les 3 - tucht en deontologie, hand in hand? Flashcards

1
Q

beroepsethiek en professionaliteit (Kole, tekst)

A
  • beroepsethiek vloeit voort uit definitie van professionaliteit
  • professionaliteit impliceert streven naar beter/meer
    –> echte professional zal altijd de ambitie hebben hebben goed te blijven in zijn vak en beter te worden
  • beroepsethiek en -moraal maken deel uit van professionaliteit
    > ideaal van echte professionaliteit impliceert het nastreven van morele idealen
    > beroepsethiek: je moet werken overeenkomstig morele standaarden
  • professionaliteit = collectieve beroepspraktijk
    > professionals kenmerken zich door een grote individuele beslissingsbevoegdheid
    > maar bij hun oordeelsvorming en optreden als professional dienen ze zich te verhouden tot de collectieve standaarden van hun beroepsgroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

intrinsieke en impliciete morele dimensie (Kole, tekst)

A
  • normatieve onderstroom
    > goed werk heeft altijd een intrinsiek morele/ethische dimensie
    > werk waar anderen beter van (zouden moeten) worden
  • vaak onbewust, impliciet en latent
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

collectieve codering (Kole, tekst)

A
  • beroepscode expliciteert normatieve onderstroom van beroepspraktijk gedeeltelijk
    > meestal in termen van regels en principes: verwijzingen naar kernwaarden, deugden en doelidealen
  • beroepsethiek en -moraal niet reduceren tot beroepscode: niet alles dat beroepsethisch relevant is, is te expliciteren en coderen
    > code is momentopname met tijdelijke geldigheid
    > belang van deontologische en aspirationele dimensies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verhouding van tucht en beroepsethiek (Kole, tekst)

A
  • tuchtrecht volgt vanzelf uit collectieve beroepsethiek die vanzelf volgt uit ideaal van volwaardige professionaliteit
  • standaarden van kwaliteit = collectief
    > het collectief dient naleving ervan te stimuleren, evalueren en controleren
    > door beroepsethisch klimaat binnen eigen beroepspraktijk positief pedagogisch te stimuleren
    > soms is tuchtrecht toch ook nodig = ingrijpend middel om ondermaats beroepsmatig optreden te corrigeren
  • tuchtrecht kan ingrijpen waar beroepsmoraal niet effectief was
  • tuchtrecht is relevant waar het ideaal van volwaardige professionaliteit ernstig in het gedrang komt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

collectieve zelfregulering, professionele autonomie (Kole, tekst)

A
  • individuele vrijheid en verantwoordelijkheid van professionals wordt ondersteund en begrensd door collectieve beroepsstandaarden
    > naleving en handhaving via tucht
    > tucht is geen zelfstandig fenomeen: regiometafoor
    > tuchtrecht gedijt slechts in de context van een breed beschouwd beroepsethisch landschap
  • externe werking tuchtrecht: laat leden van de samenleving, samenleving als geheel en overheid zien dat een beroepsgroep zelf verantwoordelijkheid neemt voor bewaking en bevordering van kwaliteit van werk in eigen beroepspraktijk
  • groep die zelf regels bepaalt + de naleving ervan gaat vaak strenger dit reguleren (link met eer, reputatie van de groep)
    > Geens: is het noodzakelijk beter dat de groep zelf oordeelt over beroepsregels?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

advocatuur: bijkomende opleiding?

A
  • rechten diploma, eedaflegging, inschrijving in tableau, stage, examens
    = er zijn TOEGANGSVOORWAARDEN
  • Orde van Vlaamse Balie (OVB)
    >< OBFG (Frans en Duits)
    >< Balie van HVC met aparte balies voor NDL en FR + stafhouder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

advocatuur: wie is bevoegd voor opstellen van deontologische regels?

A
  • OVB en OBFG zijn bevoegd voor codexen
    = SELF-REGULATION (voor advocaten door advocaten)
  • regels respecteren die van hogeraf komen
    > bevoegdheden van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

advocatuur: wie staat in voor afdwingen van deontologische regels?

A
  • tuchtraden (3 in BE)
  • horizontaliteit: er wordt baas gekozen (stafhouder) maar tijdelijke taak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

bedrijfsjuristen: bijkomende opleiding?

A
  • geen toetredingsvoorwaarden (stage, examens)
  • wel permanente opleiding
  • Instituut voor Bedrijfsjuristen (IBJ)
    >< IJE in FR
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

bedrijfsjuristen: wie is bevoegd voor het opstellen van deontologische regels?

A
  • SELF-REGULATION (van bedrijfsjuristen voor bedrijfsjuristen)
    > voor tuchtprocedures wel grotere rol voor magistraten
  • bevoegdheden van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

bedrijfsjuristen: wie staat in voor afdwingen van deontologische regels?

A
  • tuchtcommissie (met bedrijfsjuristen) + magistraat
  • horizontaliteit: het zijn organen die worden gekozen uit de AV
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

magistratuur: bijkomende opleiding?

A
  • diploma rechten, selectieproeven, gerechtelijke stage/ervaring, examens, benoeming
    = toelatingsvoorwaarden
  • HVJ, HRJ, IGO, CCM
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

magistratuur: wie is bevoegd voor opstellen van deontologische regels?

A
  • GEEN VOLLEDIGE SELF-REGULATION
    > soms zowel magistraten als niet-magistraten

-bevoegdheden van wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende machten zijn gespreid

  • waarom anders? Dutroux. Maatschappelijke veranderingen, crisis in BE justitie
    > moesten vertrouwen burgers terugwinnen
    > moesten onafhankelijkheid bevestigen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

magistratuur: wie staat in voor afdwingen van deontologische regels?

A
  • tuchtrechtbanken
    = magistraten die magistraten gaan beoordelen op niveau van tucht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly