Schuldenaar behoudt zijn bestuursbevoegdheid maar wordt onder toezicht geplaatst onder een bewindvoerder aangesteld door de rechtbank.
  • De bewindvoerder moet de wettelijke regels volgen, maar rechter kan die aanpassen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt vereffeningsbewind in?

A
  • Doel = vermogen van de schuldenaar vereffenen en de opbrengst ervan verdelen onder de schuldeisers.
  • Partieel vereffeningsbewind:
    Beslag roerend goed = gerechtsdeurwaarder
    Beslag onroerend goed = notaris
    Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag = gerechtsmandataris
  • Algemeen vereffeningsbewind:
    Faillissement = curator
    Ontbinding = vereffenaar
  • Iniatief beslag = Schuldeiser
    Gerechtelijke reorganisatie: schuldenaar, schuldeiser, openbaar ministerie of belanghebbende derde
    Faillissement: SA, SE, OM = bewindvoerder
    Ontbinding: SA, aandeelhouders, soms ook elke belanghebbende en OM.
  • Schuldenaar wordt geheel of gedeeltelijk beschikkingsonbevoegd: respectievelijk algemeen vs. Partieel vereffeningsbewind
  • bevoegdheid bewindvoerder: wettelijke bevoegdheid + impliciete bevoegdheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de juridische functie van het vermogen?

A
  • Artikel 7 en 8 Hyp. Wet: 3 beginselen:
    1) Goederen van de schuldenaar zijn het gemeenschappelijk onderpand van alle schuldeisers
    2) Alle goederen van de schuldenaar dienen als waarborg voor zijn verbintenissen
    3) Schuldeisers moeten op gelijke wijze behandeld worden bij de verdeling, tenzij er wettelijke redenen van voorrang bestaan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het onderscheid tussen persoonlijke gehoudenheid en gehoudenheid “propter rem”?

A
  • Artikel 7 Hypotheek wet: vermogen dient om de nakoming van de persoonlijke verbintenissen van de schuldenaar te garanderen. Als de schuldenaar een verbintenis aangaat dan verbindt hij zijn hele vermogen.
  • Uitzondering daarop: gehoudenheid “propter rem”: schuldenaar is gehouden tot een welbepaalde zaak: het verhaalsrecht van de schuldeiser is enkel op de specifieke zaak waarop de verbintenis betrekking heeft.

Voorbeeld gehoudenheid propter rem: verbintenis van een zakelijke borg of de gehoudenheid van de derde bezitter van een gehypothekeerd onroerend goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Zijn er beperkingen aan het verhaalsrecht van de schuldeisers?

A

Wettelijke beperkingen:
- Dit via de goederen onbeslagbaar te verklaren onder voorwaarden: bv. Onbeslagbare goederen (art. 1408 Ger. W en artikel XX. 110 WER en onbeslagbaarheid hoofdverblijfplaats zelfstandige)

Contractueel:
- Schuldenaar en schuldeiser kunnen overeenkomen dat het verhaalsrecht aan bepaalde voorwaarden is onderworpen of beperkt: bv. Verbod op bepaalde goederen of gebod om op een bepaald goed uit te oefenen.

  • Contractuele bedingen zijn steeds geldig, maar gezien de relativiteit van de verbintenissen zullen deze afspraken enkel de partijen binden en geen andere schuldeiser binden.
  • Bedingen die inherent zijn aan een schuldvordering kunnen worden tegengeworpen aan de schuldeisers van de gebonden schuldeiser of zijn rechtsverkrijger: wat de schuldeiser niet is toegestaan kan ook niet worden toegestaan aan zijn eigen schuldeisers of zijn rechtsverkrijgers. Een beding van onbeslagbaarheid zal de rechtsverkrijger dus ook aan moeten houden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de aard van het verhaalsrecht van de schuldeisers?

A
  • Het vermogen dient als gemeenschappelijk onderpand voor de schuldeisers dus de schuldeiser kan zijn rechten laten gelden op het hele vermogen van de schuldenaar wanneer hij niet betaald wordt.
  • Gewone schuldeiser heeft geen zakelijk recht op het vermogen van zijn schuldenaar, maar het krijgt wel een zakenrechtelijke dimensie als het verhaalsrecht wordt uitgeoefend.
  • Schuldeiser beschikt over een sluimerend pandrecht: Eerst heeft hij enkel een persoonlijk vorderingsrecht maar als de schuldenaar zijn verbintenis niet nakomt kan de schuldeiser zijn verhaalsrecht uitoefenen of zijn schuldvordering realiseren: beslag of executie. HIj gaat zijn sluimerend pandrecht effectueren.
17
Q

Hoe wordt het verhaalsrecht uitgeoefend?

