Les 1 Flashcards
Verschil tussen deductief en inductief onderzoek
Deductief: via theorieën inzicht krijgen in bevindingen
Inductief: via bevindingen zelf theorieën ontwikkelen
Wat is wetenschappelijk onderzoek
Strikte regels gebruiken om kwaliteit te waarborgen-> vermijden van bias
Theoretische inzichten gebruiken om onderzoeksbevindingen te interpreteren
Ontwikkelen van kennis=>moet kunnen bijdragen tot theorievorming
Wat is wetenschap en waarom is dit belangrijk
Wetenschap = de realiteit kennen
Om de (toekomstige) realiteit te kunnen voorspellen
Om de (toekomstige) realiteit te kunnen beïnvloeden
-> kennis opbouwen en erop handelen
Welke twee types wetenschappelijk onderzoek zijn er
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek = de realiteit kennen
Toegepast wetenschappelijk onderzoek = de realiteit beïnvloeden
Waarvoor wordt wetenschappelijk onderzoek gebruikt
het verkrijgen van kennis om verschijnselen in de werkelijkheid te beïnvloeden en te veranderen
Welke types toegepast wetenschappelijk onderzoek zijn er
Evaluatie-onderzoek
Actie-onderzoek
Registraties
Waar kan fundamenteel wetenschappelijk onderzoek gedaan worden
Kan zowel binnen sociale wetenschappen als natuurwetenschappen
Wat is het verband tussen toegepast en fundamenteel onderzoek
Toegepast onderzoek heeft de inzichten aangeleverd door fundamenteel onderzoek nodig om de realiteit te kunnen beïnvloeden met interventies
Fundamenteel onderzoek heeft toegepast onderzoek nodig om betekenis te krijgen
Wat is het uitgangspunt van de empirische cyclus
Link leggen tussen een theorie en de werkelijkheid zoals ze kan worden waargenomen
->zogenaamde empirische werkelijkheid
Wat is de theorie van de empirische cyclus
- Logisch samenhangend geheel van uitspraken
- Over relaties tussen concepten
- Met een zekere mate van veralgemeenbaarheid (generaliseerbaarheid)
- Met een zeker niveau van geldigheid (validiteit)
- Die empirisch te testen zijn
Hoe komt de empirische cyclus tot stand
Door inductief en deductief redeneren
Hoe dragen inductief en deductief redeneren bij aan theorie-vorming
theorie-opbouw (inductie)
theorie-bijsturing/bevestiging (deductie)
Schets de empirische cyclus
Observatie van een fenomeen -> Formuleren van hypothesen -> Ontwikkelen van toetsbare voorspellingen -> Toetsen van voorspellingen -> Evaluatie van de uitkomsten -> bijsturen theorie
Welk onderzoek te gebruiken bij observaties van een fenomeen waar nauwelijks theorieën van bestaan
explorerend en beschrijvend onderzoek
Wat houdt het onderdeel formuleren van hypothesen in
Zoeken naar verschillen, samenhang en regelmatigheden in observaties door het vergelijken van cases of via statistische verbanden.
Logisch redeneren op basis van bevindingen met het doel om algemene uitspraken te formuleren.
Inductie = veralgemening = vinden van wetmatigheden
Heb je tussen stap 1 en 2 een inductie of een deductie
Inductie
Heb je tussen stap 2 en 3 een inductie of een deductie
Deductie: afleiden van voorspelling op basis van de theorie
Welk onderzoek wordt er gebruikt bij het toetsen van voorspellingen
Toetsend onderzoek
Wat gebeurd er tijdens de evaluatie fase
Theorie en hypothesen worden bevestigd, verfijnd, gecorrigeerd of verworpen.
Als de theorie niet wordt bevestigd of tegengesproken mag je dan zeker zijn dat de theorie klopt
Niet 100% zekerheid
Wat is het principe van best guess
Theorie is zelden compleet, altijd nog blinde vlekken ->verfijning nodig
Altijd mogelijkheid van conflicterende observaties (falsificatieprincipe)-> aanpassing nodig
Normen en waarden onderzoekers -> invloed op interpretatie & evaluatie, cf. Semmelweiss uitgelachen door collega’s
Heersende maatschappelijke trends -> (sociale) realiteit verandert mee
45