Leiderschap en Macht Flashcards

1
Q

Benoem de verschillende soorten leiderschap gebaseerd op de contingentiebenadering

A
  • autoritair leiderschap: autocratie, top-downbenadering, weinig wederzijdse communicatie
  • consultatief leiderschap: ondergeschikte heeft een adviserende rol
  • participatief leiderschap: ondergeschikte doet mee aan besluitvormingsproces en heeft invloed tijdens de besluitvorming.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Noem een aantal vaardigheden en eigenschappen waarover men moet beschikken om goed leiderschap te kunnen uitoefenen

A
  1. Hebben van een visie
  2. Effectief communiceren
  3. Empowerment
  4. Zelfkennis
  5. Charisma
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houd transformationeel leiderschap in?

A

Leider is proactief en weet doelen te bereiken door te inspireren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houd transactioneel leiderschap in?

A

Leider is reactief, zal pas inbreken in het proces als blijkt dat de medewerkers zelf hun doelen niet kunnen bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem 5 kenmerken die belangrijk zijn bij charismatische leiders

A
  1. Zelfvertrouwen
  2. Visie; ideaalbeeld voor de toekomst
  3. Sterke overtuiging; betrokkenheid laten zien
  4. Onconventioneel; afwijkend van de norm
  5. Transformator; verandering te weeg brengen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Benoem enkele leiderschapstheorieen

A
  • Fiedler: affectieve persoonlijke relatie, taalstructuur en positionele macht leider.
  • Vroom & Yetton: onderscheid in mate van betrokkenheid medewerkers in de besluitvorming
  • Hersey & Blanchard: situationele leadershiptheory
  • De vertical dyad linkage-theorie: ruilrelatie tussen ondergeschikte en leidinggevende
  • path- goal theorie van House: doel bereiken door voorbeeld gedrag te laten zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Benoem de 5 vormen van besluitvorming volgens Vroom & Yetton

A

Autocratisch- A1: leider neemt zelf besluit, zonder informatie uit de groep
Autocratisch- A2: leider neemt zelf besluit na selectieve informatie verzameling
Consulterend-C1: leider neemt besluit na vragen van oplossingen bij individuele leden
Consulterend-C2: neemt besluit na raadplegen van en discussie hele groep
Delegerend-G2: groep neemt samen met de leider een besluit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Benoem de 4 niveaus na taakvolwassenheid volgens Hersey& Blanchard

A
  • geringe follower maturity: telling style
  • matige follower maturity: selling type
  • behoorlijke follower maturity: participating style
  • hoge follower maturity: delegating style
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met coachend en resultaatgericht leidinggeven?

A
  • coachend; motiveren en ondersteunen van medewerkers om hen meer verantwoordelijkheid te laten nemen in hun eigen werk. Nadruk op faciliteren.
  • resultaatgericht; verantwoordelijkheid medewerker staat centraal. Nadruk op resultaatgerichte afspraken maken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie van macht

A

Het beschikken over de mogelijkheid(positieve en negatieve)sancties te gebruiken als middel om de uitkomst van een interactieproces te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Benoem de 5 bases van macht volgens French & Raven

A
  1. Dwang
  2. Beloning
  3. Overreding
  4. Kennis
  5. Controle (schaarse middelen, beslissingsproces, kennis en informatie,over grenzen, over technologie, via interpersoonlijke netwerken)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Benoem enkele machtsbronnen

A
  • positie
  • persoonlijke macht
  • expertise macht
  • gelegenheidsmacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Benoem enkele beinvloedingstrategieen

A
  • probleemoplossende benadering; openlijk en rationeel gebruik van machtsmiddelen
  • confronterende benadering; machtsmiddelen worden expliciet en emotioneel gebruikt. Gericht op behalen zo gunstig mogelijke uitkomst
  • situationele manipulatie; impliciet en rationeel gebruik machtsmiddelen. Aanvaardbare uitkomst proberen te behalen door gebruik te maken van de situatie
  • psychologische manipulatie; impliciet en emotioneel gebruik machtsmiddelen. Ongemerkt inspelen op emoties om persoonlijk voordeel te behalen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Benoem de verschillende vormen van machtsgebruik

A
  • assertiviteit; eisen stellen
  • in de gunst komen
  • rationele middelen/argumentatie
  • sancties
  • ruilen
  • formeel beroep
  • blokkeren
  • coalities
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly