Leerdoel 7 (onderstroom) Flashcards
1
Q
Onderstroom
A
In de onderstroom gaan de organisaties en de individuen daarbinnen door een psychologisch proces van loslaten naar een nieuw begin. Gevoel van medewerkers en hun acties.
2
Q
5 fases in een systemisch transitiemanagement
A
- Urgentie
- Loslaten
- Niet weten
- Creatie
- Nieuw begin
3
Q
Soorten weerstanden
A
- Bedekt onderpresteren
- Sabotage
- Geplande groepsweerstand
- Intergroepsconflict
- Stakingen
4
Q
Wat zijn de oorzaken voor weerstand?
A
- Angst voor verlies baan
- Angst voor de rol in verandering
- Angst voor verlies van positie
- Angst voor verdwijnen van vast routines
- Andere werkplek
5
Q
Hersenstam (onderste hersenen)
A
Het reptielenbrein. Hierin vinden onder andere de automatische reflexen plaats zoals ademhalen en zweten.
6
Q
Het limbische systeem (middelste deel)
A
Hierin zitten intuïtie en basale emoties als verdriet, angst, woede en vreugde.
7
Q
De neocortex (bovenste deel)
A
In de neocortex bevinden zich een deel voor de taal. Dit gedeelte is bij mensen het grootst en ontwikkelt zich door.
8
Q
5 breinprincipes
A
- Hoe dieper, hoe dominanter
- Oefeningen en ervaringen zorgen voor nieuwe reflexen.
- Hoe bedreigender of bekender de situatie, hoe korter de route in je brein
- Als iets aandacht nodig heeft, heb je weinig aandacht voor andere dingen
- Afleren kan niet
9
Q
Hoe kan je breincentraal leren stimuleren?
A
- Emoties zorgen ervoor dat neutrale netwerken versterkt worden
- Oefening baart kunst
- Zorg voor creatie en actieve verwerking
- Focus en aandacht
- Rijke zintuigen beleving
- Aansluiten bij de voorkennis
- Gezondl even
