les 2: Botverbindingen Flashcards

1
Q

onechte gewrichten

-wat?

A

synartrosen:

geringe tot matige beweeglijkheid

continu verbonden door:

  • bindweefsel (collageen, elastische vezels): syndesmosen (vb. membrana interossea, syndesmosis tibiofibularis)
  • kraakbeen: synchondrosen (vb. groeischijven vóór de sluiting, ribkraakbeen)
  • bot: synostosen (vb. os sacrum (aan elkaar gegroeide wervels), gesloten en verbeende groeischijven)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

echte gewrichten

  • wat?
  • soorten?
A

articulatio synovialis

  • discontinue verbinding
  • door gewrichtsspleet van elkaar gescheiden
  • verschil in beweeglijkheid (afh. van o.a. gewrichtsbanden,…)
  • 2 soorten op basis van beweeglijkheid:
    diartrosen: verschillende mate van beweeglijkheid
    amfiartrosen: straffe gewrichten, zeer beperkte beweging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

(echt gewricht: opbouw)

-(A)

A

gewrichtsspleet (A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

(echt gewricht: opbouw)

gewrichtsvlakken:

  • (B)
  • (C)
  • (D)
A

facies articularis:

  • hyalien gewrichtskraakbeen (B)
  • fossa articularis (C) (gewrichtskom)
  • caput articulare (D) (gewrichtskop)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

(echt gewricht: opbouw)

gewrichtsholte (E):
-(F)

A

cavitas articularis (E):

  • bevat synoviale vloeistof
  • soms recessus articularis (F) (uitstulpingen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

(echt gewricht: opbouw)

gewrichtskapsel (G)
-wat?

A

capsula articularis (G):

= ‘envelop’ rond synoviaal gewricht
-uitstulpingen (plicae alares), plooien (plicae synoviales) en vlokken (villi synoviales)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

(echt gewricht: opbouw)

gewrichtsvloeistof
-wat?

A

synovia:

  • zeer visceus
  • aangemaakt door gewrichtskapsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

(echt gewricht: opbouw (knie))
(A)
-welke?

A

intra-articulaire hulpmiddelen:

-meniscus (A), discus en labrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

(echt gewricht: opbouw (knie))
(B)
-functie?

A

gewrichtsbanden of ligamenten (B)

  • intra- en extra-articulair
  • stabilisatie van het gewricht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

(echt gewricht: opbouw)
spieren die over het gewricht lopen
-functie?

A

-laten het gewricht in tegengestelde richtingen bewegen (agonisten/ antagonisten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

(echt gewricht: opbouw)
slijmbeurzen (C)
-functie?

A

bursae synoviales (C):

-verminderen de wrijving en werken als schokdempers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

(echt gewricht: opbouw (knie))
vetlichaampje (D)
-functie?

A
corpus adiposum (D)
-beschermen het gewrichtskraakbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Intra-articulaire structuren als hulpmiddelen voor gewrichten (A, B, C)

-functie?

A
  • verbetert de congruentie tussen gewrichtsvlakken en/of vergroten het oppervlak dat belast wordt → belasting↓ op gewrichtskraakbeen
  • bevinden zich in cavitas articularis
  • synovia zorgt (grotendeels) voor voeding van deze structuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

(Intra-articulaire structuren als hulpmiddelen voor gewrichten)

(A)

A

meniscus (A)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

(Intra-articulaire structuren als hulpmiddelen voor gewrichten)

(B)

A

discus (B)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

(Intra-articulaire structuren als hulpmiddelen voor gewrichten)

(C)

A

labrum (C)

17
Q

(Gewrichtsbanden of ligamenten van gewrichten)

binnen het gewrichtskapsel

A

intracapsulaire

18
Q

(Gewrichtsbanden of ligamenten van gewrichten)

buiten de gewrichtsholte

A

extra-articulaire banden

19
Q

(Gewrichtsbanden of ligamenten van gewrichten)

buiten het gewrichtskapsel

A

extra-capsulaire banden

20
Q

Gewrichtsbanden of ligamenten van gewrichten

functie?

A

-kapselversterkende banden

-mechanische functie:
.stabiliteit en geleiding van het gewricht
.beweging afremmen of beperken

-juiste lengte is belangrijk!!
.te lang (uitgerekt of gescheurd): gewricht wordt
instabiel
.te kort (door immobilisatie): gewricht wordt
onbeweeglijk (gewrichtscontractuur)

21
Q

gewrichtsvloeistof

  • samenstelling?
  • functie?
A

synovia

samenstelling:

  • heldere, lichtgele, viskeuze vloeistof
  • kleine hoeveelheden 1-5ml

functie:

  • voeden van gewrichtskraakbeen (dit bevat geen bloedvaten)
  • smeren van gewrichtsoppervlakken (lubriceren) en zo wrijving↓↓
  • schokdempende functie: gelijkmatige verdeling van uitgeoefende krachten over het belaste gewrichtsoppervlak
22
Q

(Opbouw van het gewrichtskapsel)

gewrichtskapsel (A)

A

capsula articularis:

-gewrichtsholte wordt volledig omhult door het gewrichtskapsel

23
Q

(Opbouw van het gewrichtskapsel)

2 lagen van het gewrichtskapsel: (B)

A

membrana fibrosa (B): ‘MUUR’

= straf bindweefsel, vezels lopen tot in periost van het bot
-vaak versterkt door ligamenten

24
Q

(Opbouw van het gewrichtskapsel)

2 lagen van het gewrichtskapsel: (C)

A

membrana synovialis (C): ’BEHANG’ (aangehecht aan de randen van het gewrichtskraakbeen)

  • intima (D): productie en resorptie van synovia
  • subintima (E): ondersteunt de regulering van bewegingen in het gewricht
25
Q

Opbouw van het hyalien gewrichtskraakbeen

-functie, bouw?

A
  • bijna alle gewrichtsvlakken zijn bedekt met hyalien kraakbeen
  • drukelastisch = vervormt onder druk en keert terug naar oorspronkelijke vorm als druk weg is
  • verschillende diktes afhankelijk van belasting (vb. bij patella: 5 à 7mm, in de vingergewrichten: 1 à 2mm)
  • bestaat uit een extracellulaire matrix en chondrocyten
  • bevat geen bloedvaten, gevoed door synovia