A

Verschillende mogelijkheden, sommige afhankelijk of de schuldeiser een bepaalde zekerheid bezit:

  • Beslag : uitvoerend of bewarend
  • Faillissement: collectief beslag ten behoeve van alle schuldeiser
  • Pandverzilvering: pandhouder kan zijn pand ten gelde maken
  • UItoefening rechtstreekse vordering: bv. Onderaannemer - bouwheer
18
Q

Welk vermogen dienst als verhaalsobject voor de schuldeisers?

A
  • Schuldeiser kan slechts zijn verhaalsrecht uitoefenen op het vermogen zoals dat bestaat op het ogenblik van de uitoefening van het verhaalsrecht. Hij kan slechts beslag leggen op goederen die zich op dat ogenblik in het vermogen van de schuldenaar bevinden. Het vermogen wordt op het moment dat de schuldeiser zijn verhaalsrecht uitoefent gefixeerd.
  • Binnen het vermogen = wisselende onbeperkte zakelijke subrogatie, elk vermogen ondergaat voortdurend wijzigingen.
  • Schuldeisers zijn gebonden door deze wijzingen en de schuldeiser moet alle rechtshandelingen van zijn schuldenaar respecteren, op voorwaarde dat deze hem tegenwerpelijk zijn en er geen bedrieglijke benadeling is.
  • Schuldeiser nemen het vermogen zoals ze het aantreffen, met alle zakelijke rechten en modaliteiten hieraan verbonden.
    Bv. Schuldenaar enkel vruchtgebruik van een onroerend goed, dan kan dat onroerend goed zelf niet onderworpen zijn aan het verhaalsrecht.
    Ook als een schuldenaar een onroerend goed verwerft onder ontbindende voorwaarde zal de realisatie van de ontbindende voorwaarde dit onroerend goed uit het vermogen van de schuldenaar laten verdwijnen.
19
Q

Kunnen de schuldeisers maatregelen nemen om het vermogen te beschermen?

A
  • Preventieve maatregelen:
    Zorgen ervoor dat het vermogen behouden wordt in een bepaalde toestand dus tijdelijk vermogensveranderingen te beperken:

1) Bewarende maatregelen: bewarend beslag, sekwester, voorlopig bewindvoerder,…
2) Contractuele beperkingen: verbod om een onroerend goed te hypothekeren, vervreemdingsverbod,…

  • Curatieve maatregelen:
    Maatregelen die een schuldeiser kan nemen om het vermogen van de schuldenaar waarop hij verhaal kan uitoefenen te vergroten:

1) Zijdelingse vordering: artikel 1166 BW.
2) Pauliaanse vordering

20
Q

Wat is de zijdelingse vordering?

A
  • Artikel 1166 BW: op grond van dit artikel mag een schuldeiser in beginsel de rechten en vorderingen uitoefenen van zijn schuldenaar wanneer de schuldenaar dit zelf verzuimt. Schuldeiser handelt in eigen naam maar voor rekening van zijn schuldenaar. Dus de opbrengst van de zijdelingse vordering komt in het vermogen van de schuldenaar terecht, en niet in het vermogen van de vorderde schuldeiser.

Vorderende schuldeiser heeft ook geen voorrangsrecht op deze opbrengst. Hij kan wel met toestemming van de schuldenaar vragen dat die hem wordt toebedeeld maar nogal omslachtig –> Beter via een derdenbeslag.

21
Q

Wat is de pauliaanse vordering?

A
  • Actio Pauliana: artikel 1167 en de variant faillissementspauliana (artikel XX. 114 WER)
  • Gemeenrechtelijke pauliaanse vordering geeft de schuldeiser de mogelijkheid om individueel op te komen tegen rechtshandelingen gesteld door de schuldenaar, die de rechten van de schuldeiser bedrieglijk benadelen.
  • Voorwaarden:
    1) Schuldvordering van de schuldeiser dateert van voor het ogenblik waarop de aangevochten handeling werd gesteld.

2) Schuldvordering van de schuldeiser is in beginsel opeisbaar op het ogenblik dat hij de pauliaanse vordering instelt
3) Vermogen van de schuldenaar is verminderd = verhaalsmogelijkheden van de schuldeiser zijn verminderd door de aangevochten rechtshandeling
4) Bedrieglijke handeling door de schuldenaar en eventueel 3de, op voorwaarde dat de rechtshandeling in hoofde van de 3de ten bezwarende titel gebeurde.
- Als de pauliaanse vordering slaagt –> rechtsvordering niet-tegenstelbaar aan de vorderende schuldeiser, dus wel geldig maar de vorderende schuldeiser moet met het bestaan van deze vordering geen rekening houden.
- Slechts relatieve werking: het gevolg kan enkel worden ingeroepen door de vorderende schuldeiser, of degene die zich bij deze vordering hebben aangesloten.

22
Q

Kunnen de schuldeisers misbruik maken van hun verhaalsrechten en hun zekerheidsrechten tov. Schuldenaar?

A
  • Uitgangspunt is dat de schuldeiser de vrije keuze heeft over de goederen die hij wenst uit te winnen, geldt ook voor zijn zekerheidsrechten.
  • Begrensd door de theorie van het rechtsmisbruik = wanneer de keuze van de schuldeiser een onevenredig nadeel berokkent aan de schuldenaar of de zekerheidssteller in vergelijking met het voordeel van de schuldeiser. Dit is steeds in concreto.
  • Het uitoefenen van het verhaalsrecht en de zekerheidsrechten mogen nooit een verrijking opleveren voor de schuldeiser.
23
Q

Kunnen de schuldeisers misbruik maken van hun verhaalsrechten en hun zekerheidsrechten tov. Derden?

A
  • Hier vooral of de schuldeiser de belangen van andere schuldeisers moet voorop stellen –> zorgvuldigheidsnorm artikel 1382 BW.
    Schuldeiser moet steeds kiezen voor de meest voordelige manier om het goed ten gelde te laten maken.
  • Zorgvuldigheidsnorm speelt ook wanneer een schuldeiser beslag legt op goederen van derden: de eigen goederen van de schuldenaar moeten eerst ten gelde gemaakt worden.
24
Q

Wat als een schuldenaar mede-eigenaar is van een welbepaald goed of deelgenoot van een gemeenschappelijk vermogen?

A
  • Eenvoudige onverdeeldheid: schuldeiser kan steeds beslag leggen op aandeel schuldenaar in de onverdeeldheid. Verdere uitwinning pas nadat het goed verdeeld is: artikel 1561 Ger. W.
  • Artikel 815 BW: verdeling kan te allen tijde worden gevorderd en contractuele bedingen die de verdeling onmogelijk maken zijn slechts voor 5 jaar geldig (zijn wel vernieuwbaar).
  • Gemeenschappelijk vermogen: aard van de verbondenheid van de deelgenoten weegt zo zwaar door dat een verdeling op vordering van de schuldeisers niet mogelijk is.
    Bv. Huwelijksgemeenschap, maatschap.
    HIer kunnen persoonlijke schuldeisers van de deelgenoot hun verhaalsrechten slechts uitoefenen op het ogenblik dat de gemeenschap wordt ontbonden.
25
Q

Wat als de schuldenaar goederen van 3den in zijn bezit heeft?

A
  • In beginsel zijn enkel de goederen van de schuldenaar onderworpen aan het verhaalsrecht, goederen van 3den maken geen deel uit van het vermogen van de schuldenaar en behoren niet tot het gemeenschappelijk onderpand van de schuldeisers.
  • Lichamelijke roerende goederen: “bezit geldt als titel”: artikel 2279 BW dus schuldeisers kunnen goederen die zich bij hun schuldenaar bevinden in beslag nemen. Dan moet de derde-eigenaar een revindicatievordering in stellen en bewijzen dat hij de eigenaar is: artikel 1514 Ger. W., artikel XX. 194-201 Ger. W.
  • Goederen van de schuldenaar die zich bij 3den bevinden behoren wel tot het vermogen van de schuldenaar –> Verhaal daarop is mogelijk: artikel 1503 Ger. W.