Leerstoornissen & Psychosociale problemen Flashcards
In de onderwijsleersituatie zijn er veel factoren die een rol spelen, noem er zoveel mogelijk (8):
- Leergedrag
- Leerkrachtfactoren
- Leerkracht-leerling relatie
- Instructiegedrag leerkracht
- Leertaak (aansluitende lesmethode?)
- Klasgenoten
- Gezin
- Schoolbeleid
Diagnosticeren van dyslexie doe je met de volgende instrumenten:
DMT (drieminutentoets)
EMT (eenminuuttoets)
Klepel (woorden zonder betekenis lezen)
Basisfouten
(Foutenanalyse, dyslexie)
Fouten in klankzuivere woorden (woorden die je schrijft zoals je ze zegt)
Regelfouten (Foutenanalyse, dyslexie)
Fouten bij woorden die horen bij lees- en spellingregels
Keuzetekenfouten (Foutenanalyse, dyslexie)
Letters omwisselen, zoals (f/v) of (b/d)
Weetwoordfouten (Foutenanalyse, dyslexie)
Fouten bij woorden waar geen regels voor zijn, maar je gewoon moet weten.
Genormeerde toets
toets waarbij je kunt zien hoe goed een kind presteert ten opzichte van andere kinderen uit dezelfde groep. Percentielscore van 10% = slechts 10% van een normgroep haalt een lage score, 90% een hogere score
Criteriumtoets
toets waarbij je kijkt naar het kind zelf. De prestatie ligt bijv. op een niveau van midden groep 5; dit betekent dat een gemiddelde leerling deze prestatie halverwege groep 5 behaald.
Didactische leeftijd
Het gaat hierbij om het
aantal maanden onderwijs dat een kind heeft gevolgd, vanaf groep 3. Per jaar gaat dat om 10 maanden. Didactische leeftijd E3 = 10, E4 = 20, E5 = 30, etc
Didactische leeftijdsequivalent
Hieruit kan opgemaakt worden hoeveel onderwijsmaanden achterstand een kind heeft per vaardigheid. Als een kind eind groep 4 een DLE heeft van 16 loopt hij dus achter, en bij een DLE van 24 heeft hij een voorsprong
Leerrendementsquotiënt (LRQ)
Hiermee kan inzicht verkregen worden over hoeveel rendement het genoten onderwijs heeft
gehad per vaardigheid. Je krijgt dus met LRQ de relatieve ernst van de achterstand.
Bij LRQ < .67 is er sprake van een grote achterstand waar iets meer gedaan
moet worden.
Wat zijn de drie criteria voor dyscalculie?
- Criterium van ernst: geautomatiseerde/gememoriseerde feitenkennis als
inhoudelijk rekenen. - Criterium van discrepantie: Afwijkende rekenprestaties op de overige schoolse vaardigheden
- Criterium van didactische resistentie: Hardnekkige achterstand, niet/moeilijk te verhelpen door gespecialiseerde rekenhulp.
Waar staat handelingsgerichte diagnostiek voor?
Niet: Wat heeft dit kind?
Maar: Wat heeft dit kind nodig?
Protocol ERWD
Ernstige Reken Wiskunde Dyscalculie, dit protocol wordt gebruikt in het onderwijs
Psychosociale problemen
problematische psychische, emotionele en sociale
ontwikkelingen en ernstig belemmerde opvoedprocessen bij kinderen en jeugdigen. Dit gaat
verder dan het denken in stoornissen.
Een over gecontroleerde emotieregulatie kan zorgen voor … problemen
internaliserende problemen
Een onder gecontroleerde emotieregulatie kan zorgen voor … problemen
externaliserende problemen
Wat zijn expressietests en projectiemateriaal?
testen waarbij een kind iets afmaakt (tekening,
verhaal, vertelplaat, zin-aanvultesten, spel, etc.).
Illusief spel
doen alsof; rollenspel.
Esthetisch spel
spel met het doel om een mooi resultaat neer te zetten. Voorbeeld:
ridders op een mooie rij zetten.
Handelend spel
functie van materiaal/speelgoed onderzoeken.
o Dynamisch handelend spel = spelen met een trein, hijskraan.
o Statisch handelend spel = het neerzetten van dieren of het inrichten van een huis
Sensopathisch spel
gericht op sensorische kwaliteiten van speelgoed. Het materiaal
is belangrijk; vormloos materiaal zoals zand, water en klei.
cross-valideren
Meerdere tests geven hetzelfde resultaat