Les 1 Eerste kennismaking met biologie Flashcards
Wat zijn de vijf levenskenmerken?
Groei Voortplanting Reageren (op omgeving) Aanpassing (aan omgeving) Voedselopname (stofwisseling en uitscheiding)
In welke vier rijken kunnen we de organismen onderverdelen?
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
Welke drie verschillen bestaan er tussen bacteriën en schimmels?
Bacteriën hebben geen celkern, schimmels wel
Schimmels zijn meestal meercellig, bacteriën altijd eencellig
Schimmels planten zich voort via sporen, bacteriën door de cel te delen
Waarin onderscheiden planten zich van bacteriën, schimmels en dieren?
Planten kunnen organische stoffen maken met behulp van zonlicht en chloroplasten (bladgroenkorrels)
Waarin onderscheiden dieren zich van bacteriën, schimmels en planten?
Dieren hebben geen celwand, de andere soorten wel
Meestal meercellig
Zenuwstelsel en zintuiglijke waarneming
Voortplanting via eieren, zoogdieren en deling (protozoa)
Wat is het verschil tussen prokarioten en eukarioten?
Bij prokarioten ontbreekt de celkern, DNA is vrij is het cytoplasma. Eukarioten hebben een celkern, DNA in chromosomen in celkern.
Waarom vallen virussen buiten de vier rijken?
Geen stofwisseling
Voorplanting alleen in levend weefsel
Wat is het verschil tussen dood en levenloos?
Levenloze natuur leeft niet en heeft nooit geleefd.
Dood is natuur die geleefd heeft en gestorven is. Dode resten worden door schimmels en bacteriën omgezet in voedingszouten, die dienen als voedsel voor planten.
Noem drie voorbeelden van levenloze natuur
Water, lucht, gesteente
Noem drie voorbeelden van dode natuur
Nagels, veren, haren
Wat is de functie van de celkern?
Alles regelen wat er binnen de cel gebeurt. Plus aanwezigheid chromosomen, dragers erfelijk materiaal.
Wat is de functie van epitheelcellen bij planten?
Onderliggende weefsels van de plant beschermen en vormen van cuticula (vetachtige laag op de bladeren)
Wat is de functie van collenchym-weefsel bij planten?
Stevigheid geven aan de plant (i.c.m. vezels van houtstof)
Waar bevinden zich in de plant de vezelcellen?
In de stengels aan de buitenzijde, in de wortels in het centrale deel.
Waaruit bestaan het collenchym bij planten?
Min of meer ronde cellen, vrij dikke celwand van cellulose.
Waaruit bestaan vezels in planten?
Langwerpige vezelcellen, dikke celwand die vooral uit houtstof bestaat. De cellen zijn dood, geen cytoplasma.
Waar bestaat het parenchym uit?
Grote cellen met een vrij dunne celwand. Intercellulaire holten tussen de cellen. In de bladeren chloroplasten voor de fotosynthese.
Waaruit bestaat transportweefsel?
Cellen zonder of met een beetje tussenschot, buisvormige vaten. Onderverdeeld in houtvaten en bastvaten
Wat is de functie van transportweefsel?
Water en voedingsstoffen vervoeren