Communicatie Flashcards
1
Q
Waar bestaat communicatie uit?
A
7% verbale boodschap
55% non verbaal
7% door stemintonatie
2
Q
Noem enkele functies van non verbale communicatie
A
- Herhaling van verbale boodschap
- Vervanging erbarmelijke communicatie
- Affectieve ondersteuning
- Structureren en reguleren verbale communicatie
- Beklemtonen van de verbale communicatie
3
Q
Noem de 4 vormen van informatie binnen een boodschap
A
- Zakelijke informatie; feitelijke inhoud boodschap
- Expressieve informatie; inhoud en daarnaast overbrengen van informatie over de zender bijv: taalgebruik
- Relationele informatie; laat zien hoe hij (zender) zichzelf ziet, maar ook beeld dat hij heeft van de ontvanger
- Appellerende informatie; heeft betrekking op het doel van de boodschap
4
Q
Wat is een lineaire communicatieproces?
A
De richting van de communicatie is heel duidelijk van zender naar ontvanger
5
Q
Wat is een circulair communicatieproces?
A
Er valt geen duidelijke richting in de communicatie te onderscheiden. Bijv; discussie met meerdere mensen
6
Q
Benoem de verschillende communicatierollen
A
- Gatekeeper; heeft controle over de informatiestroom
- Liaison; verbindingspersoon tussen twee of meer groepen binnen een systeem of afdelingen
- Opinion leader; heeft het vermogen om regelmatig op een informele manier de attitudes of gedrag in de gewenste richting te beïnvloeden .
- Cosmopolite; staat heel uitgebreid in contact met de externe omgeving van de organisatie
7
Q
Benoem de informatie verwerkende rollen van een manager volgens Mintzberg
A
- monitor; ontvangt een grote diversiteit van informatie
- informatie doorgever; geeft informatie door aan leden van de organisatie
- woordvoerder; treed op als woordvoerder voor zijn afdeling, groep of organisatie