Les 1: stralingsfysica Flashcards

1
Q
  1. In welk jaar zijn X- stralen ontdekt?

2. Door wie?

A
  1. 1895

2. Wilhelm Röntgen, ontdekt x-stralen en hun vermogen om menselijke weefsels te penetreren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarvoor staat de X?

A

voor onbekende oorsprong omdat men vroeger niet wist waarvan de stralen kwamen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn x-stralen?

A
  • Hoog energetische elektromagnetische straling (korte golflengte)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

X-stralen zijn een deel van?

A
  • een deel van het elektromagnetisch spectrum, waaronder laag energetische straling (radio/tv/licht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Golfpakket energie:

A

foton= 1 quantum energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

een is X-stralenbundel is hoeveel fotonen?

A

1 miljoen fotonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

proton= positief of negatief geladen?
neutron=
elektron=

A
  • positief
  • neutraal
  • negatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

nucleus/kern is?

A
  • protonen + neutronen, op schillen elektronen (max. 8 op buitenschil)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

het aantal protonen is gelijk aan het aantal elektronen of aantal neutronen?

A
  • aantal elektronen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

A staat voor?

A

atoommassa: Z+N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

N staat voor

A

neutronnummer: aantal neutronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Z is?

A

aantal protonen = aantal elektronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

isotopen zijn?

A
  • atomen met dezelfde Z, dus verschillende A, dus verschillende N
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Radio- isotopen:

A
  • onstabiele kern, radioactieve desintegratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken protonen:

A
  • massa: 1,66x 10 -27kg

- lading: positief: 1.6x10 -19 coulumbs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Kenmerken neutronen

A
  • massa: 1,70x 10 -27 kg
  • lading: geen
  • Neutronen zijn binding agents in de kern
17
Q

kenmerken elektronen

A
  • Massa=1/1840 van protonmassa
  • Lading: negatief: -1.6x10 -19 coulombs
  • Elektronen bewegen in schillen rondom de kern,
    de schillen vertegenwoordigen verschillende
    energieniveau’s
18
Q

ionisatie?

A
  • elektron verwijderd -> positief ion

- elektron van atoom verwijderen= kost energie om bindende energie (die elektronen op hun schil houden) te overstijgen

19
Q

excitatie?

A
  • elektron verplaatst van binnenste naar buitenste schil

- kunnen niet tussen schillen bestaan (verboden zone)

20
Q

Energie eenheid is?

A

eV = elektron volt

21
Q

Waarin worden de stralen opgewekt

A

in de röntgenbuis

22
Q

Een atoom in rust is?

A

neutraal

23
Q

Wat is het meest voorkomende? botsingen waarbij hitte of x-stralen bij vrijkomen?

A

Botsingen waarbij hitte vrijkomt

24
Q

Geef 3 kenmerken: botsing waarbij hitte vrijkomt

A
  • Zijn de meest waarschijnlijke: er zijn veel e- op buitenste schillen
  • Elk e- kan vele botsingen ondergaan met hitte als gevolg
  • Hitte moet afgevoerd worden: koperblok